Agni Kai - 212
Tot mijn opluchting klonk een belsignaal.
“Strijders, uw eerst pauze is aangebroken. Het komend half uur mag u elkaar niet aanvallen. Uw begeleiders staan klaar om u te helpen met wat u nodig acht.” Meteen kwam de wachter naar me toe.
“Lauw water”, gromde ik. “Snel, veel.” Hij knikte en bracht me een grote kom. Ik legde mijn arm er in. Zachtjes bewoog hij in het water zodat er een lichte stroming ontstond. De verkoeling was heerlijk. Na een paar minuten vroeg ik hem wat te drinken en eten te brengen, terwijl ik de kom zelf vasthield. Hij was snel terug met een energiedrank, een appel en een kippenboutje. Snel at ik het op. Ik ademde diep in en uit en probeerde te kalmeren. Ik had een nieuwe strategie nodig, vechten was geen optie meer. Verdedigen wel, maar dat was voorspelbaar. Al raakte hij wel sneller uitgeput dan ik, misschien kon ik daar gebruik van maken.
“Deelnemers, hou u klaar.” Met een zucht stond ik op en haalde mijn arm uit het water. Meteen voelde ik een steek van pijn, maar het was minder erg als ervoor. Ik liep weer een eindje in Azlaïs richting, gedaan met de rust.
Vele uren en twee pauzes later was ik moe, ontzettend moe. Maar Azlaï was volkomen uitgeput. Nog even volhouden, hield ik mezelf voor. Nog even mezelf verdedigen. Nog even hem kwaad maken om hem er compleet onderdoor te krijgen. Ik had een missie, en die moest ik koste wat het kost volbrengen.
De vierde pauze werd aangekondigd. We hadden nu al zestien uur gestreden. Ik liep naar de tafel met eten, maar nam alleen een glas fruitsap.
“Kan ik u van dienst zijn, mevrouw?”, de wachter snelde naar me toe.
“Nee dank u, laat me even met rust”, gebood ik hem. Het was twintig uur geleden dat ik opstond, ik had sindsdien amper rust gehad. De verleiding om op de grond te gaan liggen en te slapen was groot, maar het was te gevaarlijk. De kans was groot dat ik niet op tijd wakker zou worden. Ik ging in kleermakerszit zitten om te mediteren. Even aarzelde ik, maar wenkte toen toch de wachter.
“Ik ga mediteren, als u denkt dat ik in slaap val, maak me dan wakker”, gebood ik. Hij knikte. Ik legde mijn handen in mijn schoot en sloot mijn ogen. Ik concentreerde me op mijn ademhaling. In, uit, in, uit. Diep ademen. Rechtop blijven zitten, mijn lichaam proberen negeren. Alleen mijn ademhaling en mijn missie telden nog. In, uit, in, uit.
Reageer (3)
Idd Kreacher, Ze moet winnen! Love it!! Nee, echt je schrijft heel mooi!
1 decennium geledenZe móét winnen!
1 decennium geledenSnelverder! <3333333
Snel verder! <3
1 decennium geleden