Gevangen - 196

Lizzie pov

Bewakers sleurden me mee naar het paleis. Ik werd rechtstreeks naar de troonzaal gebracht, de vuurheer zat al te wachten. Tot mijn schrik zag ik Keylina nergens. Dit zou nog eens lastig kunnen worden.
“Je wordt beschuldigd wegens verraad tegen de vuurnatie”, sprak vuurheer Azlaï. “Wat heb je daarop te zeggen?” Ik keek hem aan, maar zweeg. Hij wachtte even. “Zal ik dat maar als een bekentenis opvatten?”, spotte hij. “Tong verloren soms?”
“Ik zeg niets zolang prinses Azulena er niet bij is”, zei ik uiterlijk kalm.
“Jij hebt hier niets te eisen, dame. Ik bepaal met wie je spreekt en met wie niet.” Ik haalde mijn schouders op. Ik wilde zoveel zeggen, maar ik had Keylina beloofd te zwijgen. “Zeg op, op welke manieren heb jij de vuurnatie verraden?” Ik reageerde niet. “Hoe heb je prinses Azulena zover gekregen dat ze je vertrouwd?” Het was doodstil in de zaal. “Antwoord!”, schreeuwde hij plots. Ik weigerde echter om nog een woord te zeggen. Een bewaker kwam naar me toe en schudde me hardhandig door elkaar. Keylina, waar blijf je, smeekte ik in stilte. Ik had het op voorhand niet verwacht, maar ik was bang, doodsbang.

Ik schrok toen de deuren openvlogen, maar ik was niet de enige. De vuurheer kon zijn verbazing snel verbergen.
“Prinses Azulena, kom binnen”, glimlachte hij vals. Ze kwam naar ons toe. Bewakers sloten de deuren achter haar. “Deze dame weigert te praten zonder jou erbij.”
“Logisch, ze wist dat ik ook alles wou weten. Behalve een aantal zaken die ze me al lang verteld heeft, natuurlijk.” Ze boog voor de vuurheer. “Al is arrogantie van haar kant hier natuurlijk niet op zijn plaats.” De vuurheer trok verbaasd zijn wenkbrauwen op.
“Ik ben zeer geïnteresseerd in wat ze te zeggen heeft, prinses, en zeker in de zaken waarvan u op de hoogte bent.”
“Natuurlijk, ik zorg er wel voor dat ze praat. Bewaker, maak haar los.” Iedereen staarde Keylina verbaasd aan. Ik slaagde er met moeite in om in mijn rol te blijven.
“Ik riskeer niet dat ze ontsnapt”, zei de vuurheer streng.
“Daar hoeft u ook niet bang voor te zijn, ik heb haar onder controle, ik ken haar zwakke plekken. Ik kan haar alleen beter aan dan alle bewaking samen.”
“Werkelijk?”, de vuurheer keek haar spottend aan.
“Zeker.”