Hoofdstuk 15
Ik stond nog bij het balkon toen Ron binnenkwam. 'Dat lijkt mij nou niet echt handig in de bergen.'
Ik draaide me verschrikt om. 'Hoewel ik wel moet zeggen dat hij je heel mooi staat.'
Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, ik wou hem alleen passen. Hij is prachtig.' Ik streek met mijn handen over de gladde stof. 'Ik had een andere jurk voor nu. Nog steeds te mooi eigenlijk, maar ze had niet beter.' Ik liep weer naar het kamerscherm en trok de Rode jurk over mijn hoofd en verwisselde hem voor de groene. Voor op zaten satijnen linten. Ik liep weer achter het kamerscherm vandaan.
'Dat lijkt me beter ja.' Zei Ron. Hij gaf me nog een groen lint voor in mijn haar. Ik vroeg hem niet waar hij het vandaan had. Ik bond mijn haar achter op mijn hoofd terwijl ik na dacht over hoe ik hem kon vragen naar het meisje. Hij liep de kamer al weer uit en ik ging achter hem aan.
'Ik heb eten gevonden. En wel iets beter dan wat jullie hadden gedaan. Het is vlees en fruit enzo.'
'Wat doen we met mijn oude jurk?? Die ligt daar nu nog.'
Ron haalde zijn schouders op 'Laat daar maar liggen. Ik haal hem zo wel op. We moeten toch twee keer lopen voor het eten.'
Ik bleef nog even stil maar kon me toen echt neit meer in houden. 'Ron, dat meisje waar je het over had? Is zij ooit nog gezien?'
Ron keek me aan met een blik die ik niet kon plaatsen. 'Nee'
We hadden allebei onze armen vol eten toen we weer naar beneden liepen. Ron zei niets en ik liet hem. Als hij het nodig had zou hij vanzelf wel gaan praten. Liam was erg blij dat we wat beters hadden gevonden dan droog brood en toen we hem vertelden dat tenminste een van ons nog een keer moest lopen, zag ik het water al bijna uit zijn mond lopen. Dus liepen Ron en ik weer de hele weg naar boven. Nog steeds in stilte. Ron liep gelijk naar binnen toen we weer bij het huis kwamen. Het leek alsof hij haast had. Ik daarintegen liep naar de varens aan de zijkant van het huis. De linkerkant. Ik boog voorzichtig wat varens opzij, en nog wat toen zich een smal pad zichtbaar maakte.
'Ron!' Hij kwam gelijk naar buiten gerend. 'Moet je dit zien..' Hij keek naar het pad, en toen weer naar mij.
'Ja.. wat is er mee.' Hij had natuurlijk niks gezien.
'Weet je nog dat ik zo duizelig was toen ik hier boven kwam?'
'Ja'
'Nou.. terwijl ik duizelig was zag ik een meisje met haar broertje tegen haar aan naar buiten rennen. deze kant op. Het was als een soort.... herinnering van iemand. En later, toen ik in die rode jurk op het balkon stond, zag ik haar met haar broertje over een klein, bijna onzichtbaar pad beneden rennen. '
'Wat jij ziet is een soort elfenmagie die niet veel wezens kunnen opvangen. De vader of moeder van Sophie heeft ze hier bewust achter gelaten om ze te laten zien aan de personen die ze kunnen op vangen. Maar wat wil je er mee zeggen?'
Ik haalde diep adem 'Nou.. de hele stad is onbewoond en ik had het al eerder in een huis. De mensen leken in paniek ofzo en daarbij, de hele stad ziet er uit alsof mensen hals over kop zijn weg gevlucht. De vader sprak in mijn.. visioen.. over een 'Zij'. Ze waren ergens bang voor en het meisje moest vluchten met haar broertje.'
Ron keek me recht aan en ik voelde een rilling over mijn rug lopen. Zijn ogen zeiden iets wat ik niet kon thuis brengen.
'Als..' Hij koos zijn woorden zorgvuldig 'het klopt wat jij zegt, dat ze gevlucht is, waar is ze nu dan?'
Ik keek naar het pad 'Er is maar een manier.' Hij knikte en stapte toen voorzichtig het pad op.
'Let op, het is smal.' We liepen voorzichtig en schoten niet snel op. Toen we zo ver als mogelijk hadden af gedaald keek ik naar boven. We stonden recht onder het balkon. Toen Ron de ingang van de grot een stukje verderop zag, ging hij sneller lopen. Ik had moeite om hem bij te houden. Vlak voor de opening hield ik hem tegen.
'Ron.. niet overhaasten. Ik weet niet wat ze voor je betekende, maar je moet geen hoop hebben. We weten niet of er iets van gevaar is daar binnen.'
Hij knikte, maar ik kon toch zien dat hij iets van hoop had en angst. Ik liet zijn arm los en we stapten voorzichtig naar binnen. Zodra het donker ons omsloot liet Ron een lichtje in zijn handen op branden. Ik zei niets, maar het leek me wel handig. We liepen behoedzaam door. het druppen van het water op de stenen vloer was het enige wat we hoorden. Na een tijdje kwamen we in een groot gewelf met meerdere uitgangen.
'Shit.. wat nu?'
Ron zei niets. Hij concentreerde zich. Voorzichtig deed ik een paar stappen in een gang. Ik durfde niet te ver te gaan. Ik sloot mijn ogen toen ik een duizeligheid over me voelde komen. Het meisje.. Sophie rende voor mijn ogen het gewelf in. Ik liep met haar mee. Ze keek bang om zich heen en schoot toen een gang in. Het beeld vervaagde.
'We moeten hier heen.'
'Wat?'
'Deze gang hebben zij ook genomen. We moeten hier in.'
Ron leek me niet helemaal te vertrouwen, maar toch volgde hij mijn aanwijzing. 'Wacht!' Ik had me opeens bedacht dat ik straks misschien niet meer wist welke gang we moesten hebben. 'Mag ik mijn pijlen en boog enzo?' Ron haalde ze van zijn schouder. Ik liep terug en met een pijl zette ik een kruis op de grond voor de gang.
'Dat had ik ook gewoon kunnen onthouden hoor.'
Dat wist ik wel, maar ik kon er hier nooit zeker van zijn of ik wel met hem terug zou komen. De gang waar we door liepen was niet lang. Hij hield op in een grote, hoge zaal. Dat wist ik alleen omdat het lichtje niet alles verlichtte.
'Hier hadden we dus helemaal niets aan..' mompelde Ron 'We gaan terug Alice. Het heeft geen zin.'
'Wacht.' Ik kon voelen dat ze hier waren. Of in elk geval sterk aanwezig waren geweest. 'Kun je het lichtje de hele zaal laten verlichten? of is dat te veel gevraagd?' Ron keek me spottend aan.
'Wat!? Weet ik veel.' Het lichtje zweefde uit Ron zijn hand en bleef boven in de zaal hangen en werd langzaam groter. Nu pas zag ik hoe groot het hier was. En achter in de donkerste hoek van de zaal stonden een beeld. Ik liep er naar toe. Wie zou hier nou een beeld neer zettenn? Toen ik dichterbij kwam hield ik mijn adem in. 'Ron.. Ik denk dat je dit even moet zien.' Hij stond bij een muur maar kwam naar me toe gelopen. Het beeld was namelijk mijn preciese beeld van Sophie en haar broertje die ze nog steeds tegen zich aan klemde.
'Ze heeft zichzelf versteend..'
Reageer (1)
Haha dit verhaal blijft me maar verrassen!
1 decennium geleden