A life abroad 1

Juli
Je hebt er een lange vlucht opzitten. Na dat je een taxi hebt genomen, ben je eindelijk thuis. Nuja, dit wordt je thuis voor het komende jaar.
Je hebt een flatje aan het strand gevonden. Een keukentje met zicht op het strand, een terrasje, een knusse zetel en een gezellig bed. Dit wordt jouw stekje.

Je wordt zachtjes wakker van veel mensen buiten. Je wrijft even in je ogen en kruipt uit bed. Even kijken. Als je door het keukenraam kijkt zie je een eindje verder veel mensen buiten op het strand. Hmm er moet wel iets te doen zijn dan. Je kleedt je aan, neemt een ontbijtreep en loopt het strand op. Als je bij de mensenmassa aankomt, schuif je aan in een rij. Je hoort iedereen speculeren over wie er zal winnen. Je hoort "oooh" en "oeeeee" langs alle kanten maar je kan niet over hen heen kijken. Je hoort iemand zeggen dat het beste goede golven zijn voor een dag als vandaag. De zon schijnt maar het is niet zo warm als anders en er is best veel wind. Een man houdt je tegen. Zonder ticket, kom je er niet in. Je besluit terug te gaan en van bij jou op het strand te kijken, daar moet je het ook kunnen zien. Je installeert je in het zand en ziet surfers de golven nemen. Je valt best op, zo helemaal alleen. Als je merkt dat er een tijdje geen surfers meer het water in gaan ga je terug naar huis. Je maakt een lekker tas thee en zakt weg met een dik boek op het terras.

Ook de volgende dagen ging je telkens weer kijken. Alleen want je had geen ticket en er waren er ook geen meer. Eigenlijk was het best gezellig zo alleen. Geen last van die drukte en je kon alles nog best goed zien. Vandaag zou de laatste dag zijn had je op de radio gehoord. Het beloofde spannend te worden. Nog twee te gaan galmde er door de luidsprekers.