4 Clove
Bedeesd liep ik naar hem toe. Had ik te hard tegen hem gescholden? Nee, want dan had hij wel gelijk gereageerd. Dit ging om iets anders. En hoe kwam zijn gezicht zo kapot?
"Wat is er aan de hand?" vroeg ik voorzichtig.
"Je lieve broertje, Vic, is nog even langs geweest om me succes te wensen."
"Heeft hij jouw gezicht opengekrabt?" vroeg ik.
"Ja. Maar pas nadat ik hem aanviel."
"Waarom viel je hem aan?" vroeg ik boos.
"Omdat hij me iets heel interessants vertelde. Hij vertelde me dat jij al langer van plan was om je aan te bieden als vrijwilligster. En dan mij ervan langs geven als ik dat doe. Tssssss... Maar hij zei ook dat jij zou winnen, en dat ik de arena vast niet aankon. En als ik jou ook maar met één haar zou krenken..."
De rest kon ik zelf invullen. Want Cato, met zijn opvliegende karakter, zou zich dat nooit zomaar laten zeggen. Ik hoopte vurig dat de zaag niet meer in Cato's bezit was toen Vic naar hem toe was gegaan.
"Maar dan nog," verdedigde ik, "Jij deed het zodat je samen met mij kon zijn, maar je hebt er zeker niet overna gedacht dat minimaal één van het niet overleefd. Ik deed het om aan mijn vader te bewijzen dat ik ook sterk was." Dat was blijkbaar geen excuus voor Cato, want hij draaide zich om en beende weg. Dat werd nog een leuke reis.We waren ondertussen al twee uur onderweg, en ik besloot dat ik het nu genoeg vondt. Ik liep naar Cato's kamer en bonsde op zijn deur. Hij deed niet open.
"Cato!" schreeuwde ik, "doe open!" Weer geen reactie. Ik deed de klink naar beneden en tot mijn verbazing was de deur gewoon open. Cato zat op zijn bed en keek geconcentreerd.
"Waarom deed je niet open?" vroeg ik geïrriteerd. Tot mijn verbazing keek hij op met tranen in zijn ogen. Niet van woede dit keer.
"Hè? Wat is er?" vroeg ik in de war.
"Nou, ik heb de boel weer behoorlijk verkloot," antwoordde hij boos.
"Hè? Hoezo? Wat dan?"
"Doe maar niet alsof je het niet weet, want je hebt me vanochtend behoorlijk hard uit lopen schelden. Met het aanbieden van mijzelf als vrijwilliger, is onze relatie voorbij."
"Wat? Stel je niet aan. Ik hou nog steeds van je, ondanks dat je een domme kneus bent," zei ik troostend. Lekker troostend trouwens.
"Ja, maar sowieso één van ons overleefd de arena niet. En misschien wij allebei niet. En wat zou het Capitool er wel niet van denken als wij als stelletje de arena in gaan? Ze zouden ons zo snel mogelijk uit elkaar rukken, om voor spektakel te zorgen. De mensen zouden ervan genieten; de geliefde van de tribuut uit district 2 is omgekomen, wat doet dit met de tribuut? Ze zouden van ons een attractie maken, ons gebruiken!" barstte hij uit.
"Rustig, ik denk na," suste ik. Mijn hersens draaiden op volle toeren op zoek naar een plan, een oplossing voor het probleem. En toen was het er.
"We doen alsof we gewoon districtpartners zijn. Niets meer en niets minder. We wachten de andere tributen af, en dan ga ik daarop verder breien," zei ik. Cato wilde zijn mond opendoen, maar ik gebaarde dat hij stil moest zijn. Zijn blik ging van vragend naar begrijpend, want na nog geen tien seconden werd er op de deur geklopt. Het was Torin, die vertelde dat de andere boetes werden uitgezonden. Samen liepen we naar de woonkamer waar een grote tv stond en we namen plaats op de bank. Ik lette vooral op de vrouwelijke tributen, en op hun leeftijden. Nadat alle boetes waren uitgezonden, spoelde ik nog eens terug naar de allereerste boete, die van district één. Ik wees het meisje aan, dat Glimmer heette.
"Zij is het. Zij wordt jouw vriendinnetje in de arena. Ze zullen haar als eerste pakken," zei ik met stalen gezicht. Hij keek me aan en knikte. We stonden op en liepen naar zijn kamer, waar we zoenend op zijn bed vielen, de laatste kussen van onze relatie.
Reageer (1)
zoo zieleg
1 decennium geleden