OO3.
Ik kwam helemaal niks tegen toen ik verder het bos inliep. Geen bedreiging, niks. Ik had zin om te vechten. Of te stoeien, dat soort dingen. Ik had gewoon behoefte aan aandacht. Ik ging in het gras zitten en keek om me heen. Het was hier best wel rustig, en donker. Dan laat ik me naar achter zakken en kijk omhoog naar de lucht. Er is hier nu toch niemand, dus ik kan gewoon glinsteren. Een monster zijn. Zo worden we ook wel genoemd. Ik wou niet meer terug naar huis, ik had daar toch niks te doen. Ik overleef wel in het bos. Elke dag jagen, net zolang slapen als ik wil.. Klonk als de paradijs. Ik had geen vrienden, nooit gehad. Als ik eindelijk èèntje had bleken ze niet te vertrouwen. Ik miste het wel, gewoon om te kunnen lachen. Het is lang geleden dat ik gelachen heb, lol heb gemaakt. Nu bestaat mijn leven uit slapen, school, huiswerk, slapen. That's it. De lucht was helderblauw, met bijna geen wolken. De zon scheen zachtjes, dus ik had er niet veel last van. Maakt het mij uit dat ik glinster. Ik moest wel opletten op de geluiden om me heen, ik bedoel.. Je weet maar nooit. Het was leuk om naar de wolken te kijken, al waren die er bijna niet. Maar ze namen steeds andere vormen aan. Dat was grappig om te zien. Soms vraag ik me af hoe het daarboven is. Wat er is. Ik zal het waarschijnlijk nooit weten, tenzij iemand me zo graag dood wil hebben. Maar ik heb geen contacten met vijanden en ik heb geen vrienden. Dus nergens om bang voor te zijn. Ik lette niet meer op de geluiden om mee heen en sloot mijn ogen even. Even genieten van de vrijheid.
Er zijn nog geen reacties.