Hoofdstuk 12

Ik loop door naar de woonkamer en open de achterdeur om naar de schuur te lopen. Omdat mijn ouders erg goed gelovig zijn staan de fietsen nooit op slot en rijd ik hem er zo uit. Ik heb nog de sleutel van de poort en ik open hem waarna ik mijn fiets eruit rij. Bij de voordeur staat mijn moeder nog te wachten. ‘Doei schat. Kom je nog eens langs?’ vraagt ze. ‘Tuurlijk kom ik nog eens langs’ lach ik en ik zwaai nog even voor ik op mijn fiets stap en de straat uit fiets richting de stad. Als ik de stad inkom stal ik mijn fiets en loop ik richting de muziekwinkel. Er rinkelt een leuk belletje als ik de winkel binnenkom. Meteen komt er een verkoper op mij af. ‘Kan ik u helpen?’ vraagt hij vriendelijk. ‘Nee bedankt, ik vind het wel’ glimlach ik. Hij knikt en loopt weg. Ik loop in de richting van de gitaren en kijk of ik een leuke zie. Mijn oog valt op een glimmende zwarte en ik loop er naartoe. Ik pak hem op en verbaas me erover dat hij zo licht ik. Ik besluit dat dit hem is en kijk nog even rond. Ik zie leuke stickers en koop die ook. ‘Gevonden zo te zien’ glimlacht de jongen als ik bij de kassa kom. Ik knik en reken af.