H46
Ik dacht zo: Dat boekverslag kan nog wel even wachten.
Letten jullie wel op dat jullie bij het juiste hoofdstukje beginnen? C:
Dat is wel zo handig. <
♥
Ik grijp naar mijn buik en knijp mijn ogen stijf dicht. AU!
Wat was dat? Waarom ging er zo'n steek door mijn buik? Wat betekent dit?
Ik was me net heel erg aan het concentreren op dat gevoel, en toen...
Betekent dit dat ik er ben? Dat ik er nog maar een paar stappen voor moet zetten? Dan is het tijd.
Ik doe mijn ogen weer open, kijk goed rond en begin dan met stap één.
'Onzichtbaar, camouflage,' mompel ik in de oude taal. Ik voel een koel gevoel over me heen gaan en ik weet dat ik voor slechte ogen onzichtbaar zal zijn.
'Hup Lilith,' moedig ik mezelf weer aan.
Ik zet zachte stapjes, lettend op het geluid dat ik maak. Telkens als ik op een takje ga staan hou ik mijn adem in.
Ik kijk goed rond.
Het woud is donker, maar dat was het al een tijdje. Donker en kil.
Is er wat veranderd? Tekenen van mijn vader?
Er moet toch iets veranderd zijn?
Ik laat mijn ogen hun werk doen en laat ze het hele gebied afscannen.
Dáár!
Ik hou mijn adem in bij het zien van een blauwige gloed recht voor me.
Snel en geruisloos sluip ik er naar toe.
Ik zie een klein kampvuurtje met blauwe vlammen. Magie. Dat kan niet anders. Vuur hoort niet blauw te zijn.
Ik kijk goed rond het vuurtje en zie twee gedaanten in mantels zitten. Nou ja, eigenlijk liggen ze tegen twee verschillende boomstammen.
Ook zie ik dat hun handen achter hun rug zijn gebonden. Onder een mantel zie ik rood haar uit komen.
SISJA!
Het is haar echt! Snel kijk ik rond om te zien of er nog enige bewaking is. Helemaal niemand.
Wat een geluk! Maar wacht... is dit niet een val?
Dit zou echt te makkelijk gaan. Té makkelijk. Véél té makkelijk.
Nog even denk ik na en scan ik het gebied rond het vuur af. Geen beweging. Dan het er maar op wagen?
Ik spring naar voren en pak mijn zwaard.
Het geluid van het zwaard dat uit zijn schede komt maakt een hard zingend geluid. Ik kijk snel even rond en loop dan op de twee gedaanten af.
Ik kijk even onder de kap van de mantels om te zien of mijn vader zich daar niet verstopt. Nee, het zijn gewoon Sisja en Cecile.
Ik heb ze gevonden!
Snel draai ik ze om en maak ik hun ketenen los.
'Cecile, Sisja!' fluister ik opgewekt. 'Word wakker!' Ik schud ze door elkaar.
'Hmpf, alstublieft... doe ons geen pijn,' smeekt Sisja terwijl ze achteruit schuifelt.
'Nee, rustig, ik ben het!' mompel ik terwijl ik haar pak voordat ze zich pijn kan doen.
'Laat ons alsjeblieft...' piept Cecile. Ook zij probeert te ontsnappen en komt zo dicht bij het vuur terecht.
'Woops! Cecile, kijk uit, achter je! Vuur!' gil ik bijna, en ik trek haar aan haar mantel daar vandaan. Je weet nooit wat voor wonden blauw magisch vuur kan maken.
'Oké, luister, ik ben het, Lílith! Ik ben een vriendin. Ik kom jullie rédden. Ik heb echt geen flauw idee wat mijn vader met jullie heeft gedaan, maar doe rustig en ik help jullie!' Ik duw hun kappen van hun hoofd zodat ze me kunnen zien.
Maar dan gil ik het uit.
Ze zijn er vreselijk aan toe.
Cecile en Sisja missen allebei één oog.
Reageer (3)
ik moet ook nog een boek verslag maken
1 decennium geledenzo gruwelijk dat ze allebei nog maar 1 oog hebben
Succes met je Boekverslag over wel boek ?? Snel verder maar wel eers je schoolwerk
1 decennium geledenMYRTHE! Jij-nu-aan-je-boekverslag-gaan!
1 decennium geledenNee, hoor! (: Veel schrijf plezier!