Hoofdstuk 18
Toen ik mijn ogen open deed was iedereen in beweging. De grot werd omgebouwd en iederen was wel met iets bezig. Holtes in de rotsen hakken, met balken slepen, balken neerzetten, proviand naar binnen dragen, van alles opbouwen, het was gewoon een en al drukte. Zoas het er nu uit zag, leek het alsof de grot in verschillende vakken werd verdeeld door constructies van balken met stukken zeil ertussen. In sommige holtes die waren uitgehakt werden vuren aangestoken. Ik zat op de stenen vloer en voelde me vrij nutteloos. Idereen om me heen had iets e doen, en ik had echt geen idee wat ik moest doen. Ik zuchtte en stond op. Idereen negeerde me, dus ik liep de grot uit. Het felle licht van buiten werd gefilterd door de bladeren van de bomen. Helena lag een stukje verderop en ik liep naar haar toe. Zachtjes streelde ik haar over haar kop en leunde tegen haar aan.
'Wij hebben niets te doen he? Het lijkt wel alsof niemand ons heir nodig heeft..'
Haar oog stond begripvl en ze bromde zacht. ''op een dag hebben ze ons nodig'' leek het te zeggen.
'Vast wel.' antwoordde ik en ik gleed naar beneden tot ik op de grond zat. Ik was moe. Ik had verschillende dromen gehad vannacht. Ze waren te verwarrend geweest om te begrijpen. Ze gingen van het "beeld" van Sophie met haar broertje in het volle maanlicht doro het gat in het dak, naar het slagveld die we een aantal dagen geleden overgestoken waren. De bomen leken een slaapliedje te fluisteren met hun onbekende woorden. Ik was bijna in slaap gevallen toen ik voetstappen dichterbij hoorde komen. Ik deed mijn ogen open en zag Ron aan komen.
'Wauw.. heb jij zo weinig te doen dat je maar gaat slapen!?'
'Wat zou ik moeten doen dan? Niemand lijkt mij hier nodig te hebben.' Ik hield mijn hand voor mijn ogen tegen de zon die precies door de bladeren in mijn ogen scheen.
'Met mij Helena naar een plek brengen waar ze niet gezien wordt? eten heb ik hier bij me en een stuk omhoog is nog een grot. Kleiner, maar goed beschut. Iedereen hier wordt een beetje zenuwachtig van haar. Je zou denken dat ze daar wel overheen zouden zijn na een aantal dagen in het donker met haar, maar oke..'
Ik zag er tegenop om weer te moeten lopen, maar ik stoond toch maar op. 'Ach wat, ik heb toch niet veel beters te doen.' ik klopte het gras van mijn jurk en dwong Helena om op te staan. Ze leek er ook geen zin in te hebben vandaag.
Het was heet op de berg. Zelfs onder de bomen. Ik zweette onder mijn jurk en wenste om een rokje met een top. Of nog beter.. een bikini. Ik zag dat Ron het ook warm had. Zijn haar plakte aan zijn voorhoofd en er liepen druppels in zijn nek. De enige die het niet warm leek te hebben was Helena, die waggelde achter ons aan. Ik was blij toen Ron zei dat we er bina waren. Ik zag de grot eerst bijna niet. Ron had gelijk gehad toen hij had gezagd dat de grot goed beschut was. de bosjes en klimop zorgde ervoor dat je de ingang bijna niet zag en door de bomen kon je het kasteel niet eens meer zien.
'Dit moet toch wel goed zijn?'
'Dat lijkt me wel.' Ik draaide mijn rug naar de grot. De berghelling ging steil omlaag. Ik zag nu al tegen de terugweg op. Helena had al door dat dit haar verblijfplaats zou worden, want ze was tegen de rots naast de opening aan het schuren en liep toen naar binnen. ROn stond er ook al naar te kijken en glimlachte naar me toen hij mijn blik ving.
'Ik had niet verwacht dat het zo makkelijk zou gaan.' zei hij. 'Wil je al terug?'
Ik trok een gezicht.
'Dat neem ik maar op als een nee.' grinnikte hij. Toen werd hij weer serieus. 'Ik heb ook nog geen zin om naar beneden te gaan. Het wordt zo serieus. We gaan echt proberen om haar te verdrijven. dat leek altijd een doel ver weg en dat lijkt het nog steeds.' Hij keek me verdrietig aan en ik kon heel even zien wat voor een pijn hij had doorgemaakt de afgelopen jaren.
'Wat is er?'
'Wat moet ik hierna doen Alice? Welk doel heb ik hierna?'
Ik dacht even na 'Hierna ga jij Sophie redden en dan neem je rest en wordt je gelukkig. Daarom gaan wij nu weer even doorzoeken. Heb je de dagboeken bij je?'
Hij klopte op zijn tas 'En ik heb ook nog eten.'
We klommen nog een stuk omhoog om te kijken of er ergens een plek in de zon was. Een stukje boven waar we net stonden waren er geen bomen en groeide er zacht mos. We zakten neer en ik deed mijn ogen dicht. De zon kuste mijn gezicht en ik ontspande me. Zo was het net als vroeger in mijn achtertuin. Een gevoel van heimwee overviel me. Dat was er al lang niet meer geweest, maar op dit moment wou ik niets liever dan terug naar hoe het ooit was. Mijn ouders doemden voor me op, zo echt dat ik ze bijna aan kon raken. Tranen welden op achter mijn oogleden en ik voelde ze langs mijn wangen lopen. Toen ik mijn ogen opendeed was ik bijna teleurgesteld dat ik ons huis niet voor me zag, maar bomen.
'Waarom huil je?' Ron veegde een traan van mijn wang en bestudeerde hem.
'Ik dacht aan thuis.' Ik probeerde de tranen te stoppen, maar ik kon ze niet tegen houden. Ron boog voorover en sloeg zijn armen om me heen. Ik huilde uit op zijn schouder. Ik wou alles terug van vroeger. Het kon me niet schelen of het misschien een leugen was geweest. Ron wiegde me heen en weer en maakte sus geluidjes.
'Ik weet niet wat het ineens is..' snikte ik en ik begroef mijn hoofd nog verder in zijn schouder.
'Het geeft niet. Je hele leven is ineens veranderd zonder verdere uitleg en je geest heeft een soort blokkade opgezet. Je hebt de afgelopen tijd van alles mee gemaakt en spanning gehad en nu kon je je eindelijk even ontspannen. Je geest geeft het ook een keer op Alice. Je kunt niet alles van haar vragen.' Hij wreef over mijn rug.
'Ik ben gewoon zo moe..' wist ik uit te brengen
'Ga dan slapen. We hebben de tijd. Niemand heeft ons nodig beneden.'
'Nee, nee.. we moeten Sophie's dagboeken lezen!'
'Sophie merkt er niets van als wij even rust nemen.' Hij liet me niet los maar ging samen met mij op het mos in de zon liggen. Terwijl de bomen doorgingen met hun slaapliedje dreef ik langzaam weg. Ik voelde nog net dat Ron mij een kus op mijn voorhoofd gaf. Toen wist ik niets meer.
Er zijn nog geen reacties.