Foto bij H62

Shit, shit, shit! Sorry, sorry, sorry!
Het voelt verschrikkelijk 3 dagen niets te posten! D:
Sorry, sorry, sorry! D:

Ik kijk naar mijn vader bij het horen van de hoge kreet. Maar ik zie dat hij grijns, niets geschreeuw bij hem. Het komt van een andere kant.
Ik kijk nog even naar mijn vader en dan ren ik naar Diamantar. We vliegen de lucht in.
'Wie is gewond?' schreeuw ik naar Diamantar, geen zin om mijn gedachten te gebruiken. Diamantar verstaat me niet, maar heeft wel door wat ik graag wil weten.
'Ik weet het niet, ik weet het niet! mompelt hij verdwaast. Ik hoor lichte paniek in zijn stem. Dit maak ik weinig mee met hem.
'Snel! We moeten er heen. De enigste die konden schreeuwen waren Aryen en Metsa. En onder het gesprek met mijn vader waren zij op hun draken verder gevlogen, weg van de openplek met de kuil, Sisja, Cecile en mijn moeder.
'Aaaaaaaaaaaa!' De schreeuw blijft maar aanhouden. En hij scheld over het bos. Als ik omhoog kijk zie ik de zonne stralen over de bomen vallen van de opkomende zon. Het was een mooi gezicht geweest als ik niet zo in paniek was.
Wie is er gewond?
Wie raak ik kwijt?
Ik wil dit niet!
Ik voel het bekende gevoel van depressi in mijn hart, maar ik geef me niet over aan het gevoel, niet nu. Niet op dit belangrijke moment.
Wooooosh Langs me schiet een zwarte bliksemflits. Mijn vader is achter me aan gekomen. Met grote sprongen rent hij onder me en richt zijn kwaadaardige magie op Diamantar. Ik weet dat hij mij niet kan doden, maar dat kan hij wel met Diamantar. Maar raar genoeg vind ik het erger als hij Diamantar dood dan wanneer ik zou sterven. Hoe kan ik nou leven zonder draak? Diamantar is al mijn hoop.
'We hebben geen tijd om te vechten, een van hun is gewond, en geen van bijden zou de andere sparen! Roep ik uit.
'We moeten wel vechten, je vader zou ons niet met rust laten,' gromt Diamantar. Ik voel dat hij eigenlijk ook liever zou verder vliegen en kijken wie er zo schreeuwde. Hij heeft gelijk. We moeten wel vechten.
'Aaaaaaaaaaaaaaa!' Gilt de schreeuw verder. Maar ik sluit me er vooraf. Ik schud met mijn hoofd en Diamantar ontwijkt een volgende bliksemstraal van mijn vader. De bliksem is zwart en zwarte rook dwarrelt er rond. Pure slechte magie. Niet te overleven.
'Kijk uit! roep ik Diamantar toe als ik zie hoe achter ons de ontweken bliksemstralen weer terug keren naar ons. Diamantar draait zich net op tijd om en vuurt zijn vuur op de bliksem af. De bliksem is weg.
Dan voel ik een klap en onder me begint Diamantar te trillen.
Diamantar is geraakt.
'Ah,' klinkt het zuchtend in mijn hoofd. Dan begint Diamantar te dalen. Hij land zachtjes op een klein onbebost stukje gras onder een hoge donkere boom.
'Diamantar,'fluister ik.
'Gaat het?' Doods bang aai ik over de schubben op zijn hoofd. Ik zie hoe hij me mistig aan kijkt.
'Ik... gaat... wel... slaap.... nodig, dan ik... beter worden... wond... buik... ' Ik voel me ietsjes rustiger, niet al te erg gewond. Gelukkig.
Maar gewond is gewond, en hij is mijn draak dus ik voel me bezorgd. Snel scan ik zijn buik opzoek naar zijn wond. Ik vind hem best snel. Langs zijn rechter vlak zit een donkere wond waar zachtjes bloed uit druipt.
'Ik kan hem genez-' ik wil hem genezen, maar Diamantar laat me niet uitspreken.
'Nee.... vermoord hem... energie nodig.... jij.... ' Dan voel ik hoe hij weg glijd en in slaap valt.
Het ene moment waren we in de lucht en nu ligt mijn draak gewond op de grond. En allemaal binnen een minuut.
'Vechten?' fluistert een stem uitdagend achter me. Ik zie mijn vader uit de schaduw komen. Ik slaak een kreet en we gaan verder waar het eindigde toen ik de gil hoorde.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen