Hoofdstuk 9

“Wat is er gebeurd? Waar ben ik?” “Je bent in het bos, je bent tegen een laaghangende tak geknald toen we naar de open plek wilde rijden” “waar is Mabel? En waarom zie ik Daan, Rein en nog iemand? Dat kan toch niet?” “Mabel is veilig, we gaan naar huis en dan leg ik alles uit.” Ik zag vaag dat er iemand bij me neer knielde en me op tilde, hij zei “maak je geen zorgen, wij blijven bij jullie” ik weet niet wat er verder gebeurt is, maar ineens werd ik wakker in mijn eigen bed en hoorde Daan zachtjes zeggen “ze is wakker” daarna hoorde ik voetstappen op de trap en zag ik de deur opengaan, Marjon kwam naar binnen en zei “Cindy je bent wakker, ik dacht je komt nooit meer bij.” “Hoe komt Daan hier? En ik heb zo raar gedroomd” “Daan stond op de open plek met Rein en hoorde mij gillen, ze kwamen op mij afgerend en ik ben met Rein hulp gaan halen, daarna ben ik met Rein, Mabel gaan zoeken en zijn we samen terug gereden. Daan heeft jou in de auto getild en toen heeft een vrouw jullie hier afgezet.” “' maar dan was het geen droom” Rein kwam binnen lopen en gaf me een knuffel “ik ben blij dat alles goed gaat, Marjon? Ik wil je iets vragen.” “Oke” “kom je even mee naar de gang?” Marjon liep met Rein naar de gang en Daan vroeg “Cindy, ik ben heel blij dat alles goed gaat. Wil je mijn meisje zijn?” En hij gaf me een kus op mijn voorhoofd “Je hebt zoveel meiden achter je aan en je kiest mij?” Ja, ik zag je zitten in de kantine bij de manege en ik zie je iedere dag op school rondlopen. Je weet het misschien niet maar ik ben al best wel lang op jou” “om terug te komen op je vraag, natuurlijk wil ik je meisje zijn” Ik wilde net uit bed stappen toen Rein met Marjon de kamer in kwam lopen, “wij moeten maar eens gaan” zeiden Rein en Daan, dan laten we jullie nog even alleen. “Daan, ik heb nog een vraag; hoe kom je aan mijn adres?” “Via een vriend van mij” “wacht dan lopen wij nog even mee naar beneden” zeiden Marjon en ik tegelijk. “is goed, maar wel rustig aan doen deze week hé” zei Daan plagerig “zal ik doen”