2. Wat is er gebeurt?

Ik doe voorzichtig mijn ogen open. Ik probeer om me heen te kijken, maar alles doet me zeer. Ik hoor Frank zijn stem, en die van Marlies geloof ik. Ze zijn aan het praten. Opeens hebben ze door dat mijn ogen open zijn en ze vliegen me allebei om de nek. Ik heb niet echt door wat er aan de hand is. Ik probeer het me te herinneren, maar nog voordat ik daar de kans voor krijg komen er zusters en dokters naar binnen die me vragen stellen en onderzoeken.
Even later zijn eindelijk alle dokters en zusters weg en kan ik nadenken.
Ik vraag heel voorzichtig aan Marlies: ‘wat is er gebeurt?’ Marlies antwoord zo rustig mogelijk op mijn vraag: ‘je hebt een ongeluk gehad Leen. Weet je het niet meer?’ Ik zeg van niet en begin zachtjes te huilen. Marlies en Frank komen bij me op bed zitten en troosten me. Als ik eindelijk wat rustiger ben zegt Frank dat ik maar moet gaan slapen. Als ik daarna weer wakker zal worden zouden Marlies en hij er nog steeds zijn en herinner ik me misschien wat meer. Dus toen ging ik weer slapen. Met de veilige armen van Frank om me heen en de warme hand van Marlies die de mijne vasthoud.