2 Clove
Ik werd wakker en even wist ik niet waar ik was. Toen wist ik het weer. Ik was bij Cato. Een gaap van uit de andere hoek van de kamer bevestigde mijn gevoel. Dit was de tweede nacht dat ik bij Cato geslapen had. Ik had -koppig als ik was- gisteren geweigerd om terug te gaan naar mijn huis. Cato had toegegeven en ik had nog een nacht bij hem geslapen. Plotseling besefte ik me dat het vandaag de dag van de boete was. Ik voelde me een monster tegenover hem. Ik had hem helemaal niets verteld over mijn plannen, er nog geen moment over getwijfeld. Hij zou het niet begrijpen. Hij zou niet snappen waarom ik dit deed, me proberen over te halen het niet te doen, het me zelfs bij laten leggen met mijn vader als het moest. Geen kans. Ik deed gewoon mee, of ik er nou levend of dood uitkwam. Het gegaap ging over in gemompel, en Cato werd wakker.
Even later zaten we klaar in de keuken. Cato's moeder had zijn haren in model gebracht en de mijne in een uitgebreide paardenstaart met een ingewikkeld patroon gedaan. Ik had geen jurk aan, zoals de meeste meisjes. Ik was vanochtend mijn huis binnengeslopen en had mijn mooiste zwarte broek en groene blouse opgehaald. Ik haatte jurken, ze maakten je zo meisjesachtig. Ik was niet zo. Ik gooide met messen in plaats van mijn haren te vlechten. Ik droeg liever een broek. Een stuk of tien andere meisjes droegen ze ook, en niemand had er ooit wat van gezegd. Ik keek Cato aan en knikte; we waren er klaar voor.
Samen liepen we richting het plein waar de boete zou plaatsvinden. Ik liep naar de inschrijftafel en ze namen een druppel bloed af. Ze wezen me mijn plaats in de menigte en ik liep erheen. Ik stond ergens in het midden; de jongsten stonden vooraan, de oudsten achteraan. Het plein stroomde langzaam vol en de bollen met de namen erin werden klaargezet. De mentoren namen plaats op de stoelen en Torin Blacknight nam zijn plaats in. Hij zou de twee namen voorlezen van degenen die de arena in zouden gaan. Nadat de meisjesnaam was voorgelezen zou ik me aanbieden als vrijwilliger, en de mensen wat bewijzen. Na wat gerommel op het plein was het tijd voor de toespraak.
"Welkom, welkom, jongens en meisjes, op de 74e editie van de Hongerspelen. Zoals jullie weten, worden deze spelen gehouden om ons aan de opstand te herinneren, en ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer gebeurd met ons mooie land. We gaan beginnen. Zoals altijd: dames gaan voor!"
Torin stak zijn hand in de bol en ik stond klaar om me aan te bieden. De hand had een kaartje te pakken gekregen en las de naam die erop stond voor: "Clove Walling!"
Ik was even van mijn stuk gebracht, maar herstelde me snel. De menigte ging opzij en ik liep met een vastbesloten lachje naar het podium. Nu was het de beurt aan de mannen.
"En onze mannelijke tribuut is: Lote Knight!" Goed, ik moest het dus tegen hem opnemen. Maar voordat ik kon inschatten hoe hij zou zijn qua vechten, hoorde ik een onrustig gemompel in de menigte. Dat kon maar één ding betekenen: een vrijwilliger. Ik keek wie er naar het midden liep en bevroor. Want het was Cato, en hij sprak de vernietigende woorden uit: "Ik bied me aan als vrijwilliger voor de 74e Hongerspelen!
Reageer (1)
super leuk!!!!!!!!!!
1 decennium geleden