Foto bij 5 Clove

Ik hoop dat jullie het leuk vinden:)

We werden wakker van een gebons op de deur; "Wakker worden, over een uur zijn we in het Capitool!" We waren gisteren samen op zijn bed in slaap gevallen, en ik wist weer waarom. Ik had Cato's vriendinnetje aangewezen, ene Glimmer. Ik zat eerst nog te denken over het meisje uit district twaalf, want sinds onze boete had ik een enorme hekel gekregen aan vrijwilligers, maar we konden onze naam niet door zoiets onbenulligs naar benenden halen. Dus ik had genoegen genomen met Glimmer.
We stonden op, kleedden ons aan en liepen naar de eetkamer. Inderdaad, binnen een uur reden we het Capitool binnen. Het publiek juichte langs onze trein, maar ik besteedde er geen aandacht aan. Dat werd dus mijn merk. Onverschillig en hard. Mooi, want dan was ik ook gelijk gevaarlijk. De trein reed een grote loods binnen, met een twaalftal aan deuren. Wij gingen de deur binnen met het nummer twee erop geschilderd. Ik liep naar mijn stylisten, en ik kon naakt op een tafel gaan liggen.
"Jij ziet er goed verzorgd uit. District twee. We hoeven alleen maar die lelijke littekens op je handen weg te werken," zei één van mijn twee stylisten. Ik keek verbaasd naar mijn handen. Aha. Die littekens. Van het messengooien.
"En je benen glad te maken en je nagels mooi te vijlen en je haren in model brengen en..." er kwam nog een hele lijst, en ik wilde niet weten wat ze allemaal met je moesten doen als je er niet verzorgd uitzag.
"...En tenslotte natuurlijk je kostuum. Maar dat regelt Oaria, je persoonlijke stylist." Ik vroeg me af wat dat ging worden. Ons district stond voor edelmetalen en wapens. District twaalf was altijd leuk. De ergste keer was dat ze naakt met koolstofgruis bedekt waren. Zij hadden mijnwerkers als onderwerp. Ja, zie daar maar eens wat origineels bij te bedenken. Even later was ik klaar en nam Oaria me mee. Het bleek dat hij al veel langer had gewerkt aan ons kostuum. Het was een gouden metalen gladiator-outfit. Hij paste perfect. Nou, liet district twaalf hier maar eens tegen op wegen. Ik was er klaar voor. Kom maar op.Over een uur was de parade, en Cato en ik stonden klaar in onze praalwagens. Oaria nam de laatste punten met ons door.
"Kijk gewoon strak voor je uit; je bent gevaarlijk, je bent dodelijk, je hebt geen medelijden. Jullie zijn beroeps, jullie kunnen dit. Jullie kunnen dit winnen, hou jezelf dat voor en je komt een heel eind." Oke. Dat was dus onze oppeppende toespraak. 'Jullie' kunnen dit. 'Jullie' kunnen dit winnen. Nee Oaria. Fout. Één van ons kan dit winnen. Niet 'jullie'. Als ik daar aan dacht had ik geen enkele moeite met strak voor me uit kijken en doen alsof het hele gebeuren me niets kon schelen. Want als je er zo tegenaan keek, kon het me ook niets schelen. De parade ging nu beginnen, en de strijdwagen van district één reed richting het plein waar we ons op gingen stellen. Ze hadden pluizige roze pakken aan, en zagen er ronduit belachelijk uit. Wij reden het plein op, en op grote schermen zag ik mezelf en Cato. We zagen er gewoon prachtig uit. Één voor één reden ook de andere tributen het plein op. Sommige zagen er goed uit, en sommige zagen er gewoon zielig uit. District elf, met de donkere, grote jongen, en met het kleine meisje reed in een gewoon boerenkostuum het plein op. Ze zagen er lang niet fantastisch uit, maar tenminste niet belachelijk. Jammer. Uit de schemering kwam de praalwagen van disctrict twaalf rijden. Ik verheugde me nou al op het belachelijke kostuum, vroeg me af waar ze dit jaar weer in gehesen waren. En ze kwamen eraan en ik was met stomheid geslagen. Wij stonden al lang op onze plek op het plein, en ik had dus perfect zicht op het pad waar de anderen door kwamen rijden. Ik moest moeite doen om mijn gezicht in de plooi te houden, maar ik kookte van woede. Ze hadden zwarte leren-look-a-like pakken aan, en ze hadden mantels van vuur. Van echt vuur. Ze waren gewoon in de fik gezet. Ik hoopte van harte dat ze af zouden branden, maar dat gebeurde niet. Het publiek begon enthousiast te klappen, en toen pakten ze elkaars handen, en hielden ze hoog boven hun hoofd. Het publiek werd wild. Ik keek nog steeds strak voor me uit, hoeveel moeite het me ook kostte. De tributen uit twaalf reden nog één laatste rondje en kwamen toen in de rij staan. De gebruikelijke toespraak werd gehouden, we werden nogmaals aangekondigd, en toen reden we weer weg. Oaria kwam ons tegemoet, met een geveinst vrolijk gezicht. Voordat hij iets kon zeggen, zei ik: "zeg maar niets, we weten het allemaal, hun pakken waren indrukwekkender." En met een chagrijnig gezicht sprong ik uit de wagen. We werden naar onze appartementen gebracht, ik kleedde me om en liet me op mijn bed zakken. Weet je, beste Katniss Everdeen, je bood je aan als vrijwilligster, had een beter pak dan ik... Je weet wat dit betekent toch? Oorlog.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen