Hoofdstuk 2 - De Eerste Schooldag
Farron sloeg hard met zijn vuisten tegen een boksbal. Hij baalde nog steeds van het feit dat hij zichzelf zo verraden had in het kantoor van meneer Bos. Morgen zou zijn eerste schooldag beginnen. Farron schreeuwde hard terwijl hij tegen de boksbal sloeg.
Het verhaal dat hij tegen meneer Bos had verteld was bijna helemaal waar. Hij wilde vrijwillig naar Japan om de kunst van de ninjavechtkunst, oftewel ninjitsu, te leren. Zijn sensai was een goede vriend van zijn ouders, dus daarom hadden ze hem laten gaan. Zelf hadden zijn ouders nooit iets met die vechtkunst te maken gehad. In Japan heeft hij nooit echt goede scholing gehad. Zijn sensai probeerde hem naast de training wat kneepjes bij te leren van wiskunde en taal. De eerste jaren deed hij nooit zoveel aan training, het waren meer oefeningen in snelheid. Later rond zijn negende jaar begon hij met wapens te werken. Zoveel ervaring had hij dus nog niet, vond hij.
Plotseling hoorde Farron een geluid. De deur van de kelder ging open en Farrons moeder kwam binnen. Ze keek om zich heen en zag niemand.
'Farron, ik ben het! Je hoeft je niet te verstoppen!' Het bleef even stil en plotseling landde Farron voor haar op de grond. Ze keek naar boven, vervolgens naar Farron en weer terug.
'Sorry, mam.' Zei Farron.
'Heb je serieus die boksbal ook stilgezet?' Vroeg zijn moeder lachend. Farron keek naar links en zag dat de boksbal, waar hij net nog zo hard tegen geslagen had, stilstond.
'Het is een tic.' Zei Farron schouderophalend. Zijn sensai had hem altijd geleerd om nooit zomaar weg te rennen. Zet bewegende objecten stil en zorg ervoor dat zoveel mogelijk stond zoals het eerst stond. Daarom is het observeren ook zo belangrijk, dan onthoudt je dat sneller en beter.
'Kom je boven even wat met ons drinken? Gezellig voor de televisie?' Farron knikte. 'Mooi zo, dan kom je je hol ook weer eens uit.' Ze liep weg en sloot de deur weer achter zich.
''zijn hol'' zo noemde zijn moeder de kelder steeds. Farron keek om zich heen. De kelder stond vol met trainingstoestellen en matten, Farron mocht geen achterstand krijgen en moest blijven trainen, vond hij. Helaas dachten zijn vader en moeder er anders over. Zijn sensai wilde er niets over zeggen: het is Farrons eigen keuze, zolang het maar de verstandigste is.
De volgende dag kwam Farron 's ochtends vroeg aan bij zijn nieuwe school. Hij had het eerste uur les.
Zuchtend deed hij zijn fiets op slot en sjokte met zijn handen in zijn zakken naar de school. Zodra hij de deur open deed kwam hij in een gang vol met kluisjes. Hij liep naar kluisnummer 183 en deed hem open. De binnenkant zat volgeplakt met stickers, blijkbaar hoorde dat zo. Farron bestudeerde de stickers en zag dat het plaatjes van sporters waren. Hij stopte zijn jas en zijn boeken erin die hij de eerste drie uur niet nodig had. Hij herrinerde zich dat hij wiskunde had en liep naar de wiskundeles toe. Het viel hem op dat het uitgestorven was in de school, dit was vreemd als hij keek naar de vele kluisjes die er waren. Hij had onthouden dat hij naar lokaal 211 moest en had het al snel gevonden. Vlug keek hij even door het raampje en zag dat er een volle klas in zat, zo pakweg 26 leerlingen van zijn leeftijd. Een oudere man met grijs haar en een brilletje gaf les. Hij had een vriendelijk gezicht.
Voor het eerst in een jaar begon Farron te twijfelen. Hij haatte dat gevoel. Wat moest hij gaan doen? Wachten tot deze kinderen klaar waren? Meteen binnenlopen? Besluiteloos stond hij voor de deur, totdat hij merkte dat er een paar kinderen naar hem keken. Snel dook hij weg in het beste hoekje dat hij zo snel kon vinden en hield zich doodstil. De deur van het lokaal ging open en hij zag de leraar naar buiten komen. De leraar keek om zich heen en zag toen pas Farron staan.
'Farron! Ik had je bijna over het hoofd gezien! Wat is dat toch een donker plekje,' zei hij vriendelijk. 'Mijn naam is meneer Maas.' Hij stak zijn hand uit en Farron schudde hem. Farron herkende de naam, voor zijn neus stond zijn nieuwe mentor. 'Je bent wat laat, Farron,' ging meneer Maas verder. 'Kom binnen, dan stel ik je even voor aan je nieuwe klas. Of vind je het allemaal wat lastig?'
Blijkbaar heeft hij dus zijn dossier gelezen, dacht Farron. Hij weet waarschijnlijk precies wat de situatie van hem is. Het is een vreemd gevoel dat al zijn informatie voor iedereen zichtbaar is.
'Ik vind het niet zo lastig, meneer Maas.' Zei Farron beleefd.
'Dat dacht ik even,' antwoordde meneer Maas. 'Je dook zo snel weg toen je doorhad dat er kinderen naar je keken.' Beschaamd keek Farron naar de grond. Meneer Maas lachte vriendelijk en wenkte hem. Hij deed de klasdeur open en liep naar binnen met Farron achter zich aan.
'Mag ik even jullie aandacht.' Riep meneer Maas. De kinderen stopten met hun werk en gesprekken en keken allemaal naar Farron. Een ongemakkelijk gevoel bekroop Farron en hij keek vlug geïnterresseerd uit het raam. 'Dit is Farron, jullie nieuwe klasgenoot waar ik jullie al over had verteld,' meneer Maas keek Farron aan en ging verder met zijn verhaal. 'Farron is 15 jaar en is op zijn vijfde verhuisd naar Japan om bij zijn oom te wonen. Nu is hij weer terug in Nederland om een goede scholing te krijgen. Farron is natuurlijk niet zo heel goed gewend aan deze cultuur en ik vroeg mij af of iemand hem wilde helpen om de weg een beetje te vinden in de school.' Een paar jongens keken elkaar aan. Ze hadden een beetje een stoere uitstraling. Één van de jongens stak hun hand op.
'Ah, Reymond dat is behulpzaam van je,' meneer Maas draaide zich naar Farron. 'Hij zal je de komende dagen helpen, je kan wel even een tafeltje aanschuiven om naast hem te kunnen zitten.' Farron knikte en het geroezemoes in de klas begon weer. Hij liep doelgericht naar een tafeltje en schoof het naast die van Reymond.
'Farron, zo heet je toch?' vroeg Reymond met zijn stoere stem. 'Een naam die ik niet vaker heb gehoord.' Zijn vrienden naast en achter hem luisterden aandachtig mee. Farron knikte. 'Een reis naar Japan! Dat moet wel supercool zijn geweest!' Farron knikte weer en sloeg toen zijn schoolboeken open.
'Wat moeten we maken voor wiskunde?' Vroeg Farron. Het leek even alsof Reymond een andere gezichtsuitdrukking kreeg, maar dat kon schijn zijn.
'30 tot en met 40' Zei hij en Farron begon met lezen.
Reageer (1)
een paaar kleine foutes maar dat kan gebeuren snellll dooor ::DDDD
1 decennium geledenvechteeen i lovveee itt
xxxxxx