016 Katie Jane Adams
“Zullen we ze bellen?” vraagt Faye de volgende dag. “Nee, we wachten tot morgen met bellen. We kunnen zo wel even smsen zodat ze ons nummer hebben.” zeg ik. “Ook goed.” zegt ze. Ik zoek de broek die ik gister aan had, want daar zit het briefje in. Waar heb ik hem nou neer gelegd? “Faye, waar is de broek die ik gister aan had?” “Geen idee!” roept ze. Ik MOET dat nummer vinden. Anders was dit helemaal voor niks geweest. Ik kijk nog even in de badkamer, en daar ligt de broek inderdaad. Nu het briefje nog vinden. Ik zoek in de zakken, maar het zit er niet in. Ik denk even na. Ik kreeg het briefje, en toen heb ik het in m’n broekzak gestopt, volgens mij. Ik kijk nog een keer goed in de zakken, en vind een briefje. Shit, dit is maar de helft. Hier heb ik dus niks aan. Ik probeer het nummer te bedenken, maar ik heb het niet onthouden. Ik kijk nog even op de raarste plekken, zoals onder het bed, en in de douche, vraag niet waarom, maar ik kan het niet vinden. “Faye, heb jij wel Liam’s nummer?” “Nee, maar de helft! Ik kan de andere helft niet vinden!” Twee helften… Wacht, betekent dat- dat ze gewoon een nummer hebben gegeven? Ik loop naar Faye toe, en pak het briefje van haar af. “Hé wat doe je?” vraagt ze. “We hebben allebei een helft van een nummer, misschien is het bij elkaar een nummer.” zeg ik. “Wow, dat is nog eens een slimme opmerking.” zegt Faye, en ik schiet in de lach. Ik pak even mijn briefje erbij, en leg het tegen elkaar aan. Ik probeer het nummer te ontcijferen, maar het lukt niet. Volgens mij hebben we allebei twee verschillende helften. “Het lukt niet, ze passen niet bij elkaar.” zucht ik. “Wat nu?” vraagt Faye. “Één, we gaan naar hun toe, maar ik weet niet waar ze zijn, dus dat is niet handig. Twee, we zoeken verder naar de twee andere briefjes. Drie, we geven het op en bellen niet, en zitten nog een week voor niks in Londen, nouja, alleen om te shoppen en lol te maken, niet meer voor dat spel.” zeg ik. “Misschien kunnen we beter twee doen..” zegt Faye. Ik knik. “Ja, dat dacht ik ook al, maar ik heb geen idee waar ik het heb gelaten.” zucht ik. “Ik weet het ook niet.” zegt Faye. Ik zoek nog even verder, maar ik vind helemaal niks. Wacht, soms stop ik dingen in m’n iPhone hoesje, misschien heb ik dat deze keer weer gedaan? Ik zoek snel m’n iPhone, maar ja, je raad het al. Ik kan míjn iPhone óók niet vinden. Wat ben ik weer een sukkel. “Faye, heb je m’n iPhone gezien?” roep ik. “Ja, hij ligt hier aan de oplader.” roept ze terug. “Waar ben je?” “In de slaapkamer.” Ik loop naar de slaapkamer toe, en daar ligt inderdaad mijn iPhone aan de oplader. Ik haal snel het hoesje eraf, maar daar zit het ook niet in. “Faye, we moeten denk ik maar voor drie gaan, want ik kan het echt niet vinden.” zucht ik. “Ik ook niet, ik vind het zo dom van ons. We krijgen de nummers van twee beroemde mensen en we raken ze gewoon kwijt.” “Jij hebt dat model nog, dat nummer heb je toch nog wel?” vraag ik. “Ja, díé nog wel.” zucht ze. “Misschien kunnen we beter nog eerst even gaan shoppen voor we verder zoeken.” zeg ik. “Nee, ik sms dat model wel even , of hij wat kan afspreken. Best dom eigenlijk, ik weet z’n naam niet.” zegt Faye. “Tja, dat is je eigen probleem.” zucht ik, en ik zoek nog heel even verder naar het briefje, maar ik vind niks.
Reageer (1)
owh nee, vind het!
1 decennium geledensnel verder!