Nee, het kon niet waar zijn. Niet hij, niet mijn kleine broertje. Ik zat in mijn kamer, huilend en in shock door het bericht wat mijn moeder een dag geleden was komen vertellen. ‘Lisa, we moeten even praten.’ Toen ze het zei voelde ik al dat er iets niet goed zat. Ze kwam naast me zitten op de vensterbank. Daar zat ik de laatste tijd nogal vaak, naar buiten starend, omdat het zo slecht ging met mijn kleine broertje. ‘Marc, hij, hij heeft het niet gered meisje, hij is gestorven.’ Ik zei niks, ik wist dat dit eraan zat te komen. De dokter had zelfs gezegd dat er geen kans meer voor hem was dat hij beter zou worden. Mam begon te huilen. Terwijl ik voor me uit bleef staren, staren naar de mensen die voorbij liepen, die niet net iemand die ze dierbaar waren verloren hadden. Waarom? Het was zo oneerlijk, hij was nog zo jong. Dertien jaar pas, hij had nog een hele leven voor zich. Ik begreep het niet. ‘Mam, nu Marc dood is, ben ik dan eigenlijk nog wel een grote zus? Heeft U dan ook nog wel twee kinderen?’ ‘Lisa, Marc zal altijd je kleine broertje blijven, ook al is hij er nu niet meer, en ik zal altijd trots zeggen dat ik twee kinderen heb.’ Ze was gestopt met huilen. ‘Ik laat je even alleen, oké?’ ‘Ja, ik denk dat ik even tijd nodig heb om het te realiseren.’ Ze liep mijn kamer uit en ik hoorde dat ze weer begon met snikken. Ik stond op en liep langzaam richting mijn deur. Ik deed hem open. Hij piepte. Ik liep naar buiten en bleef in de gang stil staan voor Marc zijn kamer. Er hing een bordje op. ‘Raad het wachtwoord, en je mag naar binnen!’ Veel te raden had ik nu toch niet meer. Ik deed de deur open en liep zijn kamer naar binnen. De kamer was nogal een beetje duf, mam had geprobeerd er zo weinig mogelijk te komen omdat het haar pijn deed om zijn spullen te zien. Ik kwam er best vaak, gewoon om tot rust te komen, om hem dicht bij mij te hebben. Ik ging in zijn bureau stoel zitten. Marc tekende graag, overal aan de muur hingen zijn tekeningen. Eentje vond ik altijd heel speciaal. Hij had hem getekend op mijn verjaardag. Je zag een meisje in het bos, met een vos bij haar. Hij zei altijd: ‘Als je ooit verdwaald raakt, denk dan aan deze tekening, iemand zal je komen helpen.’ Toen betekende het nog niet zoveel voor me, maar sinds dat hij in het ziekenhuis lag wel. Iedere avond ging ik zijn kamer naar binnen, om even naar die tekening te kijken. En nu? Nu zat ik hier te janken als een klein kind, het liefste wou ik bij hem zijn. Maar dat kon ik pap en mam niet aandoen. Ik voelde gewoon dat Marc bij me was. Het gaf me een vertrouwd gevoel. Ik stopte met huilen. Liep naar zijn kamer en deed zijn kleding kast open. Ik pakte al zijn kleren, en bracht ze naar mijn eigen kamer. Ik deed zijn lievelings broek en T-shirt aan. Ook al waren ze me te klein, het maakte me helemaal niks uit. Vanaf dit moment, heette ik Marcella. Lisa was verleden tijd. Nu begreep ik wat die tekening voorstelde. Marc was altijd al de vos geweest die mij kwam helpen als ik verdwaald was. En nu deed ik hetzelfde voor hem. Hij mocht niet vergeten worden.
Reageer (3)
woow, prachtig <3
1 decennium geledenecht heel mooi geschreven..
wauw
Wow deze is echt sprakeloos...
1 decennium geledenTranen in me ogen
1 decennium geleden