Mijn laatste dagen gekleurd met herfsttinten

      De bladeren laat ik door mijn vingers glippen en de kou die het afgeeft trekt in mijn vingers. Ik vind het niet erg, ik wil de natuurlijke kou nog een paar laatste keren voelen. Het is nog niet ijzig koud, dat komt pas in de winter, dit is meer een soort gure kou.
De dokter heeft gezegd dat dit mijn laatste herfst zal zijn, als die al tot zijn einde komt voordat ik aan mijn einde kom. Dat is slechts een afwachting die ik niet kan voorspellen, niet wil voorspellen, want anders zouden de dagen somberder zijn en niet gekleurd worden door de herfsttinten. Mijn handen zijn licht doorschijnend en hebben amper nog hun krachten, maar het maakt niets meer uit. Ik heb er vrede mee. Ik help mezelf er niets mee als ik erover zou sikkeneurig zitten doen, dat zou alleen maar leiden tot vragen aan mezelf en aan mezelf als ik er niet meer ben. Er niet meer zijn klinkt vrediger, rustgevender dan dood. Want dat is waar het uiteindelijk allemaal toe leidt. De bladeren hier op de grond aan de rand van het bos zijn ook dood en hetzelfde lot staat mij te wachten. Er komt een moment, snel genoeg, dat ik het gevoel zal delen. Ik ben niet bang.
      De herfst is mijn favoriete seizoen, het probeert je te pakken met zijn grijpgrage handjes en je te vervullen met een voorspellende kou in afwachting op de winter. Daarbij komt wel dat het twijfelachtiger wordt. En met het bedoel ik eigenlijk alles. Warm aankleden, zomerjas of winterjas? Een paraplu mee of toch thuis laten? Gewoon simpele vragen, simpele keuzes. Niets moet, alles mag. En wanneer je daar dan over nadenkt dan zeg je misschien wel tegen jezelf, konden alle dingen maar zo simpel zijn! Fout gedacht. Dingen zijn nou eenmaal niet altijd simpel, en juist door de moeilijkere dingen gaat een mens ergens over nadenken. Ook wordt het twijfelachtiger hoeveel dagen ik nog heb. Een minuut, een uur, een dag? Nee, zo snel nog niet. Ik heb nog een aantal dingen te doen voordat ik ga. Voordat ik niet meer uit materie besta maar slechts een fantoom ben in iemands gedachten. Als ik al een fantoom voor iemand ben. Er zijn meerdere betekenissen voor het woord fantoom. Hersenschim, spook, droombeeld. Te zien aan mijn doorzichtige handen en ingevallen wangen zou spook betrekking op mij hebben, maar zelf zou ik iemands droombeeld willen zijn. Dat is een ding dat ik wil waarmaken voordat ik ga. Misschien onmogelijk, maar wel een houvast. Ieder mens heeft in het leven een houvast nodig, het is niet erg om dat toe te geven. Niets is erg meer, zorgen maken heeft geen zin. Uiteraard geldt dat niet voor veel mensen, maar voor mensen zoals ik. Die weten dat het nu de tijd is om dingen waar te maken. Er zijn zeker dingen die ik graag had willen doen, en die nu niet meer mogelijk zijn. Ik zou graag willen rennen door het bos, het bos is er, ik ben er, maar de kracht om überhaupt te lopen is er niet meer. Ik ben gekluisterd aan mijn rolstoel die me gelukkig nog op enkele plaatsen kan brengen en als iets me lukt, om ergens te komen, om iets te verwezenlijken... Dat zijn gewoon van dat soort zorgeloze momenten waarop je gewoon gelukkig bent zonder aan iets anders te denken. Maar zelfs al houd ik soms nog zo lang de schijn op dat het allemaal prima met me gaat, is dat niet zo. Niet altijd, meestal niet, bijna nooit. Lichamelijk tenminste. Een hoofdpijn die er gedurende de rest van mijn leven er waarschijnlijk is, of de misselijkheid die ik krijg na een behandeling. Er zijn ook plaatsen waar ik kom, maar ik liever niet wil zijn. Zoals in het ziekenhuis, daar is het grootste gedeelte alleen maar slecht nieuws. Arm gebroken, spier gescheurd, een doodvonnis. Ik ben wel elke keer gegaan, gewoon omdat ik niet op wil geven op mezelf. Dat zou namelijk zijn alsof ik er tevreden mee ben dat ik zal sterven, maar dat ben ik niet.
Het verschil zit het hem in het tevreden zijn en accepteren. Ik accepteer het, maar verafschuw het tegelijkertijd. In het begin vroeg ik mezelf opnieuw en opnieuw weer af, waarom ik? Waarom is dit lot mij toebedeeld? Maar al gauw had ik in de gaten dat het er niet om gaat welk lot je toebedeeld krijgt, maar hoe je het aanpakt. In mijn geval ging het eraan toe als een typische rebel die uiteindelijk realiseert dat ze het maar beter kan accepteren. Eerst ontkennend, dan opstandig, daarna een scheur in de verdediging en uiteindelijk overgegeven. Het ontkennen vormde zich in gewoon naar school gaan als ik me misselijk voelde na een behandeling, het opstandige kwam toen ik helemaal kaal naar school ging. Anderen raakten er gechoqueerd door en misschien was dat wel precies wat ik wilde, toen in ieder geval. Dat mensen zouden zien dat ik me niet zou laten tegenhouden. Net zoals de herfst en de vallende bladeren, het liefst zou je willen dat de bomen hun mooie bladeren zouden houden, maar je kunt het niet tegenhouden. Het is gewoon iets wat je moet accepteren. De herfst en mijn leven staan vaak gelijk aan elkaar. Beiden verliezen we onze bladen. Alleen is het in mijn geval mijn haar, lange bruine haren waar ik al die tijd dat het zo lang was heel erg trots op ben geweest. Toen het eenmaal begon met uitvallen ben ik gelijk naar de kapper gegaan en heb mijn haar laten afknippen. Zodat het gedoneerd kon worden aan een stichting waar ze pruiken konden laten maken voor kinderen met kanker. Kinderen zoals ik. Zelfs heb ik nooit de moeite genomen om zo'n ding aan te schaffen. Het past niet bij me en het zou slechts een klein detail van mijn ziekte verhullen, want de ingevallen wangen, doorschijnende huid en magerheid zijn niet te verbergen. De kou krijgt me ondertussen steeds meer in zijn greep en ik geef me maar al te graag over aan deze kou, want straks dan zal het niet de kou van buiten zijn die ervoor zorgt dat ik kou ben, maar de kou van binnen omdat er geen bloed meer stroomt.
      Er zijn een heleboel dingen die ik ga missen als ik weg ben. Dingen zoals de warmte op mijn hoofd van een herfstzonnetje, of de schoonheid van de natuur die verborgen gaat onder een heel dik pak sneeuw. De sneeuw, die zal ik niet meer meemaken, als het al gaat sneeuwen dit jaar. Boeken, ook iets wat ik ga missen. Om het papier onder mijn vingers te voelen als ik een bladzijde om sla. Tranen die ik vergiet als ik me weer eens laat meeslepen in een verhaal. Of schrijven aan mijn eigen verhaal. Het laatste hoofdstuk wacht al een tijd op me om afgeschreven te worden. Maar dat moment stel ik nog graag even uit, want het is ook zo'n ding dat me houvast geeft. Alsof ik nog niet weg kan zolang het boek nog niet af is. Toevallig gaat dat boek ook over de herfst, want van de herfst krijg ik inspiratie.
      In mijn gevoel brengt de herfst dingen en neemt de herfst dingen van je af. Het brengt ons gevallen bladeren en een inleiding tot de echte kou van de winter. En mijn inspiratie. Maar het neemt de bladeren af van de bomen, en laat de zonnige zomer verdwijnen, en uiteindelijk ook mij laat verdwijnen. Want dit is mijn laatste seizoen, het laatste seizoen van mijn leven hier op aarde in dit lichaam. De reden waarom ik zeg in dit lichaam is omdat ik geloof dat ik straks tussen de sterren aan de hemel sta. Een wijs man vertelde me vroeger een keer een verhaal nadat mijn opa was overleden. De tranen stroomden toen over mijn wangen, maar ze werden gedroogd toen de wijze man vertelde dat opa er nog steeds was. Alleen dan in een andere vorm. Ook zoiets wat je houvast geeft. Die wijze man is mijn vader. Ik voel ineens een deken van warmte om me, en niet door de aanwezigheid van mijn vader in mijn gedachten, maar omdat mijn vader daadwerkelijk een deken om mijn schouders legt. Hij vraagt of ik mee naar binnen kom, dat hij me nog even niet wil verliezen aan de kou, maar dat dat later wel mag. Ik glimlach en kijk even naar hem. Hij heeft het ook geaccepteerd dat ik er straks niet meer ben. Dat hebben wij allemaal thuis, want dat is de enige manier om door te kunnen gaan. De rolstoel komt in beweging en ik fluister nog een paar laatste woorden tegen de herfst. Woorden zoals tot morgen herfst, dan zal ik hier weer zitten en onze levens vergelijken. We hebben beiden iets dat geaccepteerd moet worden. Jij dat je bladeren meeneemt van de bomen en onze aarde reinigt met je regen, en ik dat ik straks word meegenomen en zal terugkomen als een ster aan de hemel. Ik zie de glimlach op mijn vader's gezicht en glimlach terug naar hem. Mijn tijd komt snel, maar ik ben niet bang.

Reageer (7)

  • Miesmuizer

    Zo mooi dit, Ik heb er eigenlijk geen woorden voor...

    1 decennium geleden
  • Vanparys

    GO JAIMSTEEEEEEEEEER!

    Ik kreeg tranen in mijn ogen... :/ Vannacht is de vader van één van mijn vrienden overleden aan kanker en bijna iedereen die hem kende was er depressief van...

    1 decennium geleden
  • Lootus

    MISSCHIEN MOET JE IS NIET KOPPIG DIE ? Hahah :) maar je weet al eat ik van je verhaaltje vindt <3

    1 decennium geleden
  • Jaimes

    Iedereen, echt hartstikke dank voor jullie reacties. Het betekent gewoon zo veel voor me dat er mensen zijn die het waarderen.

    1 decennium geleden
  • Manibus

    ik val nu echt even stil, ik heb echt veel respect voor dit verhaal, ik vind de vergelijking echt heel mooi. Ik zal nu elke keer als ik herfstbladeren zie, ff aan dit verhaal denken

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen