Hoofdstuk 10
De uren daarna was het druk in de tent van She Wolf. Ik werd in een hoekje gezet terwijl zij overlegde met haar groep generaals en stamhoofden ofzo.
'Hoe weten we zeker dat ze de waarhied spreekt? Wat kon Thomas hebben door gegeven, behalve waar wij zitten, wat zo belangrijk is?'
'Ik ben het met Harreld eens. en daarbij, oorlog is onze tactiek niet. Wij doen een uitval en trekken ons terug op een plek waar ze ons niet kunnen vinden. Op open veld zijn zij veel sterker.'
'Ik zou ook graag willen weten waarom wij oorlog moeten gaan voeren om dat wat Thomas heeft door gegeven terwijl we niet eens weten wat hij heeft gezegd.'
'Kom op mensen, wij kennen de bossen veel beter... Het wordt wel weer eens tijd voor een beetje actie.'
'Stilte astjeblieft..' iedereen hield op met praten 'Ik zal jullie het allemaal uit leggen. Het moest toch eens... Alice is een Zon-Maankind. Sorry, ik verbeter mezelf, ze is Het zon-maankind.' Stilte.
'Bewijs dat maar eens.' Ik begon een hekel te krijgen aan die Trol Harreld.
She Wolf knikte kort. 'Alice kom eens hier.' ik stond op. She Wolf gebaarde dat ik mijn haar uit mijn nek moest halen. Ik zuchtte en draaide me om. Ik voelde hun ogen in mijn nek branden. Precies op de moedervlek.
'She Wolf, waarom heb je niks verteld?'
'Als jullie wisten dat ze hier was, zouden jullie risico's gaan nemen en niet goed nadenken. Dat we haar hebben maakt ons nog niet onverslaanbaar en daarbij, als er een verrader rond liep, had hij het verteld. Nu was dat Thomas. Maar Alice heeft Thomas gisteravond alles verteld en hij heeft het aan de boodschapper door gegeven...'
'Hoe weten we dat eigenlijk zeker.' Ik zag She Wolf zuchten.
Het kwam er uit voordat ik er erg in had. 'Ik zei dat ik niks opgevangen had, maar dat heb ik wel. In het begin kon ik er niks uit opmaken. Het waren vlagen van het gesprek. Maar toen Liam mij vertelde wie die persoon was, kon ik het ineens samenvoegen. Daarom weet ik dat hij het heeft door gegeven.' Harreld keek me boos aan. Stomme trol.
She Wolf knikte. 'Zoals jullie horen. Alice je mag weer gaan zitten hoor.' Ik liep terug en liet me met een plof in de kussens vallen. De herinnering aan gisteravond deed pijn. Hoe had ik hem ooit vertrouwd? Hij had het al vermoed, ik wist het zeker. Zijn gemaakte verbazing was in zijn ogen te lezen toen ik hem vertelde dat ik een zon-maankind was. Maar waarom zei hij dan dat hij van me hield? Ik balde mijn vuisten. Hoe kon hij.. er liep een traan over mijn wang. Er stonden mensen op aan de tafel. Ik bleef doodstil zitten.
'Ze gaan hem zoeken. We komen straks weer bij elkaar.' Ik knikte.
'Het is niet jouw schuld Alice. Je mag mensen vertrouwen, sterker nog je moet. Soms blijkt het de verkeerde persoon te zijn.'
Ik keek op. 'Hij zei dat hij van me hield. en daarna veraadde hij me.' Ik voelde de tranen weer op komen. Dat deed nog het meeste pijn. Nee, ik mocht niet huilen. Ik zou niet huilen. Diep zuchtte ik in. Liam kwam binnen.
'Neem haar maar mee Liam.' Hij knikte en ik stond op. Vlak voordat ik de tent uit liep zei She Wolf nog 'Alice, misschien sprak hij de waarheid. Misschien had hij een heel goede reden om jouw vertrouwen te breken.'
Ik draaide me om. 'Hij had het niet hoeven doen.' en liep naar buiten.
'Waar ging dat over?'
'Nergens over. Laat maar.' Ik zag dat iedereen al aan het eten was. Ik had niet door gehad dat het al zo laat was. Liam en ik gingen in mijn hoekje zitten. Ik had geen zin in eten.
'Ze gaan het niemand vertellen.'
'Wat?'
Liam keek me betekenisvol aan en knikte naar mij 'Oh.. dat.' Het kon me eigenlijk niet veel meer schelen. Iedereen was al vertrokken, alleen Liam en ik zaten er nog.
'Liam, kun je even mee komen?' een dwerg kwam hem halen. Liam stond op en stootte nog even vriendschappelijk met zijn kop tegen mijn knie. Ik keek hem na terwijl hij naar de tent van She Wolf liep. Toen keek ik weer naar de grond. Ik tekende patroontjes op de stam van de boom waar ik op zat. Opeens werd ik afgeleid door een geluid achter me. Er kwam een groepje mensen binnen. Tussen hen in hielden ze Thomas. Onze ogen ontmoetten elkaar en ik schrok van de blik in zijn ogen. Er stond een schuld en verdriet in te lezen. Niets van de verwachtte triompf. Ik volgde het groepje met mijn ogen tot ze een tent binnen gingen. De gevangenen tent verwachtte ik.
'De stratagie is bepaald.' Ik schok op. Liam stond voor me. 'We splitsen ons op. Een groep blijft hier want we weten bijna zeker dat het leger er aan komt. Zij zullen het leger op wachten en hun hier bezig houden met hinderlagen. Wij gaan juist richting het paleis van Miss Valissa. Er zullen daar dan niet veel soldaten zijn. We vertrekken morgen vroeg.' Ik las toch een stiekeme verheuging in zijn ogen ookal probeerde hij het te verbergen. 'Oke.'
'Ik ga naar bed, want we moeten nog veel doen. We willen zo snel mogelijk vertrekken. Ik kom je morgen wel halen.' Ik knikt.
'Ik ga ook.' Ik stond op en bukte me om Liam een knuffel te geven. Hij legde zijn kop in mijn nek.
'Waar was dat voor?'
Er kwam een klein glimlachje op mijn gezicht. 'Zomaar.' Ik draaide me om en liep naar mijn tent. Ik keek nog even over mijn schouder. Liam rende naar zijn tent. Mijn ogen gleden over de gevangenen tent. Ik schudde mijn hoofd en ging naar binnen.
Hoe ik ook mijn best deed, ik kon niet in slaap komen. Ik lag te draaien en uiteindelijk pakte ik mijn cape en ging naar buiten. Als vanzelf leidde mijn voeten me naar de gevangenen tent. Het kamp was volkomen leeg. Voor de ingang aarzelde ik even. Ik keek naar de volle maan, toen haalde ik diep adem en stapte naar binnen. Ik moest eerst even wennen aan het schemerige licht binnen. Toen kon ik allemaal kooien onderscheiden die van elkaar afgeschermd waren door lappen stof. Ze waren allemaal leeg. Ik liep door naar achteren. Helemaal achterin zag ik een persoon zitten. Hij zat met zijn rug naar het gangpad toe.
'Wie is daar?' Ik zei niets. Hij draaide zich om. 'Alice..' Hij had een blauwe plek op mijn wang. 'Alice, het spijt me.'
'Wat spijt je? Dat je me eerst verleidde en me daarna veraadde? Dat je gepakt werd? Ik heb je gezien Thomas, probeer me niks wijs te maken. Ik ben je gevolgd en ik heb je zien praten met die man. Waarom Thomas?'
Thomas keek me aan met een pijn in zijn ogen die door mijn ziel sneed. 'Ze hebben mijn moeder en mijn zusje. Als ik niet doe wat ze zeggen, vermoorden ze hun. Mijn vader hebben ze voor mijn ogen vermoord. Ik kan niet anders Alice, al zou ik willen.' Hij leek radeloos.
'Vertel me dan niet dat je van me houd.' Ik stond op en draaide me om. Klaar om weg te lopen.
'Maar dat is de waarheid.' Ik bleef staan. Hij had het heel zachtjes gezegd. Bijna onhoorbaar.
'Waarom blijf je liegen?'
'Ik lieg niet! Ik zweer het je Alice, Ik hou echt van je. Maar ik moet mijn familie redden.'
'Ik weet niet wat ik moet geloven Thomas. Ik vertrouwde je. Maar al zou ik willen, ik kan niks voor je doen.' Ik keek om. Hij zat bij de talies en zag er heel klein uit. In zijn donkere ogen stonden tranen en de vraag om begrip. In een opwelling bukte ik me en kuste door de tralies heen zijn wang. Toen liep ik weg.
Buiten haalde ik diep adem. Het was goed zo. Ik liep langzaam terug naar mijn tent.
'... We kunnen ze nooit verslaan! Jij weet ook dat ze met velen zijn. Ze zullen echt niet iedereen hier een sturen! Wat denk je, dat we daar zomaar naar binnen kunnen lopen?'
'We hebben de verrassing mee.'
'Welke verrassing? Dat paleis is niet in te nemen. Overal is bewaking, zelfs als je het probeert via de grond of riolering. Ze zullen ons zo door hebben.'
'Welke optie had jij anders?' Het bleef stil. 'Dat dacht ik al.'
'Ik wil me gewoon niet laten af slachten. We moeten toch iets van een verrassing kunnen hebben?' Ik hoorde een beetje gemompel binnen. Ik liep naar de tent en sloeg de doeken opzij. 'Ik weet een manier waarp we ze kunnen verrassen.' Iedereen staarde me aan. 'Ik heb een draak..'
Reageer (1)
Die draak is echt geniaal!
1 decennium geleden