Ik kijk naar het witte plafond. Waar ben ik nu weer terechtgekomen. Rechts van me ligt Yenna en links ligt een meisje dat ik niet ken. Vanochtend vertelde Anna me dat we in de ziekenboeg liggen. Allemaal door dat drankje. Er komt een zuster naar me toe. ‘Hoe voel je je kind?’ vraagt ze. ‘Alles is goed met me, dank u. Kan ik alweer terug naar mijn slaapzaal?’ antwoord ik. Ze knikt opgelucht ja. Waarom is ze opgelucht, zouden er ooit dingen fout zijn gegaan door dat drankje? Anna komt naar me toe en helpt me uit mijn bed te komen. Ze pakt een lange witte jurk op die naast mijn bed ligt. ‘Draag dit, morgen krijg je de kleding die bij jou hoort.’ Zegt ze. Ik trek de jurk aan en volg Anna de zaal uit. We lopen door een doolhof van gangen en trappen. We komen bij een mooi bewerkte houten deur met twee standbeelden ernaast. Het ene standbeeld is een onnatuurlijk mooie vrouw waar allemaal planten omheen groeien. Het andere standbeeld is een gewone vrouw met puntige tanden en een kwaadaardige uitdrukking. Ik vind de standbeelden erg mooi en ik word weer helemaal opgewonden van de verandering.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen