Hoofdstuk1

Moeder, vader, oudste broer Luuk, jongste broertje koen. En Iris

Moeder: pak je koffers nou eens in! Koen: ja Iris pak je koffer nou eens in! Iris: ja sorry hoor meisjes doen er nou een maal veel langer over dan jongens om een koffer in te pakken. Mama moe ik mee naar dat hotel in Rotterdam? Moeder: ja Iris je moet mee en nu geen gezeur meer pak je koffers nu eens in! Ja mam zei Iris. Wat moet ik allemaal allemaal mee nemen? Nou er zijn toch geen knappe jongens dus het maakt niet uit! Ze pakt haar kleren in en kijkt nog een keer naar de poster van mainstreet op haar deur ze geeft ze stuk voor stuk een hele dikke kus maar Daan geeft ze er wel drie!! Ze loopt met haar koffer naar beneden en zegt zo mam nu blij dit is me koffer. Moeder: wooooh neem je zoveel mee? Iris: ja mam, waar is zijn de rest van de koffers? Moeder: die zijn al in de auto en iedereen zit op ons te wachten dus gooi je koffer in de achterbak en ga zitten, ik wil geen geruzie! Iris: ja mam, ik wil echt niet me kan ik niet gewoon een week bij me vriendinnen logeren ofzo of bij oma? moeder: nee Iris jij gaat mee!! Iris loopt naar buiten en legt haar koffer in de auto en zelf stapt ze ook in. Luuk: zo zusje jij hebt er zin in hè, het is te zien! Iris: hou eens op. Luuk: je gaat zeker mainstreet of zo iets hoe ze ook maar heten zeker missen! Iris zegt niks en pakt haar oordoppen en doet haar oortjes in. Als ze al Drie uur onderweg zijn gaat haar telefoon. Iris: met Iris, heeee Inge, alles goed? Mooi zo ja ook met mij. Ja we zitten nu in de auto ja saai hahah, ja lijkt me leuk ik zal even vragen. Iris: mama mag Inge nog een dag langs komen? Moeder: ja is goed gezellig. Ja je mag zei Iris via de telefoon er werd gegilt en zelfs Luuk die naast haar zat hoorde het nog. Luuk: doe eens wat zachter ik probeer te slapen. Nou je kon beter S avonds wat eerde gaan slapen dan was je nu ook niet zo schaggerijnig zei Iris. Ja is goed ook groetjes bij jou thuis tot woensdag doei dikke kus. Ze drukte op rood en deed de telefoon weer in haar zak. Allemaakde groetjes van Inge zij Iris groetjes terug zijn haar vader. Iris: zijn we er al bijna? Moeder: ja kijk maar daar staat het bord van de camping issedooras. Ze reden daar heen en parkeerde de auto op de parkeerplaats zo we zijn er even alle spullen laten liggen en mee naar de receptie. Allemaal vroeg Iris. Ja allemaal zij haar vader. Ze liepen met zijn allen naar de receptie.