Hoofdstuk 10
Want als ik wakker word voel ik iets op mijn gezicht en handen. Slagroom.... WIE HEEFT DIT GEDAAN? Ik sta op en loop naar de badkamer om de slagroom van mijn gezicht af te halen. Als ik de badkamer weer uit loop staan daar alle huisbewoners naar me te kijken en te lachen. Ik slik mijn tranen in en loop terug naar mijn kamer en gooi de deur dicht. De tranen stromen over mijn wangen en ik doe geen moeite ze tegen te houden. Na ongeveer vijf minuten zijn de tranen gestopt met lopen en klopt Elize voorzichtig op de deur. Ik geef geen antwoordt en blijkbaar besluit ze dat geen antwoordt een ja is want ze komt binnen. 'Ik hoorde wat ze gedaan hebben' zegt ze. Als ik niks zeg gaat ze door. 'Dat doen ze bij iedere nieuwe bewoner. Bij mij was het schoensmeer.' Stiekem moet ik best wel lachen om het beeld van Elize met schoensmeer op haar gezicht. Ze ziet het en glimlacht. 'Kom we gaan naar beneden. Je moet je niet laten kennen' Ik knik en volg haar naar beneden. Daar zitten alle mensen die in dit huis wonen op de bank. Ze zien ons binnen komen en kijken meteen schuldig weer weg. maar dat kan me niks schelen. Ik ben nog steeds boos op ze.
Er zijn nog geen reacties.