Hoofdstuk 17
Dit is ook geschreven door mij c:
Enjoii cc:
Scarlett Serenity Genesis Griffiths. P.O.V
Ik keek hem even beduusd na. Ik had nog steeds geen idee wat hij telkens van me moest. Sinds het vierde jaar had ik ineens zijn aandacht, ik zag vanuit mijn ooghoeken een aantal meisjes jaloers in mijn richting kijken. Ik beet op mijn onderlip en klapte het kleine boekje dicht. Zorgvuldig borg ik het op in mijn tas en sloeg deze weer over mijn schouder, zonder wat te eten liep ik de Great Hall uit. Voorzichtig haalde ik het papiertje uit de zak van mijn gewaad waar mijn rooster op stond. Als eerste had ik Verweer tegen Zwarte Kunsten van Snape. Dat ging leuk worden, ik mocht hem niet en hij mocht mij niet. Altijd stelde hij uitgerekend mij een vraag waar ik geen ja of nee op kon antwoorden. En omdat ik mijn lippen dan stijf op elkaar perste gingen er altijd 10 punten van Slytherin af. Die er later in de les meestal wel weer bijkwamen, maar alsnog. Er begon zich een theorie in mijn hoofd te vormen terwijl ik verder liep naar het lokaal. Wat nou als hij mij die vragen stelde om me te laten praten? Om me te helpen mijn stem weer door de gangen van Hogwarts te laten klinken. Voorzichtig beet ik op mijn lichtrode onderlip, de gedachte van een vriendelijke en behulpzame Snape liet een rilling door mijn ruggengraat gaan. Dan nog liever de versie waarin hij een hekel aan me heeft. In het lokaal rook het zoals altijd muf, naar angstzweet omdat bijna iedereen Snape griezelig vond. Ik zette mijn tas neer en zwaaide even snel naar Ron, Harry en Hermione die aan de andere kant van het lokaal zaten. In tegenstelling tot anderen vonden zij het niet erg dat ik niet praatten, meestal stelden ze gewoon ja of nee vragen en als ze hun vraag niet konden formuleren in zo’n soort vraag schreven ze het op een stuk perkament, waarna ik mijn antwoord er onder krabbelden. Ondanks dat ik in hun rivalen afdeling zat behandelden ze me als een van hen. Ik vond het fijn als ik bij hen was, in de voorgaande zomervakantie was ik een midweek bij hun verbleven in het Nest. Het was de leukste week van mijn leven geweest. Zuchtend streek ik over mijn gezicht, en bande ik die gedachten naar een uithoek van mijn hersenen zodat mijn gezicht weer ondergedompeld werd in een masker waar niks op af te lezen stond. Ik pakte mijn boeken uit mijn tas, samen met een stuk perkament en een veer met een potje inkt. Voorzichtig ging ik met mijn tengere pianovingers langs de grijze veren van mijn schrijfgerei. Het voelde zacht aan over de lelieblanke huid van mijn vingers. Ik draaide de dop van mijn potje inkt en zette mijn veer er alvast voorzichtig in. Ik rolde het stuk perkament op mijn tafel uit en legde het boek op de bovenkant zodat hij niet terug sprong. Ik leunde met mijn hoofd in mijn handen en keek naar de muur tegenover mij. Langzaamaan druppelden de andere leerlingen binnen die een plekje opzochten, meestal zat er niemand naast me. Een hele enkele keer kwam iemand met zichtbare tegenzin naast me zitten als hij of zij te laat was en er nergens meer een andere plek was. Het was naast mij, of naast iemand uit een andere afdeling. En dan was de keuze snel gemaakt. Slytherin is niet een afdeling die bij anderen uit andere afdelingen gaat zitten, had ik nu wel begrepen. Ik haalde mijn hoofd uit mijn handen en ging even met mijn hand door mijn blonde, golvende haren. Nu maar hopen dat de les snel ging beginnen.
Er zijn nog geen reacties.