The journey to the west
Zo reden we twee dagen non stopt door, toen ik vroeg waarom we zo snel reden antwoordde hij dat hij zo ver mogelijk bij Volterra vandaan wou zijn. Op de derde dag stopte hij bij een restaurant en stapte uit. Hij naar mijn portier en maakte die open. Ik kon zelf de deur niet open maken omdat dat verdomde kinderslot er nog steeds op zat. Het was een klein restaurant waar je chinees kon afhalen. Daar bestelde Edward iets wat voor mij voor meerdere dagen leek, toen de bestelling klaar was om mee te nemen liepen we weer naar buiten. We stapten weer in de auto vervolgens weer door te rijden. Terwijl ik geen flauw idee had waar we naar toe gingen. Maar ik had ook niet echt het idee dat Edward me dit zou gaan vertellen voordat we er waren. Terwijl hij aan een stuk door reed en ik beetje bij beetje de bestelling op at. Weer reden we twee dagen door. toen stopte hij de auto weer stapte uit en deed mijn portier open en ik stapte uit en keek recht tegen een vliegveld aan. Ik keek Edward nieuwsgierig aan en vroeg: ‘wil je nou eindelijk vertellen waar we naartoe gaan?’
Zijn lippen krulden om en hij zei: ‘nee, het is nog niet het goede moment, Kom mee.’
En hij liep richting het vliegveld ik twijfelde nog, maar ach waar moest ik anders heen, dus liep ik achter hem aan. Bij een hek aan gekomen dat ons scheiden van alle vliegtuigen begon ik bang te worden ik had geen idee waar hij naar toe wou. Hij keek mijn aan en toen weer naar de vliegtuigen. Ik deed het zelfde en waarschijnlijk was dat voor hem het teken want hij tilde me in een keer op rende naar achter en toen in een keer vaan voren recht op het hek af. Ongeveer 10 meter van het hek af sprong hij soepel over het hek heen. Ik wouw nog gaan gillen maar hij legde gauw zijn hand voor mijn mond. Toen we op de grond lande dacht ik wel dat hij me los zou laten. Maar verkeert gedacht dus want hij rende aan een stuk door en hij stopte pas bij een helikopter daar hielp hij mij mee instappen en stapte zelf aan de andere kant in. Ik vouwde mijn armen over elkaar en keer hem boos aan. Vervolgens zei hij: ‘op deze deuren zit geen kinderslot, kan ik er zeker van zijn dat je er halverwege niet uitspringt of moet ik daar ook nog voor zorgen?’
Er verscheen een grijs op zijn gezicht. Klootzak! Schreeuwde ik in mijn gedachten, ik hoopte dat die duidelijk en hard aan kwam. Blijkbaar wel want terwijl hij de helikopter startte begon hij te lachen.
Er zijn nog geen reacties.