23 december 1987
Huize Malfidus


De familie van Draco leek het begrip ‘kerstmis’ verkeerd te hebben begrepen. Ergens in de eeuwen van zuiver bloed moet het zijn misgegaan. Waar de meeste families op kerst samenkomen om lekker te eten en dankbaar zijn voor elkaar en alles wat ze hebben, was kerstmis in Huize Malfidus maar een kille bedoeling.

Narcissa probeerde het nog wel gezellig te maken. Ze zorgde ervoor dat de grote kamer die tijdens kerst als eetzaal diende, voorzien was van twee enorme kerstbomen. Draco had al van kleins af aan toegekeken, terwijl zijn moeder de versieringen de boom in toverde. Wat had hij graag geholpen! Maar elke keer als zijn kleine witte handjes met de toen al lange, slanke vingers naar de doos versieringen grepen, kreeg hij een boos ‘uh-uh’ te horen van zijn moeder.

Lucius keek er streng op toe dat er geen rood in de boom voorkwam. Narcissa had hem al vaker geprobeerd te overtuigen, menend dat rood en goud ook kerstkleuren waren, maar Lucius wilde er niets van weten. Rood en goud waren kleuren van Griffoendor en hij wist hoe hun families daarover dachten. Misschien dat de versieringen wel gemogen hadden, als ze kerst gewoon met zijn drieën hadden gevierd, dacht Draco.

De kamer was donker, zelfs als hij verlicht was door honderden betoverde kaarsen die in de lucht zweefden. Draco probeerde ze ieder jaar opnieuw te vangen, maar ze vlogen altijd te hoog. Hij zwoer dat hij ooit groot genoeg zou zijn om ze wel te kunnen vangen en anders zou hij ooit zijn magie kunnen gebruiken.

Wanneer de familie op kerstavond binnenkwam, werd de kamer alleen maar donkerder. Iedereen droeg zwart, met hier en daar een grijs ornament om de boel op te vrolijken. Dat lukte niemand. De zwarte, stenen vloer was nog altijd koud en niemand leek echt zin te hebben in het diner, dat de huiselven hadden klaargemaakt.

Draco wist dat maar een deel van de familie bij hen aan tafel aan komen, omdat het grootste deel in Azkaban zat. Ze hielden altijd een momentje stil om na te denken over de mensen die er niet bij konden zijn – waarbij uiteraard niemand aan Sirius dacht – en die stiltes verziekten vaak de sfeer van hele avond. Er werd weinig gepraat en al helemaal niet gelachen. Cadeautjes waren alleen voor de kinderen, maar zelfs die kregen barweinig. Vaak was het goedkoop prul uit een of ander winkeltje in de Verdonkeremaansteeg.

Dit jaar kreeg Draco twee identieke, duistere spiegels. Als twee mensen ieder een spiegel bezaten, konden ze elkaar altijd zien en altijd met elkaar praten, hoe ver ze ook van elkaar waren. Maar zodra een van de personen overleed, werden beide spiegels zwart. Bovendien konden was de beslissing bindend; zodra je de andere spiegel aan iemand had gegeven, konden ze nooit meer door anderen worden gebruikt.

Draco was doodsbang om de verkeerde beslissing te nemen en de spiegel aan iemand te geven die hem later zou teleurstellen. Bang voor de spijt die zou kunnen volgen, gaf hij de spiegel nooit weg. Jarenlang lag het verborgen tussen kleren in zijn kamer thuis. Hoewel het daar lag als een vergeten cadeau, hield het hem nog jaren bezig. Zelfs als weg was, vroeg hij zich af of hij ooit zo zeker ergens van zou zijn, dat hij de spiegel kon weggeven. Als hij in zijn hart keek, geloofde hij van niet.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen