Chapter 3: Louis William Tomlinson
Die volgende dag liep ik weer door de tuin. Ik ijsbeerde langs het ijzeren hek. Ik verveelde me, en ik had niets beters te doen. Ik nam iedere centimeter nauwkeurig in me op. Het had iets verdachts; alsof er meer aan de hand was met dit hek. Mijn ogen gleden over de gespannen draad. De schakelaars om de stroom uit te zetten, zaten waarschijnlijk aan de andere kant van het hek. Als zo'n klein steentje al zoveel vonken kan veroorzaken, hoeveel kan een voetbal dan wel niet doen? Ik wendde mijn blik op de voetbal, en daarna weer terug op het hek.
Diezelfde dag, rond middernacht.
Ik woelde wat heen en weer door mijn bed. Ondanks dat er dit keer geen lawaai aan de andere kant van de muur klonk, kon ik alsnog niet in slaap komen. Ik ging overeind zitten en wreef in mijn ogen.
"Charlotte," fluisterde ik.
Ze reageerde niet. Ik pakte mijn kussen op en gooide het naar haar bed.
"Wat moet je?!" snauwde ze.
"Heb je zin in een avontuurtje?"
Ze kreunde wat en draaide zich op haar rug. "Wat voor avontuurtje?"
"Ik heb zin om even een kijkje bij de buren te nemen, en volgens mij zijn ze niet thuis, want ik hoor geen muziek."
"Daar kom je niet binnen hoor," klonk haar hese ochtend stem. "Ze hebben alles beveiligd."
Ik zuchtte en liet mezelf achterover op bed vallen.
"Vergeet het, Louis. Ga gewoon slapen en denk er niet over na."
Opnieuw draaide ze zich om, en al snel viel ze weer in een diepe slaap. Nogmaals zuchtte ik, waarna ik uit bed stapte, en mijn versleten sneakers aantrok. Op mijn tenen sloop ik de trap naar beneden, en verliet de voordeur. Ik pakte de bal op van het gras en bekeek de draad nog eens nauwkeurig. In het midden zat er een soort knop, waar alle draden bij elkaar kwamen. Als ik dat nou eens wist te raken... Mijn gedachten werden onderbroken door de buldog die begon te blaffen.
"Sssst," siste ik naar de hond.
Gespannen keek ik nog eens naar de ontknoping. Ik moest nu snel handelen. Ik legde de voetbal op de grond, en nam een aanloop. Zo hard als ik kon trapte ik tegen de bal, en het hek begon hevig te trillen toen de bal de draad raakte. Blauwige vonken ontstonden bij de knop, en voor ik het wist kleurde de vonken geel, en stond het hek in brand.
"K*t!" riep ik uit, en rende weg van het hek.
Ik pakte de emmer water die bij de voordeur stond en gooide het water tegen het hek aan, in de hoop dat het vuurtje uit zou gaan. In plaats daarvan maaakte het hek een luid, zoemend geluid, en verspreidden de blauwe vonken zich over het gehele hek. Dat klinkt niet goed....
Rode lichten schenen door de kleine gaatjes van het hek heen, en een hoog alarm schalde door de hele buurt. Vervolgens hoorde ik de voordeur van de buren opengaan. "Liam, bel de brandweer! Het hek staat in brand!" hoorde ik een vrouwelijke stem geschrokken roepen. De buldog bleef maar blaffen, en na een tijdje ging het zelfs over op janken. Wat heb ik gedaan, dacht ik bij mezelf. De vlammen verspreidden zich steeds meer, en ondertussen stond het hele hek in brand. De vlammen gingen over op het gras, door naar de muren van het huis. Het hek was nu zodanig ingestort, dat ik de buren kon zien. Ze waren omringd door gele vlammen, en ze hoestten aan een stuk door. Paniekerig keek ik om me heen. Ik moest ze zien te redden. Met de emmer stevig in mijn hand geklemd, liep ik naar het kraantje, en vulde de emmer met water. Ik gooide het water voor me uit, waardoor een gedeelte van de vlammen een beetje doofde. Ik drukte mezelf tegen de muur aan, en sloop op mijn tenen de tuin van de buren in. Een foute beweging, en het kon al fataal zijn. Ik pakte de jongen van een jaar of achttien bij zijn bovenarm, en trok hem mee mijn eigen tuin in. Vervolgens greep ik ook de twee meiden bij hun armen, en trok hen mee. Ook ik belandde nu in een hevige hoestbui, en ik maakte snel dat ik wegkwam bij het vuur. Ik hoorde de sirenes door de straten galmen, en even later stond de brandweer voor de deur. Ze begonnen te blussen, en bevalen ons om naar binnen te gaan, mijn huis in. Het vuur kon mijn huis namelijk niet bereiken, en als, dan zou het al gedoofd worden door de zompige modder eromheen. Ik trok de jongen en de meiden mee mijn huis in, en daar hoestten we uit. Mijn ouders en zussen waren ondertussen ook naar beneden gekomen. Toen ze eindelijk uit gehoest waren, keek ik beschaamd naar mijn voeten. Dit is mijn schuld, dacht ik. De meiden keken me kattig aan, en liepen langs me door de woonkamer in, en met een afkeurende blik keken ze de kamer rond. "Wat een armoedige boel is het hier," zei één van de twee.
De jongen bleef echter voor me staan, en keek me met een zuur gezicht aan. "Wat heb je uitgevreten," snauwde hij.
"Ik was wat aan het voetballen en toen kwam de bal tegen het hek en toen kwamen er vlammen en toen was het boem," loog ik snel.
"Om middernacht?" Zijn toon werd er niet milder op.
Direct knikte ik, en ik sloot mijn ogen. Bang voor zijn reactie.
"Bedankt," zei hij uiteindelijk. Zo zachtjes, dat alleen ik het kon verstaan.
"Waarvoor?"
Hij haalde zijn schouders op. "Ik weet het niet."
Reageer (5)
Haha kijk dit vind ik nou een typische actie van Lou idk waarom
1 decennium geleden*Zucht* Louis leert het ook nooit!
1 decennium geledenWoohoo, Louis is Supermaaaaaaaaaaaan!
1 decennium geledenAwesome
1 decennium geledenLekker. Fikkie stoken.
1 decennium geleden