Hoofdstuk 8
Het kon niet waar zijn. Mijn droom betekende niks... Het betekende helemaal niks. "mevrouw Ogino." ik schrok en keek op naar mijn Engelse lerares. "Is mijn les zo oninteressant?" vraagt ze me met sen schelle geïrriteerde stem. "Nee mevrouw, ik heb vannacht nauwelijks kunnen slapen. Ik ben daardoor denk ik wat afgeleid." Mevrouw Pepping zuchtte. "ik zie het dit keer door de vingers maar laat het me niet nog een keer merken." ze keerde me haar rug en schreef meer voorbeeld zinnen op het bord. Ik probeerde mijn aandacht erbij te houden maar langzaam kwamen mijn gedachten telkens uit op Bolin. Mijn ogen schoten naar zijn plek. Hij zat gespannen voorover gebogen. Bolin? Heeft jou droom iets te maken met de mijne? "Chihiro Ogino!" opeens waren alle ogen op mij gericht. Behalve die van Bolin. "Ik ben er nu klaar mee, mevrouw Ogino. Slaap of geen slaap, in mijn les word opgelet. Blijf jij nog maar even na deze les." wat?! Ik wou niet blijven! Ik wou praten met Bolin over vannacht. Ik knikte met tegenzin en bleef in stilte wachten tot de aandacht weer op iets anders gericht zou worden. Na een paar minuten keek niemand meer naar me. Ik had het nu toch al verpest dus ik deed de moeite niet meer om op te letten. Ik liet mijn hoofd in mijn handen vallen. Ik denk dat ik nooit ga oplossen wat dit alles betekent, de dromen en de schim die ik zag. De tekeningen... Toen ik aan de tekeningen dacht stopte mijn hand. Wacht sinds wanneer was mijn hand.. Op mijn tafel lag een tekening. Het was een soort zee met daarop een boot met lichtjes en in de verte zag ik een oud gebouw. En toen zag ik het in mijn herinneringen. Ik voelde de nachtelijke lucht. Ik rook de onbekende geur en ik voelde de ongelofelijke angst. Ik wou weg maar ik kon niet. Het water... Het water hield me tegen. De boot kwam dichterbij. Tot het bijna aan land was. Ik dacht dat de boot zou openen maar toen stopte de herinnering. Ik werd wakker gemaakt door de bel. Uit frustratie sloeg ik mijn vuist op tafel. Ik pakte mijn spullen in en wou de deur uitlopen tot een hand me tegen hield. "Chihiro, kom zitten." ik was nerveus maar ik deed wat ze vroeg. "Chihiro, ik heb gemerkt dat je de afgelopen lessen nog al afwezig was. Is er iets aan de hand? Misschien thuis problemen. Of op school?" dit had ik niet verwacht. Ik verwachte een straf. Niet dat ik over mijn persoonlijke leven moest gaan praten. "Uhm.. Nee mevrouw. Alles gaat prima." "Echt waar Chihiro? Ik merk namelijk dat je punten naar beneden zijn gegaan. Dat is niet iets voor jou. Voor de rest ben je een nog ergere dromer dan eerst geworden." ik slikte. Waarom kon dat mens me niet met rust laten. "Alles gaat goed mevrouw." "mag ik de tekening zien die je hebt gemaakt Chihiro?"ik schrok. Niemand heeft ooit mijn tekeningen gezien. Ja, misschien Seira. Maar de heeft ze ook nooit goed kunnen bekijken. "Waarom wilt u mijn tekening zien mevrouw?" ik wist niet waar ik de zekerheid vandaan haalde om haar vraag met een vraag te beantwoorden. "Tekeningen kunnen soms dingen duidelijk maken over mensen. En ik zie dat je de laatste tijd veel dingen tekent Chihiro." het kon geen kwaad. Ik wist niet eens zelf wat de tekening was dus waarom zou iemand anders het wel kennen. Ik wist dat het een herinnering was maar verder wist ik er niks van. "Oké." ik graaide in mijn tas en haalde nerveus de tekening eruit. Ik gaf hem aan mevrouw Pepping. Ik bekeek haar gezicht grondig voor haar reactie. Eerst kwam er herkenning toen verbaasdheid en daarna keek ze me bedenkelijk aan. "Waar dacht je aan toen je dit tekende?" vraagt mevrouw Pepping nerveus met een trillende stem. Zo heb ik haar nog nooit mee gemaakt normaal is ze heel zelfverzekerd. "Ik weet niet mevrouw. Het kwam gewoon zomaar uit mijn vingers." "weet je niet wat dit is Chihiro?" ze keek me
Met wijd opengesperde ogen aan terwijl ze op het papier met haar vinger wees. "nee mevrouw." Mevrouw Pepping begon zwaar te ademen. "Ooit gehoord van de spirituele wereld Chihiro?" vraagt ze nu kalm. "Het klinkt me wel bekend." "Ben je er ooit geweest?" was ze helemaal gek geworden? Ik kende het van sprookjes! "Mevrouw Pepping, voelt u zich wel goed?" "Toen je er was, heb je toevallig ooit een god gesproken met de naam Kamalijè?" "i-ik... Weet niet waar u het over hebt mevrouw." ze greep me vast aan mijn schouders. "Alsjeblieft als je iets weet zeg het!" ze kneep in mijn schouders. "Au! U doet me pijn. Ik weet niks alstublieft! Ik wou dat ik iets wist maar ik weet het niet. Ik weet helemaal niks!" ik voelde tranen over mijn wangen. Ik rukte me los uit haar greep, greep mij tekening en mijn tas en rende de deur uit waar ik een geschokte mevrouw Pepping achter liet. De tranen stroomden over mijn wangen. Ik moest hier weg! Ik rende en rende. Mijn longen brandden. Ik rende van de trap en struikelde. Ik viel en viel en toen werd mijn lichaam met een klap tot stilte gebracht. Ik voelde geen pijn ik voelde alleen mijn longen die in brand leken te staan. Ik wou niet opstaan ik wou blijven liggen. Ik voelde mezelf steeds verder wegzakken. Na een tijdje voelde ik twee sterke armen om me heen. "Chihiro..." zuchtte de stem. Het was DE stem! Opeens voelde ik drang om wakker te worden. Kom op ogen werk mee! Ik wil zien van wie de stem is verdomme! Opeens voelde ik wind langs me heen gaan. Niet langs me om me heen. Ik was omringd door lucht. Was ik aan het zweven? En waar waren de handen gebleven? Ik raakte in paniek, waar zijn de handen gebleven! Opeens voelde ik dat ik het koud had. Ik begon te trillen. Het voelde alsof ik omlaag ging en de kou werd minder. Maar ik stopte niet met trillen. De twee handen kwamen terug en werden armen die zich om me heen sluiten. In de plaats van koude steken zoals in mijn droom voelde ik warmte in mijn lichaam stromen. Ik voelde mijn kracht terugkomen. Toen opeens verdwenen de handen maar de warmte bleef achter. Nu kon in mijn ogen open doen. Ik zat in het bos op mijn knieën. Ik bekeek mijn kleding. Er zat bloed op. Maar toen ik mezelf onderzocht, zover dat kon, kon ik de bron ervan niet vinden. Maar op een of andere manier wist ik dat het mijn eigen bloed was. Ik wist niet waarom maar de jongen met de stem had me gered. Dat wist ik zeker. Ik wist niet waarom maar opeens begonnen de tranen weer te stromen. Misschien was het door de verwarring, misschien doordat ik niet wist waar ik was. Misschien... miste ik de stem en de armen die net nog bij me waren. Ik legende mijn handen over mijn ogen om ze te bedekken. Ook al was hier niemand die het kon zien. Ik wist niet of de jongen met de stem mij kon horen, maar ik hoopte het. Daarom fluisterde ik zachtjes een dankjewel.
Er zijn nog geen reacties.