Deel 3.3
‘Heb je trouwens al gebeld?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Maar je had me beloofd dat je het nog ging doen.’ ‘Ik weet het’, zei ik ‘maar het is middernacht nu. Ik kan nu toch ook niet meer bellen.’ Vanuit mijn ooghoek zag ik dat ze me afkeurend aankeek. Waarschijnlijk zou de telefoon binnen de vijf seconden opgenomen worden moest ik nu nog bellen. ‘Toch zal je het moeten doen, Cérise. ‘De kans bestaat dat hij zelf al ingelicht is, dus waarom zou ik hem ook nog maar bellen? Wat hebben we elkaar nog te zeggen? Dit is zo al lastig genoeg voor mezelf.’ ‘Denk er toch nog maar even over na.’ Ik wist dat ze daarmee het onderwerp had afgesloten. Ze liep de kamer uit, op zoek naar een borstel om het glas mee samen te vegen. Het was pas toen ik weer enkele ogenblikken alleen was dat ik besefte wat mijn aanval teweeggebracht had.
Toen Nathalie terug in de deuropening stond, keek ze me verstard aan. ‘Je bloedt’, zei ze. Ik bekeek mezelf en zag toen pas dat een van de scherven mijn arm geraakt moest hebben. Ik vloekte luidkeels. ‘Kom niet dichterbij, blijf uit mijn buurt!’ riep ik. Open wonden kon ik op dit moment echt niet gebruiken. Dit kon gevaarlijk zijn. Ik deed de deur voor haar neus dicht en begon zelf alles op te ruimen, ondanks het feit dat mijn maag protesteerde tegen de bewegingen die ik maakte. Ik moest dit zelf doen, ik had het tenslotte zelf aangericht en ik wilde geen enkel risico lopen dat ik haar zou gaan besmetten. Ik moest iedere voorzorg nemen die ik ook maar kon.
Er zijn nog geen reacties.