Hoofdstuk 3

We renden samen het bos. Rein: wat een irritante opdracht is dit zeg. Esmee: jaa inderdaad maar wel leuk! Rein: ja ik vindt het alleen maar gezellig omdat ik het samen met jouw doe! Esmee voelde dat ze rood word. Rein: je bent schattig als je bloosd. Esmee werd nu nog rode. Na een paar minuten lopen in het bos riep rein blij uit : jaaaaa daar zie ik een mint zei hij. We rende er heen en ik greep de munt. Rein wilde me knuffelen maar dat lukte niet omdat onze voeten aan elkaar waren vast geboden. We liepen door en kwamen nog een paar munten tegen we hadden er nu al drie en er waren er 10 verstopt. We wouden gaan Rennen maar toen struikelde we over een tak. En ik viel boven op rein. Ik keek hem recht in zijn ogen aan en zei woooh rein je hebt mooie ogen! Rein: die van jouw zijn mooier. Heel zachtjes kwamen onze lippen steeds dichter bij en ik voelde zijn zachte lippen heel zacht tegen die van mij. Oooooh dit word het leukste kamp ooit ging er door me gedachten heen. We liepen hand in hand terug naar hèt kamp. Leider: oke jongens munten tellen en inleveren. Naar een lange discussie zijn ze er uit wie heeft er de meeste munten? Leider: de winnaar met maar liefst 3 munten zijn: rein en Esmee! Proficiat!! Rein: gelukkig we hebben de luxe slaap plek gewonnen! Die middag hadden we een beetje kennis gemaakt met iedereen. En die avond liepen rein en ik naar het club huis. Toen we de deur opende zagen we iets. Rein: dit had ik nooit verwacht!!