003 - Belladonna Lestrange
Na al het heerlijke voedsel wat ik naar binnen had gewerkt, voelde ik me alsof ik kon rollen. Zo opgeblazen als een ballon, leek mijn buik wel. Maar als ik naar beneden keek, kon ik nog gewoon mijn voeten zien. Niks aan de hand dus. Ik had niet meer de tijd gehad om met Luke en Jai te praten, of om kennis te maken met hun oudere broer Beau. Ik voelde me altijd rot, als ik geen weltrusten kon zeggen tegen mensen waar ik mee opschoot. Ooit had ik wel eens gehoord dat mensen soms zonder reden sterven in hun slaap, en ik had een vreemd soort verlatingsangst ontwikkeld daardoor. Of misschien ook door het feit dat ik in een weeshuis was opgegroeid...
Ik werd uit mijn gedachten getrokken door een ruk aan mijn arm. Ik keek verbaasd op naar een lange jongen die me chagrijnig aankeek. 'Ook goedenavond! Lekker gegeten? Ik voel me zo opgeblazen als een plofkip!' Ik grijnsde vriendelijk maar met enige spot naar hem. Toen pas ontdekte ik de klassenoudste-badge op zijn schoolgewaad. 'Geen praatjes, Lestrange. Ik houd je in de gaten. En nu opschieten!' snauwde het joch met een rauwe stem. Hij gaf me een harde dauw richting de ingang van onze vertrekken. Ik draaide me op mijn hakken om. 'Ben jij wel op tijd gaan slapen? Je doet zo chagrijnig. Misschien is het beter als je zometeen gelijk naar bed gaat.' sprak ik met een dood serieus gezicht. Daarna draaide ik me weer sierlijk om en stapte de ruimte in. Ik liep gelijk door naar de slaapzaal en bleef in de deur opening staan. Natuurlijk was er Rosalinda. Maar er waren nog meer meisjes. 3 om precies te zijn. Een donker meisje, een blond meisje en een rood/bruin harig meisje. De laatste zag er wat jonger uit als 11, maar het zou wel goed zitten. Rosalinda zat in haar eentje op een bed, de andere drie zaten met z'n allen op een ander bed, samen. Eerst had niemand door dat ik daar zo stond, tot dat Rosalindaatje het weer moest verpesten. 'Kijk eens wie we daar hebben!' sneerde ze vals en stak haar vinger zo ver uit dat het leek alsof een onzichtbaar iets er aan trok. De meisjes draaiden langzaam hun hoofd. 'Goedenavond. Mag ik mij even voorstellen. Belladonna Lestrange. Nu is Lestrange een naam die vaak veel verbazing en onrust veroorzaakt. Ik moet zeggen dat ik mijn moeder nog nooit heb gezien. Niet dat ik me het kan herinneren in ieder geval.' ik grijnsde naar de meisjes die onzeker naar me staarden. 'Dat was de nette intro.' ik deed een paar stappen de kamer in en sloot de deur achter me. De drie meisjes schoven iets verder naar achteren en keken me wantrouwig aan. 'Ik ben Belladonna, en ik geef geen zak om mijn achternaam. Het is gewoon een vervelend aanhangsel.' En met die woorden liet ik me op een leeg bed ploffen. Ik trapte mijn schoenen uit en vouwde mijn handen achter mijn hoofd. 'En wie zijn jullie?' ik keek vragend opzij naar het trio op het bed naast me. 'Ik bijt niet hoor.' mompelde ik toen ik geen antwoord kreeg. Ik was door de spontane begroeting van de tweeling een beetje vergeten dat de meeste mensen mij liever uit de weg gingen. Zuchtend werkte ik me weer overeind en liep naar mijn koffer. Ik pakte een pyjama en liep zonder iets te zeggen naar de badkamer. Zodra de deur was gesloten hoorde ik stemmen afkeurend mijn naam noemen. Ik was eraan gewend, maar toch was het irritant. Ik had ongelofelijk veel zin om "Ik kan jullie horen!" te roepen. Maar ik hield me dapper in en maakte me klaar voor de nacht. Op blote voeten en met het bundeltje kleren die ik daarstraks nog aanhad in mijn armen stapte ik na een korte tijd weer de kamer in. Het viel weer stil, maar dit maal zaten alle meisjes op een ander bed, hun eigen waarschijnlijk. Mijn bed was het dichtste bij de uitgang. 'Dus, nog steeds bezig met me te negeren. Lukt erg als jullie stil vallen als ik binnen kom.' ik orden mijn kleren op vies en schoon en leg mijn gewaad over de stoel naast mijn bed. Met een onhoorbare zucht kruip ik op mijn bed en laat de gordijnen dichtvallen. Alleen de gordijnen aan de zijkant waar niemand slaapt laat ik open. Ik kruip onder de dekens en langzaam beginnen de meisjes weer te praten. Het gaat over koetjes en kalfjes en "of ze ook zo'n zin hebben in morgen". Na enige tijd val ik in een rusteloze slaap.
Reageer (1)
snel verder
1 decennium geleden