23 # Wrong Aid
'Je hebt mijn hulp nodig', herhaalt hij mijn woorden langzaam. Ongewillig krullen mijn mondhoeken omhoog.
'Vanwaar de glimlach?' vraagt hij nieuwsgierig.
'Je accent.' Zijn wenkbrauwen schieten omhoog.
'Je bent de eerste die het grappig vindt.' Ik schud mijn hoofd.
'Het klinkt.. leuk', reageer ik schouderophalend. Hij fronst zijn wenkbrauwen, maar kijkt dan glimlachend naar beneden.
'Je hebt mijn hulp nodig?' Brengt hij het onderwerp terug. Ik knik langzaam. Plots overweldigt bij het idee dat ik eigenlijk wilde uitvoeren.
'Je bedenkt je', zegt hij bedachtzaam met een ondertoon van nieuwsgierigheid. Hij schenkt voor beide een glas zoete witte wijn in en handigt die over.
'Bedankt', antwoord ik met een knikje. Hij komt in de stoel tegenover mij zitten en kijkt me aandachtig aan.
'Waarom begin je niet bij het begin?' Nu ben ik degene die glimlachend naar beneden kijkt.
'Daar heb ik niet zo'n zin in.'
'Korte samenvatting?' Hij klinkt hoopvol. Waarom? Dat is dan ook precies wat ik hem vraag.
'Ik heb veel over je gehoord, zoals ik al zei. Ik ben benieuwd naar jou verhaal.'
'Wat heb je gehoord? Van Stefan zeker?' Ik spuug de naam uit. Ik hou niet van zulkje goeddoeners.
'Onder andere', antwoordt hij. Hij negeert mijn eerste vraag, dus stel ik hem opnieuw, dit keer op dringende toon.
'Je manipuleert mensen. Je bent slim en achterbaks en weet een goed toneelstukje op te voeren', somt hij even op, 'Jouw beurt.'
'Fair enough. Ik verveelde me thuis en ging opzoek naar een mysterie, gevonden. Het enige wat ik hier gevonden héb, is de waarheid over heksen, weerwolven en vampiers en daarbij een Stefan die me om een of andere vage reden heel graag weg wil hebben, een kwade Caroline, een verwarde Tyler en een.. nieuwsgierige Damon.'
'Ik gokte al dat je een Damon-type zou zijn', lacht hij, maar dan wordt hij weer serieus, 'Als ik goed gok, en dat doe ik meestal, dan heb je het bed gedeeld met Tyler en daardoor is Caroline heel kwaad.'
'Het was al uit tussen die twee', reageer ik schouderophalend. Ik hou mijn hoofd schuin als ik de blik in zijn ogen zie. Iets zegt me dat ik op dit gebied heel erg goed moet oppassen. Dan schiet me iets te binnen.
'Het ging uit omdat Tyler dacht dat Caroline je leuk vindt', flap ik eruit. Zijn ogen worden groot.
'Wat?'
'Niets.' Zijn ogen vernauwen zich.
'Waarom dacht Tyler dat?'
'Waarom zou ik dat zeggen?' Plots staat hij naast me, zijn hand rond mijn keel. Ik voel hoe hij mijn lucht toevoer afknijpt.
'Ik ben niet zo makkelijk te manipuleren als ieder ander', sist hij in mijn oor. Ik probeer te antwoorden, maar krijg geen letter meer over mijn lippen. Hij wacht nog even, maar laat me dan los. Ik hap naar adem. Mijn handen vliegen naar mijn keel, masseren de pijnlijke plek.
'Dus, Mary, waarom dacht Tyler dat?' Ik wacht even voor ik antwoord geef; niet genoeg lucht.
'T-Tyler had een tekening van je gevonden. Toen hij Caroline er-ernaar vroeg.. Zei hij dat haar reactie h-hem genoeg vertelde.'
Zijn gezichtsspieren ontspannen, op de spieren van zijn mond na dan. Er is een kleine glimlach op zijn gezicht en een verscholen twinkeling in zijn ogen.
'Dat is goed nieuws', reageert hij bedachtzaam.
'Dus nog even over mij hè, ik wilde je hulp', breng ik het onderwerp weer omhoog.
'Wat wil je?' Hij klinkt geïrriteerd. Iets wat ik niet pik, normáál niet pik. Ik heb wel door dat je met Klaus beter niet kan sollen.
'Ik wil hier blijven voor een paar nachten, zodat ik mijn volgende stap kan plannen', antwoord ik. Zijn wenkbrauwen schieten de lucht in.
'Je wil blijven? Hier?' Ik knik langzaam. Hij denkt na.
'Ik ben wel iemand die een gunst voor een gunst wil', zegt hij met een evil grijns.
'Volgens mij heb je door mij al een goede kans bij Caroline', breng ik tegen hem in. Het blijft even stil, terwijl hij nadenkt.
'Goed dan. Je mag hier blijven, van mij apart zolang als je wil', zegt hij.
'Maar?' Hij glimlacht.
'Maar ik wil nog wel een keer een goed gesprek met je hebben met de voorwaarde dat je altijd eerlijk bent', zegt hij. Ik frons mijn wenkbrauwen. Dat was wel de laatste voorwaarde die ik had verwacht. Wat meteen mijn hersenen in werking zit. Er is dus iets dat hij wil weten en ik ben een van de weinige mensen waar hij het aan kan vragen, of die het kan weten. Interessant.
'Ik denk dat we een deal hebben.'
Reageer (1)
Snelverder!
1 decennium geleden