Episode 4: De mysterieuze moordenaardeel1
‘Is dat dan goed.’
‘Ja, Tom.’
‘Dank u wel, minister president.’
De president verlaat de tweede kamer. Nu staat Tom helemaal alleen in de tweede kamer. De stilte dwarrelt in de grote ruimte. Zelfverzekerd loopt Tom naar de kast. Hij grijpt een stapel papieren en begint ze te ordenen. Allemaal op alfabetische volgorde. De tweede kamer is enorm. Je zou er met gemakt tien olifanten in kwijt kunnen, en dan had je het enkel nog maar over het vloeroppervlak. Over de hoogte valt gewoon geen kwalitatieve meting te doen.
Over 20 minuten, lekker naar Kentucky.
Tom maakt een sprongetje in de lucht en gaat weet verder aan het werk. Het getril van een telefoon ruist door de kamer. Ze hart bonkt, hij kijkt naar de telefoon. Het heeft de stilte, die eerst heerste, ruw onderbroken. Tom kijkt eens beter, is dat een iphone? Hij haast zich naar de iphone toe.
Omg, nice een iphone.
Hij kijkt om zich heen.
Ik wilde al een tijdje één hebben.
Hij bukt voorover en tuurt naar het scherm. Hij pakt de telefoon beet en bestudeerd het toestel heel goed. Een venster met drie gemiste oproepen blinkt op het scherm. De laatste persoon die heeft gebeld onder de naam D. De laatste twee oproepen is van de zelfde persoon. Deze staat onder de naam O.
Wat een rare namen.
De mobiel gaat weer af. Persoon D belt weer, gehaast en klunzig en probeert Tom op te nemen. Jammer genoeg lukt het niet. In een vinger knip gaan de lichten uit. Wat gebeurt er hier? De verspreidende duisternis vult de kamer in een mum van tijd.
Wat gebeurt er? Een stroomstoring?
De trilling van een zwaar object, dat valt, belandt zich in het oor van hem.
Wat was dat?
Hij schreeuwt het uit van de pijn.
Mijn arm!
Het bloed spuit uit zijn oksel, een stoel wordt bedekt door stromend bloed. Hij valt kijkend naar voren op zijn knieën. Een schim staat voor zijn gezicht. De schim tovert een stroombal.
‘Je bent een vr.’ Voordat Tom zijn zin heeft afgemaakt, wordt hij geraakt door de stroombal, die het leven met een krachtige schok uit hem blies.
‘Hij heeft weer toe geslagen.’
De man slaat met zijn vuist op tafel. De kamer is gevuld met zes mannen, het beschermteam van de president. Buiten is het donker, de wind tikt tegen het raam. De deur wordt keihard open geschopt. De mannen kijken naar de deur.
‘Wij nemen het over heren.’
Een groep van vier mensen lopen naar binnen. Het zijn drie vrouwen en één man.
‘Wat heeft dit te betekenen,’vraagt het hoofd van het beschermteam.
‘Wij zorgen nu voor de bescherming van de president. Jullie kunnen op vakantie gaan, moet ik melden van de president. En heren dit is geen keus, maar een bevel,’zegt de wat dikkere vrouw van het groepje.
Ze gooit een document op tafel, waarin staat dat ze daadwerkelijk gelijk heeft.
De mannen springen van hun stoel en verlaten de kamer. Op het moment dat de deur dicht gaat, veranderd de kamer. Van een kamer met alleen een tafel, naar één met computers, koffiezetapparaten en een tv.
‘Hiermee zullen we het doen,’zegt de vrouw. De vrouw, eigenlijk het meisje, heeft lange blond, krullend; in een perfect model. Haar ogen zijn zeeblauw en haar lippen zijn opgemaakt met rode lippenstift.
‘We moeten hem vangen en doden. Het is al uit de hand gelopen. Hij wordt steeds een groter probleem.’
‘Ja, Tom.’
‘Dank u wel, minister president.’
De president verlaat de tweede kamer. Nu staat Tom helemaal alleen in de tweede kamer. De stilte dwarrelt in de grote ruimte. Zelfverzekerd loopt Tom naar de kast. Hij grijpt een stapel papieren en begint ze te ordenen. Allemaal op alfabetische volgorde. De tweede kamer is enorm. Je zou er met gemakt tien olifanten in kwijt kunnen, en dan had je het enkel nog maar over het vloeroppervlak. Over de hoogte valt gewoon geen kwalitatieve meting te doen.
Over 20 minuten, lekker naar Kentucky.
Tom maakt een sprongetje in de lucht en gaat weet verder aan het werk. Het getril van een telefoon ruist door de kamer. Ze hart bonkt, hij kijkt naar de telefoon. Het heeft de stilte, die eerst heerste, ruw onderbroken. Tom kijkt eens beter, is dat een iphone? Hij haast zich naar de iphone toe.
Omg, nice een iphone.
Hij kijkt om zich heen.
Ik wilde al een tijdje één hebben.
Hij bukt voorover en tuurt naar het scherm. Hij pakt de telefoon beet en bestudeerd het toestel heel goed. Een venster met drie gemiste oproepen blinkt op het scherm. De laatste persoon die heeft gebeld onder de naam D. De laatste twee oproepen is van de zelfde persoon. Deze staat onder de naam O.
Wat een rare namen.
De mobiel gaat weer af. Persoon D belt weer, gehaast en klunzig en probeert Tom op te nemen. Jammer genoeg lukt het niet. In een vinger knip gaan de lichten uit. Wat gebeurt er hier? De verspreidende duisternis vult de kamer in een mum van tijd.
Wat gebeurt er? Een stroomstoring?
De trilling van een zwaar object, dat valt, belandt zich in het oor van hem.
Wat was dat?
Hij schreeuwt het uit van de pijn.
Mijn arm!
Het bloed spuit uit zijn oksel, een stoel wordt bedekt door stromend bloed. Hij valt kijkend naar voren op zijn knieën. Een schim staat voor zijn gezicht. De schim tovert een stroombal.
‘Je bent een vr.’ Voordat Tom zijn zin heeft afgemaakt, wordt hij geraakt door de stroombal, die het leven met een krachtige schok uit hem blies.
‘Hij heeft weer toe geslagen.’
De man slaat met zijn vuist op tafel. De kamer is gevuld met zes mannen, het beschermteam van de president. Buiten is het donker, de wind tikt tegen het raam. De deur wordt keihard open geschopt. De mannen kijken naar de deur.
‘Wij nemen het over heren.’
Een groep van vier mensen lopen naar binnen. Het zijn drie vrouwen en één man.
‘Wat heeft dit te betekenen,’vraagt het hoofd van het beschermteam.
‘Wij zorgen nu voor de bescherming van de president. Jullie kunnen op vakantie gaan, moet ik melden van de president. En heren dit is geen keus, maar een bevel,’zegt de wat dikkere vrouw van het groepje.
Ze gooit een document op tafel, waarin staat dat ze daadwerkelijk gelijk heeft.
De mannen springen van hun stoel en verlaten de kamer. Op het moment dat de deur dicht gaat, veranderd de kamer. Van een kamer met alleen een tafel, naar één met computers, koffiezetapparaten en een tv.
‘Hiermee zullen we het doen,’zegt de vrouw. De vrouw, eigenlijk het meisje, heeft lange blond, krullend; in een perfect model. Haar ogen zijn zeeblauw en haar lippen zijn opgemaakt met rode lippenstift.
‘We moeten hem vangen en doden. Het is al uit de hand gelopen. Hij wordt steeds een groter probleem.’
Deze story is niet geschikt voor alle leeftijden. Daarom is deze alleen te lezen als je bent ingelogd. Zo houden we Quizlet.nl leuk voor alle bezoekers.
Reageer (1)
snel verder!!
1 decennium geleden