Foto bij Twelve.

waarschuwing: dit hoofdstuk bevat zelfbeschadiging

Gracie

Harry en ik zwaaiden papa en mama uit en snel liep ik daarna weer naar binnen op de voet gevolgd door Harry. Harry en ik hadden elkaar de laatste 2 dagen compleet genegeerd. Zoals Harry al had gezegd: hij bemoeide zich niet meer met me. Het deed zo ongelooflijk veel pijn. Ik had veel tijd op mijn kamer doorgebracht. Piekeren over wat ik met mijn leven aan moest. Ik wist het niet meer. De toekomst zag er alleen nog maar zwart, grijs en treurig uit. Hopeloos. De pijn leek mijn lichaam steeds weer te overheersen. Eerst kon ik het nog goed negeren, gewoon niet aan de pijn denken. Maar ik was nu bij het punt gekomen dat mijn lichaam zoveel pijn deed dat ik niet anders kon dan eraan denken. Moeizaam liep ik de trap op terwijl Harry van me afweek en de woonkamer binnen liep. Hij gooide de deur met een klap dicht en ik kromp even in elkaar. Ik liep mijn kamer binnen en sloot de deur. Mijn oog viel op de schaar in het midden van mijn kamer. Het fel rode bloed, aan de punt van de schaar staarde me aan en ik slikte even. Langzaam liep ik erop af en pakte de schaar op. Ja, ik had het gedaan. Gisteren en vanochtend. Ik legde mijn hand op mijn linkerarm. De wond voelde ik nog steeds gloeien. Ik plofte op bed neer en beet hard op mijn lip terwijl de ik mouw van m'n shirt weer wat omhoog trok. De pleister die ik erop had geplakt was helemaal rood en langzaam trok ik het ervan af. Meteen begon de wond weer te bloeden en snel legde ik mijn hand erop. Het deed pijn maar op de een of andere manier voelde het goed. Als een soort van opluchting. Ik zuchtte even diep en haalde mijn hand weer van de wond. Hij was aardig diep. Mijn hart klopte in mijn keel en ik keek van de schaar naar de wond en weer terug naar de schaar. Ik kon het nu gewoon afmaken. Het enige wat ik hoefde te doen was de slagader raken. Nog ietsje dieper snijden. Ik was al op de helft. Ik pakte met trillende hand de schaar vast en liet de punt even over de wond glijden. Daarna drukte ik wat harder. Meteen schoten de tranen in mijn ogen door de enorme pijn maar ik moest door van mezelf. Ik kon dit. Nog een keer zette ik de punt van de schaar in de wond, maar alleen dat brandde al als een gek. Bloed droop in een snel tempo over mijn arm. Druppels vielen op mijn dekbed. Opeens hoorde ik voetstappen op de trap. Ik vloekte binnenmonds. Snel gooide ik de schaar onder mijn bed en trok m'n mouw omlaag. Ik beet even op m'n lip van de pijn. Zonder ook maar aan te kloppen, vloog Harry mijn kamer binnen. Ik hield angstvallig m'n adem in. 'Het eten is klaar.' Mompelde hij zonder echt naar mij te kijken. Ik keek onopvallend naar mijn linkerarm. Mijn zwarte trui was nat van het bloed en het leek alleen maar erger te worden. Wat had ik gedaan? Het zweet begon me uit te breken, alle muren leken op mij af te komen. Mijn keel leek te worden dichtgeknepen. Ik moest naar buiten. Frisse lucht, dat had ik nodig. Verward keek ik Harry aan. 'Ik eeh.. Heb niet zo'n honger.. Ik moet weg.' Snel stond ik op en als een gek vluchtte ik langs Harry heen de kamer uit. Met 3 treden tegelijk sprong ik de trappen af. Het benauwde gevoel leek alsmaar erger te worden. Eenmaal buiten zette ik het op een lopen. Ik rende zo snel als mijn benen me konden dragen uit angst dat Harry achter me aan zou komen. Pas na 5 minuten was ik gerust en kon ik pas om me heen kijken. Op dat moment besefte ik waar ik was beland. Met mijn vingers raakte ik even het muurtje aan. Het muurtje waar Harry en ik drie jaar geleden gezoend hadden. 3 jaar geleden, toen alles nog zo onschuldig en lief leek. Tranen verzamelden zich achter mijn ogen, mijn benen begaven het. Opeens was alle energie uit mijn lichaam verdwenen. Ik stond op het punt om te breken. Trillend liet ik me op het gras zakken, de lucht zag en grijs en grauw uit. Net zoals hoe ik me voelde. Net zoals hoe mijn leven eruit zag. Op dat moment vielen de eerste regendruppels naar beneden. Ze belandden op mijn hoofd, neus, benen en armen. Ik keek naar mijn linkerarm, stroopte m'n mouw weer op. Nog steeds droop er bloed uit de wond, het leek niet meer te stoppen. Een luide snik verliet mijn mond, het klonk als een overdovend lawaai in de stilte. Nog een snik volgde en even later huilde ik hartverscheurend. Tranen stroomden als watervalletjes over mijn wangen. De regen spoelde mijn tranen weg, het kwam nu met bakken uit de lucht. Links naast me vormde zich een bloedplasje van de regen die het bloed van mijn arm afspoelde. Huilend zat ik tegen het muurtje aan. Ik zag mijn leven aan me voorbij flitsen. Dit was het dan. Het einde. Tenminste dat hoopte ik, want heel veel langer zou ik het niet vol kunnen houden.


sorry voor dit verschrikkelijk slechte deeltje. volgende wordt beter, i promise

Reageer (2)

  • Bts

    Dit ''deeltje'' is GEWELDIG geschreven! Je moet niet teveel aan jezelf twijfelen.

    1 decennium geleden
  • Hughey

    Niet goed? NIET GOED?! Ammehoela, ik ga hier zowat van m'n stokje; zo goed!
    Dit hele verhaal is gewoon wauw.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen