Hoofdstuk 2

Ik kwam hijgend en zuchtend aan bij Bianca. Ze had me al zien fietsen dus stond ze buiten op me te wachten.
‘Zo wat is er met jou gebeurd?’ Vroeg ze. ‘Ik had je toch laats gevraagd of ik altijd langs kan komen in moeilijke tijden.’
‘Ja dat klopt, maar is dit een moeilijke tijd?’ ‘Nou voor mij wel.’
‘Zullen we dan maar naar binnen lopen en dan leg je het binnen uit.’ ‘Is goed, zijn je ouders thuis?’ ‘Ja maar is dat een probleem?’ ‘Euhm ja een beetje.’ ‘Als hun het horen gaan ze mijn ouders achterna.’ ‘Laten we dan maar naar boven gaan.’
Bianca ging op haar bed zitten en ik kwam er naast zitten. Ik begin te vertellen en zei: ‘toen jullie bij me logeerde kwam mijn vader binnen en moest iets ernstig met me bespreken.’ ‘Toen jullie weg waren haalde mijn moeder me op om beneden te praten.’ ‘We zaten aan tafel en ze begonnen net te praten en toen liep ik weg, naar jou.’
‘Maar weet je wel wat ze willen zeggen?’ Vroeg Bianca.
‘Ja dat kun je wel raden.’ Ik kreeg vochtige ogen. Bianca sloeg een arm om me heen en zei: ‘ik durf te wedden dat het allemaal wel weer goed komt.’
Op dat moment kwam de moeder van Bianca naar boven om te zeggen dat het eten klaar was. Bianca en ik liepen naar beneden.
De moeder van Bianca was blij me te zien en was helemaal hyper geworden. Ze vroeg hoe laat ik thuis moest zijn maar ik zei: ‘van mijn moeder mag ik hier zo lang logeren als het kan. Als het van jullie ook mag.’ ‘ja natuurlijk mag dat, we hebben toch geen last van jullie.’
Nadat ik 4 nachten bij ze heb geslapen merkte ik dat Bianca er een beetje genoeg van kreeg. Ik liep naar haar toe en vroeg of ik weg moest gaan. Ze zei: ‘als je wil blijven mag dat hoor, maar ik ben heel moe en denk dat ik het niet zo lang meer vol hou.’ ‘ nee ik pak mijn tas zo in en ga wel naar Luna.’
Ik ren naar boven, pak mijn tas en, ren naar beneden en rende de deur uit tot ik 4 straten verder was.
Ik liep rustig uitgeput over de stoep totdat ik tegen een jongen aan liep. Een hele knappe jongen. Mijn tas viel op de grond maar toen ik hem wilde pakken had die hele knappe jongen mijn tas al opgepakt. Hij gaf mijn tas aan mij en vroeg hoe ik heette. Ik zei: ‘ik heet Delilah, en jij?’ ‘ik heet Eli. Zit jij op de “voices of Hollywood” ?’
‘Ja daar zit ik op.’ ‘Oké na de vakantie ga ik daar ook heen. Misschien komen we wel bij elkaar in de klas.’ Zei hij heel vrolijk.
Hij zei: ‘ik zag dat je je haastte dus ga ik maar naar huis.’ ‘nee ik haastte me niet ikke euhm was gewoon even aan het rennen.’ ‘Oké, misschien wil je een keer mee naar de film ofzo?’ ‘ja lijkt me leuk. Morgen om 9 uur hier?’ ‘ja is goed hier is mijn nummer: 0672536195.’ ‘dankje, dan zie ik je morgen.’