14. THE house.
Met zen drieen lopen we richting de twee huizen die naast elkaar staan. 1 huis is van Maikel, en het andere huis staat te koop. Maikel neemt afscheid van ons, hij moest nog wat doen in huis. Ik kijk hem nog heel even na, en besluit dat hij knap is. Te knap om zo aardig te zijn. Zijn bruine haar en licht getinte huid maakt mij duidelijk dat hij niet oorspronkelijk uit Forks komt. Ik vraag me af wat het wel kan zijn. Niet Afrika, of Suriname, daar is hij te licht voor. Misschien Spanje of zo iets dergelijks. Rustig loop ik achter Marissa aan, die niet te houden is om ons laatste huis in te gaan. Ik bereid me voor op het komende kritiek, maar tot mijn verbazing neemt positiviteit zijn plaats in. Nog voordat we het huis ingelaten zijn door de momentele eigenaar, heb ik al meerdere complimentjes gehad. Zo af en toe kijk ik Marissa verbaasd aan, als er weer iets goeds over het huis uit haar mond rolt. De eigenaar van het huis glimlacht vrolijker bij iedere stap. Ik loop rustig achter ze aan. De vrouw denkt vast dat Marissa het huis gaat kopen, aangezien zij overal kijkt of ze iets negatiefs ziet, om het af te kraken. Ikzelf bekijk voornamelijk naar hoe het huis er uit ziet, qua uiterlijk. Hoe groot de keuken en de woonkamer zijn, hoe groot mijn kamer is, en hoeveel kasten er in staan. Aan veel ingebouwde kasten heb ik namelijk niks, ik houd niet zo van te veel kleren, dan kan ik niet meer kiezen. Ik houd ook niet van kiezen, daar ben ik niet zo goed in. Tot mijn opluchting zie ik alleen maar een kleine opbergruimte onder de schuine wand. In het midden van de kamer staat een groot tweepersoons bed. Je kunt er omheen lopen. Je kunt er zelfs met zijn tweeën naast elkaar omheen lopen, zonder dat het krap zal zijn. Het is een ontzettend grote kamer, wat me opvalt is dat er helemaal geen kledingkast te bekennen is. Er zijn maar twee slaapkamers en een badkamer. De tweede slaapkamer is bezet door kledingkasten. Ze staan langs de hele wand. Aangezien de eerste slaapkamer zo ontzettend groot is dat het de helft van de bovenverdieping in beslag neemt, een heel groot huis is het namelijk niet, zijn de badkamer en de tweede slaapkamer klein. De tweede kamer lijkt echter wel wat groter, omdat er veel spiegels hangen. De spiegels zijn de deuren van de kledingkasten. De vrouw die ons door het huis leidde liet ons vol trots de hoeveelheid kleding zien. Nu pas viel het me op hoe ontzettend modieus ze erbij liep. Een beetje té modieus voor mijn doen. Nadat Marissa en de vrouw het tien lange minuten over kleding hadden gehad, gingen we verder naar de badkamer. Dit was meer mijn deel van het huis. Hoewel de badkamer klein was, was het bad groot. Het was een bad met veel elektrische snufjes. Er zaten dingen in waardoor je het een bubbelbad kon maken, aan de zijkant zat een radio en aan het voeteneind lag een inklapbare tv. De vrouw toonde hoe je de tv omhoog kon zetten met een afstandsbediening. Het was geen kleine tv, voor in een bad. De afstandsbediening vond ik nogal onhandig, aangezien ik die geheid in bad zou laten vallen. Maar verder mocht ik echt niet zeuren. De vrouw drukte op een ander knopje, waardoor de radio en de tv, die natuurlijk niet tegen water konden, verdwenen onder de bad rand. Zo kon ze de douche aanzetten en voorkomen dat de elektronica nat werd. Vlak naast het bad stond een wc. Het was allemaal erg opgekropt, maar super lux. Tegenover de wc was een commode met daarin een wasbak. Ook die was niet lang, aangezien de wasbak ongeveer drie kwart van de commode in beslag nam. Op de commode stonden dan ook alleen een bakje met wat tandenborstels, en en tube tandpasta. Alle andere cosmetica had ik al zien staan in de kleedkamer. De shampoo, douche sop en bad schuim stonden aan de rand van het bad, zodat je die snel kon pakken als je stond te douchen. Ik liet vooral Marissa het woord doen, waardoor ik verbaast werd door de complimenten die uit haar mond stroomden. Nog niks negatiefs had ik van haar gehoord. Ik vermoedde dat dat later nog wel zou komen, wanneer de vrouw weg was.
“Dus u ziet het huis wel zitten?” vroeg de vrouw aan Marissa, toen we eenmaal terug aan de kleine keukentafel zaten.
“Ik wel!” antwoordde ze meteen, “Maar ik hoef hier niet te komen wonen.” grijnsde ze er achteraan. “Wat vind jij van deze woning Verona?” vroeg ze me.
“Ik vind het ontzettend mooi.” stotterde ik. Ik stotterde dit keer niet omdat ik verlegen was, al was dat wel zo, maar ik stotterde vooral omdat ik eigenlijk mentaal niet echt bij de rondleiding was geweest. Natuurlijk, ik had alles gezien, maar het grootste deel van de gesprekken tussen Marissa en de vrouw had ik niet meegekregen, ik hobbelde er maar als een hondje achteraan, mijn gedachten ver weg. Eigenlijk kan ik me al niet meer herinneren waar aan ik zo lang dacht. In ieder geval niet aan een nieuw huis kopen.
“Dus u zoekt een nieuw huis?” vroeg de vrouw oprecht verbaasd.
Ik herstelde me en knikte. “Dat klopt, Marissa heeft al een huis.”
“Ja dat weet ik, ik dacht dat zij en Jasper misschien samen wilden gaan wonen.”
“Dus jullie kennen elkaar?”
“Nou ja, iedereen hier kent de familie Cullen, waarschijnlijk kent Marissa mij niet eens.”
“Nee dat klopt, sorry.”
“Geeft niks hoor meis, dat is waarschijnlijk zo met meerdere mensen. Aangezien iedereen jullie kent, en jullie niet iedereen.”
“Sorry” verontschuldigde Marissa zich weer.
Uhm, okay, like why does everybody knows my sister and her family? That's like pretty scary, isn't it? I think it is... -- Verona.
Er zijn nog geen reacties.