H66
Happend naar adem ga ik op mijn knieën zitten. Metsa en Aryen liggen vlak naast elkaar, de ene doorboord het hart van de andere, precies hetzelfde wat ik net heb gedaan met mijn vader. Hun ogen kijken elkaar aan, en ik zit vlakbij hun hoofden. Het enigste verschillen tussen de ogen zijn dat ze andere kleuren hebben, en dat het ene paar dood is. Dat weet ik zeker.
Ik breng mijn handen naar mijn mond om niet te gillen.
'Lilith,' fluisterd een mond. Ik kijk niet op, ik blijf naar het dode lichaam kijken.
'Lilith, het spijt me... ' fluistert de nog levende jongen.
'Nee, nee, nee,' piep ik.
'Ik... vergeef me,' fluistert de jongen.
Maar ik luister niet, ik buig me naar voren en haal het zwaard uit Metsa. Bloed druipt uit de wond. Ik aai hem over zijn zwarte harige hoofd, en ik voel tranen uit mijn ogen glijden. De tranen maken mijn beeld mistig, maar ik blijf Metsa scherp en duidelijk zien, hij is echt dood.
Ik voel hoe iemand mijn hand pakt, dat moet Aryen zijn. Hij ligt nog altijd naast Metsa, maar hij is zo vermoeid dat hij nauwelijks kan bewegen.
Ik kijk naar achteren naar Aryen, hij kijkt me smekend aan.
'Het spijt me, vergeef me.' Ik voel hoe hij iets in mijn andere hand schuift, een steen. Een bloed rode edelsteen. Ik voel dat de steen pulsert van energie.
'Als je wilt... je kan hem... redden... ' fluisterd Aryen.
Nu ik de healings steen in mijn hand heb krijg ik door dat ook Aryen gewond is. Hij heeft een grote wond in zijn linker schouder, als ik die niet heal gaat hij dood.
Ik kijk weer naar Metsa, hij is al dood. Ik kan hem niet redden.
Ik moet redden wat er te redden valt...
maar toch.
Een flits van mijn gedachten brengd een herindering terug. Metsa kijkt me liefde vol aan en buigd zich naar voren en geeft me een kus.
Ik schud met mijn hoofd en ik voel koude tranen over mijn wangen gutsen. Ik kan het proberen, misschien is er nog hoop.
Maar... Aryen...
Ik kijk weer naar hem, zijn schouder open gehaalt. Hij kijkt me aan met zijn blauwe ogen. Hij zou me vergeven.
'Ik... ik weet het niet,' fluister ik. 'Het spijt me, wat kan ik doen?' Aryen zegt niets.
Ik sluit mijn ogen en ik haal schokkerig adem. Ik leg tenslotte de steen op Aryen en ik heal hem. Maar vanbinnen voel ik mezelf breken.
Aryen komt overeind. Ik voel hoe hij een arm om me heen slaat en me een kus op mijn voorhoofd geeft. Maar ik kijk hem niet aan, ik kijk naar Metsa, ik blijf naar hem kijken. Dit mag niet gebeuren.
Maar opeens denk ik ergens aan, een belangrijk detail.
Als Metsa dood is... waarom ligt Sorcha daar dan nog? Op de openplek?
Met een ruk kijk ik door de struiken heen naar Blueà, ze is overeind gekomen en naast haar zit nu Diamantar. Hij kijkt haar liefde vol aan. Maar mijn ogen zoeken Sorcha. Ze ligt nog altijd op de zelfde plek. Maar toch ben ik opeens vol hoop.
Als een rijder sterft lost de draak op en komt de zielen steen van de draak los.
Dat zou betekenen dat Sorcha weg moet zijn.
Maar ze is er nog.
Ik duuw Aryen weg en leg mijn hand op Metsa´s hart.
Een zacht onregelmatig gebonk.
Reageer (6)
aryen is nu toch gered
1 decennium geledendan kan ze toch beiden redden