Candels
‘Ik breng je wel thuis,’ zei Peter. Ik zuchtte en knikte. We liepen samen naar mijn huis en ik was toch wel blij dat hij mee liep, want het was pik donker op de plekken waar de lantaarnpalen niet schenen.
‘Waarom gaan we het bos in?’ vroeg ik. Ik wist heel zeker dat Scot en ik niet buiten het dorp waren geweest toen we naar Ingrids huis gingen.
‘We gaan naar Scot,’ zei Peter zachtjes.
‘Hoezo gaan we naar Scot?’ vroeg ik scherp. Peter keek me even verbaasd aan en grijnsde toen.
‘Relax Iza, ik ben het echt,’ zei Peter. ‘Scot sms’te me en vroeg of ik met je mee wilde lopen naar zijn huis.’ Hij pakte zijn telefoon en liet me het sms’je zien. We waren even stil terwijl we door het bos liepen. ‘Paul heeft me verteld wat er vandaag gebeurd is.’
‘Ja, het was behoorlijk… raar,’ zei ik zachtjes.
‘Het is niet erg om bang te zijn Iza,’ zei Peter. ‘Wij zijn dat ook wel eens. Scot werd gek van angst toen je ontvoerd was en Paul ook.’ We waren even stil.
‘Scot werd bang toen…’ begon ik.
‘Fuck… doe alsof je dat niet gehoord heb,’ mompelde Peter snel.
‘Ik weet dat ik zijn licht ben,’ zei ik snel. Peter keek me verbaasd aan. ‘Wie is jou licht?’ Peter keek weg en begon sneller te lopen. ‘Pups, kom op vertel me… is het Tiffany?’ Hij keek me stomverbaasd aan.
‘Tiffany?’ vroeg hij. ‘Nee, ik… ik heb geen licht, ik heb het vuur.’
‘Vuur?’ vroeg ik even in de war.
‘Het vuur van de gevallen ster. Ik heb het vuur, Scot heeft jou,’ legde hij uit. We waren weer stil en zwijgend liepen we verder. ‘Waarom dacht je dat Tiffany mijn licht was?’
‘Nergens om,’ zei ik snel. We weer verder en al snel zag ik het licht van Scots huis. ‘Dank je dat je mee gelopen bent.’
‘Graag gedaan,’ zei Peter. Hij stapte het water in en ik keek stomverbaasd toe hoe hij oploste.
‘Iza?’ klonk de stem van Scot. Hij stond in de deur opening en keek me bezorgd aan.
‘Peter… water… hij…’ wist ik uit te brengen.
‘O, loste hij op?’ vroeg Scot alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik knikte. ‘O, dat gebeurd wel vaker.’ Hij liep naar me toe en omhelsde me. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder.
‘Wat kan jij precies?’ vroeg ik. ‘Want dat robot gebeure…’
‘Het is niet belangrijk,’ mompelde hij zachtjes. Ik keek hem verbaasd aan. ‘Ik wil je niet nog banger maken.’
‘Ik ben niet bang voor je,’ zei ik verbaasd. De kinderlijke blijdschap die in zijn ogen verscheen deed me lachen. Scot pakte mijn hand en trok me mee zijn huis in. ‘Wat mooi,’ fluisterde ik zachtjes. Ik keek naar de kaarsjes die op de grond stonden in de vorm van een smiley. Scot drukte voorzichtig zijn lippen op de mijnen en ik sloeg mijn armen om hem.
Reageer (1)
super cool ga veder aub :Dx
1 decennium geleden