Gevangen - 195
Na me te hebben gewassen en omgekleed, zodat ik nu weer meer de kleren droeg die passend waren voor een prinses buiten de strijd, ging ik naar de kamer van mijn moeder. Zachtjes klopte ik op de deur.
“Binnen”, klonk haar zwakke stem. Ik ging de kamer in.
“Moeder”, fluisterde ik. Ik verbaasde me erover dat ze er zo goed uit zag.
“Azulena”, een glimlach sierde haar gezicht. Ze beduidde het kamermeisje ons alleen te laten. Ik liep naar haar toe en omhelsde haar.
“Ik heb u gemist.”
“Ik jou ook, kindlief. Het waren lange jaren.” Ik ging weer rechtzitten.
“U ziet er goed uit”, glimlachte ik.
“De watersturing maakt me sterker, zonder dat zou ik waarschijnlijk al gestorven zijn”, bekende ze. Ik keek haar geschrokken aan. “Maak je geen zorgen, ik ben sterker nu dan toen je vertrok.”
“Maar wat als er geen watermeesters meer zijn?”, fluisterde ik. Ze keek me aan.
“Je hebt hun kant gekozen”, constateerde ze. Het was amper hoorbaar. “Lieverd, we proberen wel een oplossing te vinden.” Ze nam het medaillon dat steeds om mijn hals hing in haar hand. “Al van toen je klein was, weet je dat ik nooit zo lang zal leven als iemand anders. Maar ik zal altijd bij je blijven, in je hart.” Ik voelde hoe mijn ogen nat werden en omhelsde haar om mijn tranen te verbergen. Niemand mocht iets merken, een vuurnatieprinses hoorde ijskoud te zijn.
Een bediende klopte op de deur en kwam binnen.
“Prinses, de vuurheer is gestart met het verhoor van die gevangene.” Ik schrok, waarom had hij niet gewacht.
“Ga maar kindje, dit is belangrijk”, zei mijn moeder. Ik knikte en haastte me naar de troonzaal. Ik gooide de deuren wijd open toen ik binnen ging. Ik was kwaad, hij had niet zonder me mogen beginnen, dat was te gevaarlijk.
Reageer (1)
(k weet niks maar ik ga wel al je hoofdstukjes stalken omdat ik ze zo leuk vind)
1 decennium geleden