Hoofdstuk III: 3] Personeel
Neem er een kijkje!
Vele voetstappen weergalmde door de grote hal van Zweinstein. Vooral die van Hagrid. Professor Dalmer had de kinderen in rijen van twee achter elkaar gezet zodat ze netjes de grote zaal binnen konden wandelen. Ritmisch stapte de hele groep de brede trap op, en bij elke trede voelde Mona de spanning dichter bij komen. “Stop hier eventjes.” Zei Dalmer luid en duidelijk. “Zodra zullen we de grote zaal binnen komen voor de afdelingsceremonie. Professor McGonagall, het hoofd van de school, zal jullie eerst de leerkrachten voorstellen. Daarna zal ik stuk voor stuk jullie namen afroepen. Als je je naam hoort, treed je naar voren en zetten wij de sorteerhoed op je hoofd, die zal bepalen in welke afdeling jullie komen te zitten. Begrepen?” De groep humde een doffe ‘ja’ in koor. Dalmer opende de deuren en trad naar binnen. De rijen van twee bleven verbazingwekkend netjes heel, en volgde de Professor in het blauw tot vooraan. De zaal was gigantisch en gevuld met mensen die elk aan een lange tafel zaten. Vooraan stond een van de tafels dwars en op een verhoogje. De andere vier tafels stonden verticaal en waren bijna zo lang als de zaal zelf. Zo veel verschillende leerlingen vulden de tafels. Sommigen droegen geel, sommigen rood, groen of blauw. Sommigen waren nog erg jong, en anderen waren bijna twintig. Er waren er zelf een paar die een hilarisch puntig hoedje ophadden en een vreemde badge met ‘Prefect’ er op. Mona liep naast een meisje dat zeker twee koppen kleiner was dan haar. Ze had vurig rode krullen en een rond, schattig gezichtje.
“Professor McGonagall, als u wilt…” Stelde Dalmer voor en hij zette een paar stappen opzij. “Beste, nieuwste leerlingen,…” begon de oud uitziende vrouw, die toch helemaal geen oude indruk gaf. Mona keek voor zich uit. Er stonden elf stoelen aan de lange tafel. Vijf, links van de hele grote waar McGonagall op zat, en vijf rechts. “Vandaag is de dag dat ik en mijn collega’s jullie allemaal voor de eerste keer kunnen opvangen. Laat ik jullie ze even voorstellen.” Sprak ze aan een aangenaam tempo. Hagrid, die het linkse eind zat, was recht gaan staan. Waarin de rest van de leerkrachten hem volgde. Naast Hagrid stond een erg lange dame, die gekleed was een donker geel gewaad met een fijn retro motiefje. Daarover droeg ze een lange zwarte mantel. Ze had kersenrood haar dat overduidelijk gekleurd was, en ze had een fijn rond brilletje op haar neus. “Eerst en vooral, de afdelingshoofden: Professor Wesley, leerkracht bezweringen, voor Huffelpuf,…” Het schoolhoofd werd onderbroken door ongepland gejuich van de tafel waar iedereen met gele uniformen zat. Dat was hoogstwaarschijnlijk de tafel van Huffelpuf. ‘Daar waar Amber binnenkort zal gaan zitten…’ Dacht Mona venijnig. De vrouw naast Hagrid boog beleefd en ging toen weer zitten. “… Professor Sound, die transfiguratie zal geven, voor zwadderich…” Sprak McGonagall weer. En weer steeg een luid gejuich op uit de zaal toen de lichtharige professor boog. Hij had ravenzwarte ogen en was netjes gekleed door een strak gewaad in een intens, donker groene tint. Aan de onderkant van het gewaad was een print gedrukt van donkere zwarte kronkels die, hoe verder ze naar boven kwamen, hoe dunner ze werden, en uiteindelijk verdwenen. Hij ging weer zitten aan de stoel rechts van Professor McGonagall stoel, en het gejuich stierf zachtjes af. “Daar, Professor Dalmer, geeft Toverdranken, voor Ravenklaauw!” Zei de oude dame nu ook, met enig enthousiasme. De aardig uitziende Professor boog ook en voelde zich gevleid door de aanmoediging van zijn afdeling. Mona moest glimlachen, en keek al uit naar een van zijn lessen. “En laatst, maar niet te vergeten: Professor Longbottom voor Griffoendor!” En de tafel in het rood juichte als nooit te voren, niet alleen hun, zelfs een paar van een andere tafel. Zelfs Albus deed mee. Dat was omdat hij wist wie Neville Longbottom was. De verlegen jongeman rechts van Professor Sound boog zo snel mogelijk en ging toen weer zitten. Hij droeg een lichtbruine cardigan met een Boheems patroon en daarover een versleten, zwarte mantel. De zaal was eindelijk weer tot rust gekomen, en Mcgonagall lachte lieflijk naar Longbottom die daardoor weer rustig werd. Het scheen zijn eerste jaar te zijn dat hij les gaf in Zweinstein, maar om de een of andere reden bleek toch iedereen hem te kennen.
“En de rest van jullie vakken…” Ging ze voort. “… Professor Dalion zal jullie Dreuzelkunde geven, Astronomie zal dit jaar gegeven worden door een nieuwe docent, Meneer Moore, Waarzeggerij word gedoceerd Professor Sinistra, nog steeds geeft onze geestleerkracht Professor Binns Geschiedenis va de magie, Vliegles wordt gegeven door Professor Hooch, Professor Judeline geeft dit jaar Verweer tegen de zwarte kunsten in plaats van Toverdranken en Verzorging van Fabeldieren wordt nog steeds geven door onze goede vriend Hagrid.” Eindelijk was de vrouw klaar met spreken. Een voor een hadden de leerkrachten gebogen en waren ze gaan zitten nadat hun naam werd afgeroepen. Laat de sorteerceremonie beginnen!” Kondigde Professor Mcgonagall aan, en de zaal klapte op het afgesproken moment.
Professor Dalmer stapte naar voren met een lange lijst. “Clough Flora.” Zei hij en hij zocht de zaal af naar reactie. Een klein blond meisje stapte rustig naar voren en ging zoals verteld op de kruk zitten. Professor Dalmer zette de hoed op haar hoofd en die begon luid te kreunen. “Hmmmmm. Zeer creatief, en ook dapper. Je hebt de kwaliteiten van een huffelpuf, maar ook die van een griffoendor.” Mona slikte en keek vol spanning toe. “GRIFFOENDOR!” Schreeuwde de hoed en de rode tafel klapte enthousiast voor Flora. Een verlepte oude man kwam van de kant en gaf het meisje haar uniform waarna ze ging zitten. Het schoolhoofd had de kinderen verteld dat dat Argus Filch was, die ’s nachts de gang in het oog hield en nog allemaal andere klusjes deed. “Daverson Quicy!” Riep Dalmer toen weer.
Er zijn nog geen reacties.