Hoofdstuk 24 daan zwierink
Na dat ik Fien gewoon toe lachte, omdat ze heel boos naar Owen keek rende ze weg. Ik vind haar leuk en zei mij ook dat had ze verteld tegen nils, niet dat we verkering hadde. Want we durfden volgens mij alle bij niet. Ik riep haar naar en rende haar achter na. Ik keek in haar kamer daar was ze niet. Ik ging naar Eline's kamer en zag haar daar huilend op bed liggen. Ik ging naast haar zitten. Daan: het komt goed zei kuste hem en hij houd van jouw, het komt goed. En ik gaf haar een kus op haar voor hoofd. Maar is Fien hier? Eline: nee die is hier niet. Owen kwam binnen en ik liep weg Fien zoeken. Ik keek in het hele hotel. In de lift bij het zwembad. In de stad, na 1 uur te gezoekd te hebben kon ik haar niet vinden. In middels moesten we gaan eten. Owen liep naar me toe en zag me zachtjes huilen. Owen: het komt goed ze komt wel boven water. Ik zei dat ik overal heb gezorgd maar haar niet heb gevonden! Owen: ga je mee eten. Daan: nee ik ga haar verder zoeken. Ik liep naar boven. Jaaaaa ze kan op het dak zitten dacht ik en rende naar het dak. En ja daar zag ik haar zitten. Ik liep zachtjes naar haar toe en zei lieverd, wat is er nou. Fien: je snapt het niet he? Daan: ik weet het was fout van me om je toe te lachen maar ik hou van je. Fien: het gaat niet alleen om de reis gewoon om alles. Daan: ja maar ik lachte je niet uit. Fien: daar gaat het nu niet alleen om, ik ben bang dat we gewoon zo uit elkaar gaan. Daan: ja maar ik lachte je niet uit hoor. Fien: jaa je snapt het ook nooit. Fien rende weg. Ik barste in tranen uit.
Er zijn nog geen reacties.