Deel Een: Vijfentwintig
Langzaam rijdend zocht mijn vader naar een plekje op de overvolle parkeerplaats. Al snel had hij er een gevonden, die gelukkig ook nog dicht bij de ingang was. Gelukkig maar, want ik had geen zin om ver te lopen, met het risico dat Harry herkend zou worden.
Mijn vader stapte uit, maar ik bleef nog heel even zitten. Ik moest mijn ademhaling onder controle houden. Ik zou zometeen mijn idool ontmoeten, die speciaal voor mij kwam overvliegen ook nog, maar dat wilde ik niet laten merken.
Na een minuutje was ik weer gekalmeerd en stapte ik ook uit de auto. Mijn vader keek me geamuseerd aan. Ik stuurde hem een blik die duidelijk moest maken dat hij geen woord moest zeggen, en dat deed hij gelukkig ook niet. Zwijgend liepen we door de ingang.
“Starbucks?” stelde ik voor.
“Je moet echt afkicken daarvan hoor,” zei mijn vader hoofdschuddend. Desondanks zaten we vijf minuten later te genieten van een koffie.
We’re at the Starbucks, smste ik Harry, I don’t think you won’t recognize me, but just in case: I’m wearing stripes and a hat. X
Hij antwoordde niet, wat maakte dat ik mijn hoed van mijn hoofd nam en er aan begon te friemelen. Opeens werd mijn zicht verduisterd door twee handen.
“Who am I?” klonk een stem met een Brits accent in mijn oor. Het was een diepe, ietwat hese stem, maar dat had ik allemaal niet nodig om te weten dat het Harry zou zijn. Het lag uiteraard nogal voor de hand. Toch besloot ik het spelletje mee te spelen.
“Hm, let me think,” zei ik langzaam. “Zayn?” De handen verdwenen voor mijn ogen en ik nam een tevreden slokje van mijn Caramel Macciato voordat ik me met een klein glimlachje omdraaide.
“How did you know?” vroeg Zayn met een pruillip. Ik verslikte me in mijn koffie en begon hevig te hoesten. Ik voelde hoe ik langzaam rood werd, maar het maakte me even niets uit. Ik had het te benauwd.
Ik voelde een warme hand over mijn rug wrijven en er op kloppen, en langzaam kwam ik een beetje tot bedaren. “I was just kidding!” wist ik uit mijn keel te krijgen. Het kwam er helaas piepender uit dan mijn bedoeling was geweest.
Nog steeds rood keek ik op en probeerde onopvallend mijn lichtblonde haar te fatsoeneren. Voor me stonden vier van de jongens van One Direction me bezorgd, maar grijnzend aan te kijken. Ik keek naast me, naar degene die op mijn rug had geslagen.
“Harry, ik dacht dat je in je eentje zou komen!” zei ik in het Nederlands, aangezien de jongens dat niet verstonden.
“Sorry, ik kon ze niet tegenhouden,” verontschuldigde hij zich. “Vind je het erg?” Hij grijnsde ondeugend.
“Nou, nee, maar… het was nogal onverwacht,” stamelde ik.
“Ik ben Karel, Tess’ vader,” mengde mijn vader zich in het gesprek. Hij besloot om Engels te praten, zodat de andere lads hem ook meteen kenden.
Ze begonnen door elkaar heen te praten en hun eigen namen te noemen, waardoor het een onverstaanbare warboel werd en ze nogal de aandacht trokken. Ik sprong van mijn kruk af en greep Harry en Louis bij hun handen, om ze mee te slepen naar de uitgang.
“Laten we het namenrondje in de auto maar doen, straks worden jullie herkend,” legde ik ze uit toen ik hun vragende blikken zag. Ze knikten begrijpend en volgden me naar de auto.
Reageer (6)
Awsum!!
1 decennium geleden