Olismaug - Deel vijf
Het was laat ‘s avonds toen Charlie besloot dat het tijd was om naar bed te gaan. Terwijl hij wat schone lakens zocht voor Percy, die vanwege de onverwachte gebeurtenissen zou blijven slapen, maakte hij een plagerige opmerking over het feit dat Olismaug de nacht nu in zijn eentje onder de sterrenhemel zou moeten doorbrengen, en of het dier geen gezelschap nodig zou hebben. Hij was een beetje geschokt toen Percy zijn voorstel serieus nam en leek te overwegen om met zijn dekens bij de draak te gaan liggen.
Uiteindelijk sliep de draak toch gewoon buiten en Percy in een van de lege bedden van de drakenvangers die in Beius verbleven. Toen Charlie midden in de nacht opstond om een glas water te halen, viel hem echter wel op dat de tentwand naast Percy’s bed verrassend ver naar binnen boog, en dat er een staartpuntje onder het doek door naar binnen stak. Hij maakte zich even zorgen over de sterkte van de tent, die er niet op was gebouwd dat hij door draken als kussen werd gebruikt; dat duurde vijf hele seconden, tot hij besefte dat het eigenlijk nog veel te vroeg was om zich ergens zorgen over te maken en weer ging slapen.
De volgende ochtend stond de tent hoe dan ook nog gewoon, dus blijkbaar was het gevaar sowieso niet zo groot geweest. Percy en het staartpuntje waren binnen nergens meer te bekennen, dus kleedde Charlie zich aan en ging buiten kijken. Wat hij daar vond verraste hem bijna net zo veel als de scène die hij een dag eerder had aangetroffen.
“Wat ben je aan het doen?”
Percy liet net de bal die Olismaug voor hem neer had gelegd een stuk omhoog zweven. “Ik zorg dat hij beweging krijgt. Je zei gisteren toch dat draken dat nodig hadden?”
“Dat klopt, maar ik had het over jagen of vliegen, niet... dit.”
Percy haalde zijn schouders op. “Hij vliegt af en toe stukjes.”
“Achter een bal aan?”
“Ja.” Percy maakte een beweging alsof hij zijn toverstok wilde weggooien. De bal vloog hoog de lucht in, en Olismaug, die het ding de hele tijd al nauwlettend in de gaten had gehouden, volgde zo snel hij kon. “Hij houdt van apporteren,” merkte Percy op. Het duurde niet lang voor Olismaug volkomen uit zicht was verdwenen, ergens tussen de bomen tientallen meters verderop.
“Hij houdt van apporteren,” herhaalde Charlie, stomverbaasd - voor de zoveelste keer binnen vierentwintig uur. Hij begon het idee te krijgen dat het nog wel even zo door zou blijven gaan. “Hoe heb je dat in Merlins naam uitgevonden?”
“Ik was vanochtend op zoek naar een mok voor koffie. Ik kwam er eentje tegen met het logo van Puddlemere United.”
“En het is logisch om daarbij aan apporteren te denken omdat…”
“Uiteindelijk is dat toch gewoon het hele punt van Quidditch?”
Charlie was daar graag tegenin gegaan, maar zelfs op zijn beste dagen vond hij discussies met Percy al vreselijk uitputtend, dus hij vermoedde dat hij nu nauwelijks een goed argument zou kunnen formuleren. Het viel hem op dat Olismaug wel erg lang wegbleef. “Zou hij langzamerhand niet terug moeten zijn?”
Percy tuurde naar de lucht, waarvan door de bomen die hun kleine open plekje omringden niet erg veel te zien viel. “Eigenlijk wel, ja.”
“Misschien moeten we even gaan kijken.” Percy wierp hem een blik toe die leek te insinueren dat hij iets wist dat Charlie ontging. “Wat?”
“Je maakt je zorgen om Oliver. Je doet steeds alsof je de stoere, doorgewinterde drakenvanger bent, die het allemaal niets kan schelen en die wel weet dat draken alleen maar gemene beesten zijn. Dat is helemaal niet waar.”
Charlie haalde zo onverschillig mogelijk zijn schouders op. “Jij schijnt nogal aan hem gehecht te zijn, dus heb ik niet echt een andere keus.”
Percy schudde lachend zijn hoofd. “Onzin.”
Charlie fronste en beende het bos in. Hij probeerde niet te letten op Percy’s wetende glimlach.
Reageer (3)
Tuurlijk houd charlie van draken, hij is niet voor niets drakenvanger geworden
6 jaar geleden*knuffelt* Snel verder, dit is een awesome verhaal
1 decennium geledenEcht een geweldige mini story.
1 decennium geleden