016. ~

Ik kijk nog eens goed, er is nog iets anders veranderd aan mijn gezicht. Ik kan het niet plaatsen dus ik doe mijn kap weer op. Ik ga nog even naar de wc en ik loop de badkamer weer uit. Ik kan toch niet meer slapen dus terug naar de slaapzaal gaan heeft geen nut. Misschien is Yenna nog in de ziekenboeg. Ik probeer me te herinneren hoe ik vanaf daar bij de slaapzaal was gekomen. Ik weet het niet precies meer dus ik begin gewoon te lopen. Nu bestaat dus toch nog de kans dat ik iets raars tegenkom. Ik ga van drie trappen af en loop door een doolhof van gangen. Ik zie twee grote glazen deuren en ik heb de ziekenboeg dus veilig bereikt. Ondertussen is het buiten al licht aan het worden. Ik duw tegen de deuren aan en ze geven niet mee. Dan maar wachten tot ze wel opengaan. Ik verzink in gedachten en vergeet de wereld om me heen even. De tijd gaat nu sneller voorbij en het wordt buiten langzaam licht. Ik kijk naar de grote klok in de gang en ik zie dat het nu al zeven uur is.