Thanks [NL] - 003
![Foto bij Thanks [NL] - 003](http://oi47.tinypic.com/34pi4y1.jpg)
Na een paniekerig telefoontje van Scott te hebben ontvangen, waarin hij te horen kreeg dat het alfa pack weer langs het pakhuis was gegaan en dat het pack gewond was, wist Stiles niet hoe snel hij in zijn auto moest springen. Hij negeerde de snelheidsbegrenzingen volledig, en reed zijn arme oude jeep alsof hij probeerde stukjes van zijn ronden over het parcours in Need for Speed na te spelen. Het zou hem niet verbaasd hebben als hij zijn auto tegen een boom had gereden ergens langs de weg, gezien de manier waarop zijn gedachten al grotendeels op zijn eindbestemming waren, maar op de een of andere manier kreeg hij het voor elkaar om levend bij het pakhuis aan te komen.
Hij was zich niet zeker of hij opgelucht of nog meer bezorgd moest zijn over het gebrek aan geluid van gevechten in het grote metalen gebouw toen hij arriveerde. Hij besloot er gewoon helemaal niet over na te denken, en haastte zich naar binnen.
Wat hij vond was vreselijk, maar minder erg dan hij half had bevreesd, half verwacht. Er was waarschijnlijk voldoende bloed over de muren en vloer uitgespreid om een volgroeide mens te vullen, maar op zijn minst leken de vijf weerwolven die hun wonden likten in het midden van de ruimte redelijk oké te zijn. Boyd had krassen over zijn borst die nog niet volledig klaar waren met helen, Jackson zag eruit als Scar uit de Lion King met de snee op zijn gezicht en Erica piepte zacht vanwege de verschrikkelijke pijn van het helen van haar blijkbaar volledig verbrijzelde rechterbeen, maar met Scott en Isaac leek niets mis te zijn afgezien van wat gescheurde kleding en een heleboel viezigheid en bloed dat hopelijk niet allemaal aan het pack toebehoorde. In ieder geval leek op de eerste blik niemand in levensgevaar te verkeren.
Toch was er geen twijfel over wat Stiles’ eerste woorden moesten zijn. “Is iedereen oké?” vroeg hij, voordat hij de groep überhaupt echt bereikt had.
Scott leek opgelucht hem te zien. “Ja, daar lijkt het op. De alfa’s zijn weg, geloof ik.”
Als dat waar was, zou het zeker in Stiles’ mentale en betreurenswaardig lege mapje met onverwachte meevallers gaan. “Waar is Derek?”
Scott haalde zijn schouders op, een beetje gespannen. “Ergens buiten. Hij ging achter de laatste aan, die vrouw.”
“In zijn eentje?”
“Ja.” Stiles was alweer op weg het pakhuis uit toen Scott hem achterna riep. “Hé, waar ga je heen?”
“Derek zoeken.”
“Zal ik met je mee gaan?”
Stiles schudde zijn hoofd. “Nee, blijf hier, heel. Ik denk dat ik het wel in mijn eentje aankan. Hoop ik.”
“Wees voorzichtig!” was het laatste dat hij Scott naar hem hoorde roepen voordat hij weer de nacht in stapte. Hij liep op een drafje richting de rand van het bos en besloot gewoon recht het woud in te lopen, in de hoop iets tegen te komen dat hem in Dereks richting zou leiden. Hij hoefde niet ver te lopen voordat hij het meest duidelijke teken tegenkwam dat hij zich had kunnen voorstellen: Derek zelf.
Hij lag op de grond, erg stil, en zag er niet zo goed uit. Zelf in het donker kon Stiles zien dat hij bleek was, maar dat leek alleen maar logisch gezien de drie diepe sneeën in zijn borst. Zijn ribbenkast ging nog steeds op en neer, wat aangaf dat hij nog ademhaalde, maar het ging traag en oneven. Stiles viel op zijn knieën naast Derek en deed hard zijn best om zich te herinneren of hij tijdens zijn ontelbare uren van onderzoek ooit iets had gevonden dat hem kon helpen in deze situatie. Wat moest hij doen met een praktisch dode weerwolf?
Derek hoestte. Stiles sprong bijna uit zijn vel van schrik, maar toen probeerde Derek overeind te gaan staan en klapte hij op hetzelfde moment weer dubbel. Hij wiebelde veel te ver naar rechts en links om Stiles ervan te overtuigen dat hij ook maar bijna klaar was om weer te staan. Stiles ving Derek voordat hij omviel. “Mijn God, je bent zwaar,” kreunde hij.
“Stiles?” mompelde Derek.
“De enige echte. Ik denk dat je beter nog even kunt gaan liggen, gast. Ik denk niet dat ik je nog veel langer zal kunnen houden.”
Derek schudde langzaam zijn hoofd, alsof hij de verschrikkelijke pijn die hij vermoedelijk voelde probeerde af te schudden. “Nee. Nee, het gaat prima met me, ik kan lopen.”
“Eh, nee, dat kun je niet. Maar ga gerust je gang en bewijs mijn gelijk, als je erop staat.” Stiles had sterk de neiging om Derek te laten vallen, de koppige sourwolf. Het enige wat hem ervan weerhield was het feit dat Derek hem overduidelijk nodig had.
“De alfa’s zijn weg. Moet bij het pakhuis komen.”
“Het pack is in orde. Ik bedoel, echt in orde, niet in orde zoals jij dat bent.”
“Goed,” zei Derek, maar het leek hem niet van zijn plan om naar het pakhuis te gaan af te brengen. Stiles zuchtte en liet Derek een stap naar voren proberen te zetten, waarbij hij bijna struikelde en met zijn gezicht naar voren op de grond viel, alleen daarvan weerhouden doordat Stiles hem weer vastgreep. Dereks wonden waren aan het helen, en ze heelden snel, maar zelfs Dereks alfa lichaam had tijd nodig om schade van deze omvang recht te zetten. Derek was nog niet klaar om te lopen, maar aangezien Stiles zich er behoorlijk zeker van was dat Derek het toch wel zou proberen en dat hij alle logische en redelijke argumenten die Stiles aan kon dragen zou negeren, besloot hij dat hij net zo goed zou kunnen proberen om zijn best te doen hem te helpen. Hij wurmde zich onder Dereks arm en sloeg zijn eigen arm om Dereks middel, en half dragend, half duwend bracht hij Derek vooruit.
Hoe verder ze kwamen, hoe minder Derek op Stiles steunde. Hij begon meer en meer zijn eigen gewicht te dragen, en uiteindelijk schudde hij Stiles zelfs helemaal van zich af toen ze bijna de rand van het bos hadden bereikt. Stiles rolde zijn schouders. “Man, ik moet herhalen, je bent zwaar.”
Een hand op zijn schouder stopte hem toen hij door wilde lopen. Hij draaide zich om, in de verwachting Derek naar hem te zien fronsen omdat hij zin irritante zelf was, maar in plaats daarvan trof hij Derek aan met een vreemde uitdrukking op zijn gezicht. Het zag eruit alsof hij misschien vriendelijk wilde lijken, wat zo vreemd was dat Stiles onmiddellijk besloot dat hij het verkeerd begreep. Dereks woorden konden echter niet verkeerd worden begrepen. “Dankje, Stiles.”
Derek had hem nog nooit voor iets bedankt. Stiles opende zijn mond om iets te zeggen, stomverbaasd. Hij sloot hem weer, zich realiserend dat er geen woorden uit kwamen en dat hij er waarschijnlijk uitzag als een goudvis. Uiteindelijk flapperde hij gewoon wat ongemakkelijk met zijn handen. “Dat- Dat zit wel goed. Geen probleem. No problemo, in het Spaans.”
Derek knikte, alsof Stiles niet net zo stom mogelijk had gereageerd, blijkbaar tevreden om het hierbij te laten. Hij draaide zich om en liep richting de ingang van het pakhuis. Stiles volgde hem twee seconden later.
“Weet je, ik zou hieraan gewend kunnen raken. Een jou met manieren, bedoel ik. Het is best wel fijn om-”
Derek keek niet eens om. “Stiles, houd je mond.”
Stiles grijnsde. “Ik houd mijn mond.”
Reageer (2)
Awesome ^^

1 decennium geledenlol
1 decennium geleden