Hoofdstuk 3

Ik ga zitten en vertel over wat ik gezien heb op de manege,
Dat ik eerst dacht dat ik Daan voorbij zag flitsen toen ik op de manege was en dat ik dat er twee jongetjes voor de stal aan het schreeuwen waren, en dat ik dacht dat het de broertjes van Daan waren maar ook dat ik dat raar vond omdat ze met hun broer waren maar dat hij aan het rijden was. Daarna vertelde Marjon mij dat er iemand voorbij liep en dat ze dacht dat het Rein was, “Rein woont in Waalre dat kan toch niet?” Zei ik. “Nee dat dacht ik ook, Maar je zei dat je op de manege was? Heb je een eigen paard?” Vroeg ze, Ik zei dat ik inderdaad een eigen paard had en dat ze Mabel heette. “Dan staat ze naast mijn paard” zei Marjon, “Shariff”.
“Ja, dat klopt. Maar ik vindt het wel heel raar allemaal hoor, eerst Daan op de manege en dan ook nog eens Rein in het dorp. Maar ik moet zo weer gaan, ik was van plan om nog even met Mabel te gaan rijden” “Oh oke, anders wil ik wel meegaan als dat mag, ik moet Sheriff ook nog rijden vandaag”. “Oke, waar heb jij je fiets staan?” “Hier om de hoek”. Samen lopen we naar de fiets van Marjon en rijden we naar de manege.