Foto bij Being followed

Like the very gods in my sight is he who
sits where he can look in your eyes, who listens
close to you, to hear the soft voice, its sweetness
murmur in love and

laughter, all for him. But it breaks my spirit;
underneath my breast all the heart is shaken.
Let me only glance where you are, the voice dies,
I can say nothing,

but my lips are stricken to silence, underneath
my skin the tenuous flame suffuses;
nothing shows in front of my eyes, my ears are
muted in thunder.

And the sweat breaks running upon me, fever
shakes my body, paler I turn than grass is;
I can feel that I have been changed, I feel that
death has come near me.

Ze glimlacht naar Percy en ging op haar bed zitten.
"Ik weet echt niet hoe ik je moet bedanken. Je hebt me gered"
Ze volgde elke stap die Percy maakte. Hij bekeek haar spullen en gaf haar een zachte glimlach.
"Je had het zelfde voor mij gedaan. weet je, ik kan je leren zwemmen als je dat zou willen."
Aubrey schudde snel haar hoofd, voordat de flashback van haar verdrinkende zusje weer begon op te komen.
"Ik weet niet, Ik hou niet van water" Ze keek naar bendenen, wetend dat hij van water hield, hij was wel de zoon van Poseidon.
"Waarom? Ik bedoel...het water zit vol met leven. Het verkoeld je in de zomer. Het verfrist je gedachten. In de winter is het een paradijs. Wat is de reden dat je het water haat?" Hij keek haar aan met een zachte glimlach en ging naast haar zitten
Haat? dat had ze toch niet gezegt, maar hij moet het aan haar houding gezien hebben. Haar vuisten gespannen. nu pas realiseerde ze zich dat ze haar duim bijna fijn kneep.
"Mijn zusje is verdronken toen ze 4 was. Ik heb haar zien leiden. ik heb haar zien spartelen, hoe ze naar adem snakte. ik heb haar lichaam opgevist zien worden, maar ik kon niks doen. ik kan niet zwemmen. Als jij aan het verdrinken was, was hetzelfde gebeurd."
ze kroop onder de lakens, Percy nam zijn blik niet van haar af.
"Sorry." fluisterde hij.
"Het is okay. Truste, zeemeermin" ze prikte zijn zij en glim lachte.
Ze keek naar Percy die langzaam naar haar toe leunde en zijn lippen op haar voorhoofd drukte. "Truste, engeltje"
Hij stond op en liep langzaam naar buiten. Aubrey haar wangen nog steeds rood gloeiend.

"Aubrey! Aubrey!' langzaam opende ze haar ogen bij het horen van haar naam.
"Pak je spullen! We moeten weg!" Ze zat recht op en keek naar Percy die haar tas pakte en een paar kleren erin gooide.
"W-wat? Waarom?" Ze kwam uit het bed en deed haar pyjama uit. ze hoorde hoe Percy stopte met in pakken. Ze keek over haar schouder naar hem.
"Mag ik me kleren?"
Ze zag Percy slikken toen hij dichterbij stapte en haar de tas gaf. "S-sorry".
Ze giechelde en deed haar kleren aan. "Dus waarom moeten we weg?"
Percy keek haar nog steeds bloosend aan. "O-oh...we worden achtervolgd we moeten weg. kom gewoon mee ik kan het niet uitleggen niet nu."
Ze zuchtte en volgde hem het gebouw uit. "vertel me teminste waar we naartoe gaan."
"Een hotel."
Aubrey grijnsde voor een seconde en volgde hem sneller. "klinkt leuk."

Reageer (2)

  • aquafresh

    EINDELIJK, je gaat verder *ben heel blij*
    deze hoofdstuk was echt LEUK, snel verder!!!

    1 decennium geleden
  • Ishimaru

    jeej je gaat weer verder *epic dansje doe* thank you*weer epic dansje doe*
    love it<3 kudo for u

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen