Ik keek om me heen. Ik zat midden op een zandweg omringd door bos. Het kwam me bekend voor maar waarvan? Toen ik omdraaide schrok ik. Toen sloeg ik mezelf voor mijn hoofd. Het was een standbeeld wat ik zag, begroeid met mos. "Dit is... waarom komt me dit zo bekend voor?" vraag ik hardop. Ik liet mijn hand over het koude begroeide steen glijden. Dit standbeeld... Waarom voelt het zo belangrijk? Waarom voelt het alsof ik dit eerder heb gezien? Een koude wind gleed langs mijn blote benen. Het leek alsof de wind mij ergens heen wou brengen. Ik negeerde het. Ik moest eerst mijn uniform schoon krijgen. Mensen zullen dingen gaan denken. Wacht eens... School! Als ik heb gebloed moet er op school ook bloed hebben gelegen. Daar kan ik nu niks meer aan doen. Eerst zorgen dat niemand weet dat ik er iets mee te maken heb. Ik volgde het pad tegen de wind in. Op een of andere manier wist ik dat aan die kant de uitgang zou zijn en misschien ook wel mijn huis, het was te proberen. Na een tijdje wandelen stond ik buiten het bos en zag ik inderdaad mijn huis. Maar het stond boven op een berg. Zo ver weg.... Ik begon toch aan de rand van het bos omhoog te lopen. Ik bleef in de schaduwen van de bomen. Als iemand me zo zag wat moest diegene dan wel niet denken. Na een tijdje bereikte ik mijn huis. Mama's auto was weg dus ik wist dat er niemand thuis was. Ik opende de deur en liep dat trap op naar mijn kamer. Ik gooide mijn tas op bed en kleedde me uit. Mijn kleren gingen Moeilijk uit, ze bleven plakken Aan mijn lichaam. Toch lukte het me om mijn blouse en rokje van me los te trekken. Mijn kleuren nam ik mee naar de badkamer en ik legde ze op de grond. Ik keek in de spiegel. Ik zat onder het bloed. Overal.... Zat bloed. Ik bracht mijn hand naar mijn mond. Hoe kon het dat ik rechtop stond? Toen realiseerde ik me. De jongen. Hij had iets gedaan waardoor ik beter werd. Hij heeft me gered. Zonder hem... Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn. Maar niets goeds in ieder geval. Ik liep naar de douche en zette hem aan. Ik liet het water over mij heen glijden. Het water onder me was rood gekleurd. Ik huilde. Het bloed stroomde van me af. Ik waste mijn haren tot ik zeker wist dat er geen spoortje van het rood meer te bekennen was. Ik liet de douche aanstaan en liep de douche uit om mijn kleding op te pakken. Ik nam ze mee in de douche. Ik moest het ergste er nu alvast uit proberen te halen. Ik haalde de douchekop los en richten hem op mijn kleding. Ik rook de ijzeren geur van bloed. Ik pakte snel mijn perzik zeep en verdeelde bijna de helft van de fles over mijn kleding. Rood... Onder mijn voeten. Rood water... Een rilling ging over mij heen. Ik pakte mijn rokje op en klikte de douchekop weer vast. Ik schrobde me mijn handen over het rokje. Het ergste kwam eruit maar het leek alsof ik een rode waas bleef zien. Ik probeerde mijn blouse. Mijn blouse was wit. Deze werd moeilijker. Ik spoelde en spoelde en uiteindelijk.. Leek het te verdwijnen. Alsof iemand kon voelen hoeveel moeite ik met het bloed had en me de pijn wilde besparen, verdween het voor mijn ogen. Ik sloeg een handdoek om en nam de natte kleding in mijn armen mee naar mijn kamer. Daar zag ik langzaam ook mijn bebloede schoenen schoon worden. Ook de rode voetstappen en de vlekken op mijn tas verdwenen. Ik keek vol verbazing. Ik hing mij kleding aan de waslijn in de tuin en liep terug naar binnen, naar mijn kamer. Ik liep nogmaals naar mijn badkamer om in de spiegel te kijken of ik nog wonden kon vinden. Hoe lang ik ook zocht, en ik zocht lang, ik kon niks vinden. "Wat is dit... Niemand zou zomaar wonden of bloed kunnen laten verdwijnen. Of diegene moet over krachten bezitten die dat kunnen doen. Nee, dat kan nooit... Dat is onmogelijk." toch bleef het idee de rest van de dag in mijn hoofd hangen. Mijn moeder belde nog om te zeggen dat ze vanavond niet thuis zou komen en om te vragen hoe ik me voelde. Blijkbaar had school naar haar gebeld om te zeggen dat ik ziek naar huis was gegaan. Ik denk dat mevrouw Pepping me heeft afgemeld. Dat kwam tenminste nog van pas. Ik nam geen avondeten. Ik kon nu gewoon niet eten. Toen ik om 9 uur in mijn kamer kwam legde ik zonder er nog naar te kijken de tekening van vandaag in mijn nachtkastje. Daarna liet ik me op bed vallen en viel ik in slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen