Foto bij 20 # Flashbacks

Hope You'll Like It!

Twee keer kloppen is genoeg. De deur wordt geopend door een getinte vrouw. Ze lijkt niet blij te zijn met mijn komst. Toch laat ze mij binnen.
'Hoe ben je erachter gekomen dat iemand je heeft laten vergeten?' vraagt ze onderweg naar haar simpel ingerichte woonkamer.
'Ik heb zo'n.. knagend gevoel, plus ik hoorde hem erover praten met iemand.' Ze knikt langzaam. Haar blik staat al minder afstandelijk, alsof ze begrijpt hoe het gemis van een herinnering aanvoelt.
'Wie?' Ik snap haar vraag, maar wil geen antwoord geven. Het enige antwoord dat ze krijgt, is dat ik beschamend mijn hoofd afwendt. Dat ik me beschamend voel, is alleen omdat ik me ook echt schaam. Schaamte omdat al de gevoelens die ik jarenland heb onderdrukt, weggestopt en weggegooid nu weer naar boven komen. Ik besef alles heel goed, zie het in elkaar steekt, maar toch lieg ik. Ik lieg tegen mezelf.
'Goed dan. Geef me je handen dan begin ik.' Ik leg mijn koude vingers in haar handpalmen. In een onbekende taal begint ze te praten. Kaarsen flikkeren in de kamer aan. Een zacht briesje strijkt over mijn huid, door mijn haar. Nog meer onbekende woorden vullen deze kamer. Dan in een klap valt zij stil, blaast het briesje de kaarsen uit en opent ze haar ogen.
'Klaar.' Ik frons mijn wenkbrauwen.
'Ik weet het nog steeds niet.' Ze glimlacht om mijn ongeduld.
'Binnen nu en tien uur zal je je het herinneren. Je herinneringen zullen als flashbacks terugkomen. Het lijkt mij dus beter om de komende tien uur alleen te zijn.'
Ik volg haar advies op. Na een uitgebreid 'dankje' stap ik het huis van Tyler binnen. Zodra ik mijn hand op de deurknop van mijn slaapkamerdeur leg, schiet de eerste flashback al voor mijn ogen voorbij. Ik kon niet slapen, pakte in en verliet het huis met een briefje. Dit wist ik nog.
Ik neem een uitgebreide douche en laat mezelf daarna op bek zakken. Weer een flashback, weer de verkeerde. Dat was van voor ik wegging. Ik moest huilen, waardoor Tyler me troostte. Hij was lief. Ik knipper met mijn ogen om het beeld weer te laten verdwijnen.
'Goedeavond, beautiful.' Ik kijk op in die eeuwig diepbruine ogen. Mijn mondhoeken krullen omhoog nadat ik hem heb begroet. Gedachten uitgeschakeld? Check. Hij komt dichterbij, ik sta op. Woorden zijn op dit moment niet nodig, niet eens toegestaan. Onze blikken vertellen genoeg. Onze onbewust geproduceerde lichaamsgeuren vertellen genoeg. Ik loop heupwiegend langs hem heen om de deur dicht te doen. We willen natuurlijk niet dat zijn moeder een hartaanval krijgt.
Nog geen seconde zit de deur op slot of Tyler duwt me al tegen de deur. Zijn handen glijden over mijn lichaam, zijn mond op de mijne. Vurige passie. Snel en soepel trek ik zijn shirt uit. Mijn handen glijden over zijn gespierde rug, zetten zich vast in zijn haar. Hij legt zijn handen onder mijn billen en tilt me op. Gooit me neer op het bed, laat me smachten naar hem. Kleren vliegen door de kamer. Zonder enige aarzeling dringt hij bij mij naar binnen en begint te stoten. Gehijg en gekreun. Op het hoogtepunt van ons beide verlaat ik de kamer. Mijn lichaam blijft achter bij Tyler, mijn geest is terug in de tijd. Mijn geest is terug naar gisteravond. In stilte kijk ik van een afstand toe hoe Damon en ik tegen elkaar zitten. Naar wat hij mij zo graag wilde laten vergeten.


'Dit is de juiste plek voor twee onmenselijke mensen om elkaar te vinden. Twee onmenselijke mensen die elkaar nodig hebben om hun menselijkheid terug te vinden.'
Ik kijk op in zijn ogen. Zoekend naar het bewijs in zijn ogen dat wat ik denk hij ook bedoelt. Het duurt een tijd voor ik mijn stem heb teruggevonden.
'Geloof jij in het lot?' Hij is niet verrast door mijn vraag. Hij knikt.
'Geloof je in.. ware liefde?' mijn vraag klinkt aarzelend.
'Ik heb er nooit in geloofd, maar de laatste dag begin ik er steeds meer over te twijfelen.' Ik voel hoe mijn hart stopt met kloppen.
'En jij, Mary? Geloof jij in ware liefde?'
'Ik geloofde niet in liefde', antwoord ik zonder na te denken. Ik spreek niet meer, dit is mijn weggestopte ziel die spreekt. De persoon die ik diep vanbinnen echt ben.
'Geloof-de?' vraagt hij. Zijn ogen twinkelen. Hij lijkt zelfs echt.. gelukkig.
Ik kijk verbaasd wanneer ik besef dat dat woord inderdaad uit mijn mond kwam.
'Ja, ik geloofde er niet in', herhaal ik nogmaals mijn zin.
'Dus nu wel?'
Ik aarzel, maar antwoord toch. 'Ik denk het. En jij?'
'Ik geloof er nu ook steeds meer in.'
In stilte kijken we elkaar aan.
'Denk je dat het kan?' Ik snap waar hij het over heeft. Kunnen wij soulmates zijn? Dwalende zielen op zoek naar hun wederhelft?
'Ja', antwoord ik vastberaden, Ja.' Een glimlach siert zijn prachtige gezicht. Zo menselijk, beide zijn we nu, zo menselijk.
'Weet je wat ik jammer vindt?' Ik blijf hem afwachtend aankijken. Zijn pupillen vangen mij, sluiten mij op.
'Je gelooft niet in ware liefde, Mary, je zal er ook nooit in geloven. Snap je dat?'
'Ja', antwoord ik gehypnotiseerd.
'Ook ben je bang voor dit bos. Het is gevaarlijk. Je durft hier niet meer te slapen, nooit meer.'
Weer antwoord ik met een gehypnotiseerde 'ja'.
'Ook zal je dit vergeten. Ik zal bij je blijven tot je in slaap valt, maar dat zal je je niet herinneren. Je bent het bos ingegaan, omdat je niet meer kon slapen. Morgen ga je hier weg, want je bent bang in het bos.'
Ik knik.

Mijn ogen worden groot. Heeft hij me dit allemaal laten geloven? Waarom?
Dan besef ik twee dingen.
1. Er rolt een traan, een echte traan, over Damon zijn wang.
2. Damon kan me dan hebben gehypnotiseerd, me hebben wijsgemaakt dat ik nooit meer in ware liefde zal geloven, maar hij had het mis.
Ongewillig ben ik in ware liefde gaan geloven.

Reageer (2)

  • Reigning

    Oh jee, ben zeer benieuwd wat ze nu gaat doen! Snel verder (:

    1 decennium geleden
  • EstherTVD

    Snel verder!(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen