O1O.
Het vampierenmeisje kijkt me nu wel diep in de ogen aan, sinds ik haar in de schaduw heb gelegd is ze echt opgeknapt. Als ze wil zou ze me nu zo aan kunnen vallen, ik ben nog steeds in mijn mensengedaante. Maar iets in mij zegt dat zij dat ook niet zou kunnen, net zoals ik haar niet zou kunnen vermoorden. Er is een bepaalde chemie tussen ons, die niemand ooit zal begrijpen. Op het moment begrijp ik het zelf nog niet eens.. Ik merk dat het al wat schemerig begint te worden en ik begin ook nogal honger te krijgen. Maar ik kan het meisje hier niet alleen achtergelaten, ze is nog niet helemaal hersteld en ik ben bang dat ik haar anders nooit meer terug zal zien. Op een of andere manier dwing ik mezelf iets te zeggen, ik heb alleen geen idee wat. Uiteindelijk breng ik toch, half stamelend, iets uit. "Ehm, gaat het weer?" zeg ik dan aarzelend en meteen wil ik mezelf voor mijn hoofd slaat. Een weerwolf die aan een vampier gaat of het wel met haar gaat? Wat is er mis in mijn hoofd? Ik zou haar moeten vermoorden. Maar nee, nee, nee, nee, dat doe ik niet. Ik moet haar vertrouwen voor me winnen, dat is op dit moment het belangrijkste. Op dat moment realiseer ik me weer dat ik de vraag had gesteld, had ze nu al antwoord gegeven? Ik was er totaal niet bij met mijn gedachten. Ik zag dat ze me nog steeds diep in mijn ogen aan keek en uiteindelijk zette ik even al mijn 'wolf-gedachten' uit en deed ik alsof we beide gewoon mensen zouden zijn. Geen vampieren, geen weerwolven, geen vijanden. "Hoe heet je?" Vroeg ik toen, nog steeds met een lichte aarzeling en bibbering in mijn stem. Ze keek me toen met grote ogen aan en zo te zien vond ze het verschrikkelijk raar dat ik het vroeg. Toen ze nog geen antwoord had gegeven besloot ik om mezelf eerst voor te stellen. "Ik ben Seth en jij bent..?"
Er zijn nog geen reacties.