Stuk 4
Ik was nu al een week bij de Cullens en alles verliep goed, ik werd geadopteerd en leerde familie goed kennen. De jongens waren erg aardig en als broers voor mij. Alice en Rosalie waren ook geweldig, zij richten mijn nieuwe kamer in. Esmee en Carlisle waren geweldige ouders. Ik was wel verbaast waarom niemand om mijn gave vroeg..
Ik bedoel, iemand die met dode mensen kan praten kom je niet iedere dag tegen. Misschien waren ze bang? Dus liet ik het er maar bij ze zullen wel vragen als ze er klaar voor zijn. Op een middag zaten ik en Emmett te kijken naar een of andere sport wedstrijd. Eigenlijk snap ik helemaal niks van sport. Maar een van mijn favoriete bezigheden zijn mensen bestuderen, helaas was het mensen aantal erg klein in dit huis dus hield ik het maar bij vampiers. Ik vind het gewoon grappig om te kijken hoe iemand reageert, ook probeer ik wel eens hun gedachte n te raden. Ik heb een keer een wedstrijdje gedachten raden gespeeld tegen Edward wat ik dus ook meteen verloor aangezien hij gedachtes kan lezen. Maar ook vandaag probeerde ik het in mijn eentje en mijn slachtoffer was Carlisle. Het eerste uur had hij een pokerface, ik kon er gewoon niks uithalen. Toen Edward binnen kwam moest hij lachen Emmett keek op en vroeg: ‘wat is er? Kunnen wij ook mee lachen?’
‘Het is Carlisle en Selena ze proberen elkaar te bestuderen maar het wil niet echt lukken’ zodra hij dat had gezegd keek Carlisle mijn kant op ‘is dat waar’
‘ja’ moest ik toegeven ‘maar ik nou ja laat maar.’
‘Nee zeg maar.’
‘het is niet belangrijk hoor.’
‘ze snapt gewoon niet waarom een dokter die van haar gave weet nog geen vragen heeft gesteld.’ Kwam Edward vrolijk door ons gesprek heen. En terwijl hij naast Emmett op de bank ging zitten probeerde ik hem een mep verkopen, helaas ontweek hij die makkelijk. Hij had nu mijn handen vast greep en was duidelijk in het voordeel. Daarna zei hij ‘dat zou ik maar niet uit proberen zusje.’ Naast hem was Emmett mij nu al heel erg aan het uitlachen omdat ik maar niet los kwam uit zijn greep. Uiteindelijk gaf ik het maar op wetend dat ik toch niet van hem zou winnen. Carlisle die in een oogwenk naast mij kwam zitten zei ‘ik heb wel een vraag over je gave..’
even dacht ik dat hij zou twijfelen om het te vragen.
‘kan je iedereen die dood is zien?’
‘nou’ begon ik ‘de geest van de persoon die het lichaam vertrekt is vrij om te gaan waar hij heen wil. Als hij zich wil laten zien aan mensen zoals ik dan kan dat. Het probleem is dat er weinig mensen met deze gaven zijn en als ik deze gave in het openbaar gebruik verklaren mensen mij voor gek. Maar de personen die de geest niet kunnen zien maar wel de aanwezigheid ervan merken noemen dit dus spoken.’ Ik lachte even kort bij deze gedachte. ‘en wat kun je nog meer.’ vroeg hij.
‘dat is het punt, nu mijn echte ouders er niet meer zijn.’ Ik schokte met mijn schouders en probeerde mijn tranen tegen te houden maar te vergeefs ze kwamen al. In een flits stond iedereen in de woonkamer. En Carlisle trok mij tegen zich aan en gaf en knuffelde mij. De tranen bleven maar door stromen en hielden niet meer op. Zo huilde ik mezelf in slaap gewoon weg niet meer instaat mezelf te beheersen.
Er zijn nog geen reacties.